Mensen van westerse en niet-westerse allochtone afkomst voldoen vaker aan de richtlijnen voor groente en fruit dan autochtonen.
Zo eet 36 procent van de westerse allochtonen elke dag 2 ons groente tegen ruim 30 procent van de niet-westerse allochtonen en ruim een kwart van de autochtonen.
Ook wat betreft de fruitnorm wordt er in Nederland ondermaats gegeten, al haalt 30 procent van de westerse allochtonen wel de norm van twee vruchten per dag. Niet-westerse allochtonen volgen met 26 procent en autochtonen met 25 procent.
Dat blijkt uit een onderzoek naar de Nederlandse eetgewoonten dat het CBS samen met het RIVM heeft gedaan. Uit de cijfers blijkt dat vooral jongeren van twaalf tot twintig het slechtst scoren met consumptie van groente en fruit. Ook blijkt dat hogeropgeleiden meer groente eten dan lageropgeleiden.
Mannen en vrouwen eten net zo vaak voldoende groente (circa 27 procent), maar vrouwen eten wel vaker voldoende fruit.