‘Altijd een fijn en een grover spruitenras’

Kasper Kleijwegt teelt met zijn neef Ab en vader Leo aardappelen, graan, wat luzerne én spruitkool.

Het areaal spruitkool schommelde lange tijd rond 30 hectare en wordt stap voor stap uitgebreid. Dit jaar is de oppervlakte 52 à 53 hectare. “Mijn vader beweert dat we een van de langst spruitentelende families in Nederland zijn”, zegt Kasper. Wel zeker is dat het lijstje spruitkoolrassen lang is, met Abacus, Sofia, Marthe, Gigantus, Neptuno, Thamus (die is nieuw, aldus Syngenta voor december, M-ras), Profitus, Pontus, Staedia, Clodius, Belindus, Hemera en Splendus. “Om het teeltrisico te spreiden en omdat we een afnemer hebben die op de A-sortering zit. Rassen als Neptunus en Gigantus produceren niet de fijnste spruiten, maar op elk perceel zetten we altijd een een fijn en grof ras. Die plukken we tegelijkertijd.”

Einde oogstseizoen

Om onverwachte uitglijders zo veel mogelijk te voorkomen, komen de planten van 2 plantenkwekers. Op basis van de planning start de oogst in de eerste of tweede week van september en die loopt dan tot eind februari. “Daar koersten we dit jaar ook op aan, maar we zagen in januari al aankomen dat we eerder aan het einde van het oogstseizoen zouden zijn. Daarom hebben we wat gas teruggenomen. Vervolgens diende zich de vorst aan, toen hebben we het restant in een keer geoogst.”

Op tijd ploegen

De ploeg volgde direct achter de plukker, ook vanwege de vorstvoorspellingen. “Op tijd ploegen is wel noodzaak. Als het kan, beginnen we er in de herfst mee, in ieder geval zo vroeg mogelijk. We zitten op kleigrond met 40 tot 60% afslibbare delen, dan moet je daar echt niet mee wachten.”
Auteur: Joost Stallen