Als onze oudste puber thuis komt, dan heeft hij zo’n haast om achter de computer te kruipen, dat hij niet eens tijd heeft om zijn jas of schoenen uit te doen.
Daardoor schrok ik me laatst een hoedje toen ik opeens een zucht hoorde. Ik dacht dat ik alleen in huis was, maar nee, er zat een puber achter de pc. Met zijn schooltas aan zijn voeten zat hij koortsig zijn laatste mails te bekijken. Net alsof je niet echt leeft als je niet online bent. Het echte leven als een soort opmaat voor het virtuele leven. Nieuwe vrienden worden zo snel mogelijk opgevoerd in het digitale adressenboekje.
Onze andere puber speelt online een soort oorlogsspel,Call of Duty. Gezellig met vrienden digitale karakters doodschieten in een zeer werkelijke wereld. Natuurlijk ben ik ook online. U denkt toch niet dat ik deze weblog nog per post verstuur? Ik heb een account op LinkedIn, want die scheen ik nodig te hebben voor mijn professionele netwerk. Ik ben actief op Facebook, want daar zitten al mijn IJslandse vrienden op. Ik moet nog een account aanmaken op Hyves, want nu weten mijn vrienden die wel Hyves hebben eerder wat onze kinderen meemaken dan ik. Alle dagen open ik maar liefst drie verschillende emailaccounts en ik heb zelfs een Twitteraccount, maar ik weet nog steeds niet goed wat ik daar nou mee aan moet. En dan heb ik het nog niet over de druk van de mobiele telefoon, die op werkdagen de hele dag rinkelt of piept als er een sms binnen gekomen is.
Hoe heeft de wereld toch zo snel kunnen veranderen? Ik weet nog dat wij ons eerste bedrijf startten in 1993. “Zullen we een fax nemen?” was toen nog een keuze en ik herinner me dat wij vonden dat je “eigenlijk niet meer zonder kon”. Columns werden toen dus gefaxt en bij de redactie netjes overgetypt. Dubbel werk. Je zou dus zeggen dat we allemaal zeeën van tijd overhouden dankzij het digitale netwerk. Niets is minder waar. Al die netwerken kosten tijd om te onderhouden. Dankzij het World Wide Web is de wereld een dorp geworden. Iedereen weet alles van iedereen. Ervaart u dat als winst?