Argentinië is nog steeds de grootste exporteur van peren en citroenen van het zuidelijk halfrond en gelukkig profiteert ook de Argentijnse export van de hoge prijzen op de Europese markt dit jaar. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat Argentinië de laatste jaren veel van haar charmes heeft verloren.
Ontelbare vruchtbare gronden, uitstekende sanitaire omstandigheden, smeltwater als irrigatiebron, verschillende klimaatzones: Argentinië is zonder meer een grootmacht in de fruitteelt. Van tropisch en citrusfruit in het noorden, (wijn)druiven in het midden, tot de teelt van appels en peren in de befaamde Rio Negro-vallei in het zuiden van het land.
Bij mijn eerste kennismaking was het letterlijk liefde op het eerste gezicht. Het uitgestrekte en dunbevolkte Argentinië lijkt een land vol mogelijkheden en daarnaast is het leven erg aangenaam. Intussen woon ik er al zes jaar, maar de realiteit heeft me geleerd dat de werkelijkheid anders is. Het ooit zo bloeiende Argentinië is nu vergane glorie. En dat is in alle sectoren te zien, dus ook de fruitsector is er niet aan ontkomen.
Jarenlang was Argentinië toonaangevend als producent én exporteur voor het zuidelijk halfrond. In de jaren 70 kwam bijna de helft van het geëxporteerde fruit van het zuidelijk halfrond uit Argentinië, maar momenteel is dit alleen nog maar een droombeeld: ze zijn al jaren geleden voorbijgestreefd door hun concurrenten en dan vooral door het kleine (en niet zo geliefde) broertje Chili. En dát doet pijn bij de trotse Argentijnen. Hoe kan/kon dit gebeuren? Het probleem ligt in ieder geval niet alleen bij de economische crisis of de toegenomen concurrentie. Nee, de hoofdoorzaak is te vinden in de Argentijnse maatschappij waarin strategisch beleid ontbreekt, corruptie een cultuurverschijnsel is, politici zwendelaars zijn en de inflatie regelmatig gierend uit de bocht vliegt.