“De afzet verloopt stroef”, verzucht Pieter Verschure in Aarle-Rixtel (N.Br.) als het om zijn bataat gaat. “Wel hebben we contact met de industrie, die willen wel bataat om frites van te bakken, maar dan van het Amerikaanse ras Covington.”
Dat ras teelt Verschure nu nog niet. “Dat is dus lastig. Je moet beginnen met voldoende ‘moeren’ om stekken van te snijden en zo moet je dat geleidelijk uitbouwen. Daar heb je een of twee jaar voor nodig. Het is wel een vrij ras zonder licentie, dus je mag het zelf vrij vermeerderen. Een voordeel van deze ontwikkeling is wel dat we dan een vast afzetkanaal hebben en dat biedt zekerheid. Het is mogelijk dat we dan minder voor de verse markt en meer voor de industrie gaan telen, maar we blijven wedden op beide paarden, zeg maar.”