‘Alles komt rustig op gang’

De trospruim-, minicherry- en cocktailtomaten bij Bryte-locatie Greenside in Tinte zijn de afgelopen weken in productie gekomen.

Dagen met somber weer werkten daar echter niet echt aan mee. Locatiemanager Rob Pennings: “We zijn mondjesmaat begonnen.” Omdat alles vrij rustig op gang komt, is de beschikbaarheid van personeel geen probleem. “Soms is het zelfs té rustig, en moeten we kortere dagen draaien dan we gewend zijn.”

Het gewas staat vrij sterk en generatief. “Dat valt nog niet tegen. Maar we hebben heel rustig aan moeten doen om dat te behouden.”

Door dat bijbelichten in het voorjaar kwam de productie iets sneller op gang en waren vruchtgewichten iets hoger

Lampen aan op goedkope uren

De teelt is in principe onbelicht. Maar aanwezige Son-T lampen zijn nog wel aangegaan op momenten dat elektriciteit goedkoop was. “Door dat bijbelichten in het voorjaar kwam de productie iets sneller op gang en waren vruchtgewichten iets hoger. Op bepaalde dagen kon je makkelijker doorgaan.”

Toename vocht

Zo langzamerhand begint er wat minder geschermd te worden. “Want nu de nachten zachter worden, in een kas vol met gewas, wordt vocht meer een ding. Gelukkig zijn er, verspreid over de week, wat dagen gekomen met meer licht. Dat geeft extra mogelijkheden. Je kunt dan, met de kracht van de zon, het vochtdeficiet wat hoger maken.”

Voldoende voeding blijven geven

Op dagen met goed weer krijgen de planten al redelijke hoeveelheden water. “Maar met regenachtig weer ben je soms met een paar beurtjes al weer klaar. We spelen weersafhankelijk met de eindtijden. En op instraling gaat hij sowieso al wat sneller zijn beurtjes pakken bij meer licht.”

Er wordt een EC van 3,6 meegedruppeld. “Zeker met donkere dagen, waarop je weinig beurten geeft, houden we die EC hoger. Om voldoende voeding te blijven geven. Maar met zonnig weer gaat die EC ook weer rap naar beneden.” Het gewas neemt veel voeding op, voornamelijk kali voor de vruchtontwikkeling.

Planten staan op kracht

Nu het gewas het wat moeilijker heeft gekregen, omdat het tegen de oogst aan meer belast is komen te staan, is iets naar beneden gegaan met de temperatuurinstellingen. Op de dag zit de temperatuur op 23 tot 24 graden Celsius. Afhankelijk van de hoeveelheid licht zit de nacht tussen 16 en 18 graden. “De nanacht gebruiken we om het gewas kracht te laten verwerken. Hoe sterk dat nodig is, is dus heel weersafhankelijk.”

Mocht er een omslag gaan komen naar zomerse weersomstandigheden, dan staat het gewas daar klaar voor. “De planten staan op kracht, om met goede dagen gelijk door te kunnen gaan. We hoeven dan niet te wachten om ze eerst op kracht te laten komen.”

De CO₂-concentratie schommelt tussen 800 en 1.000 ppm. Als de wkk-motoren draaien, gebeurt dat doseren met eigen productie. “Maar in het weekend, met slechte elektriciteitsprijzen, gebruiken we veel vloeibare CO₂.”

Veel Macrolophus-nimfen

Met plagen is het nog heel rustig. Macrolophus als natuurlijke vijand is zich kennelijk goed aan het voortplanten. “We zien in ieder geval veel nimfen lopen.” In week 14 is ook begonnen om wat Encarsia’s uit te zetten tegen wittevlieg. Dat doen we altijd zodra we de eerste wittevliegen zien.”

Gewas staat in balans

Gewaswerk blijft beperkt tot de standaard werkzaamheden rond snoeien, indraaien en laten zakken. Tijdens het indraaien wordt bovenin standaard een blaadje weggehaald, maar extra blad weghalen is niet nodig. “We hebben het gewas zo in balans weten te krijgen, dat het vrij open staat. De plant is generatief door zijn vruchtbelasting.” Als straks alles nog generatiever gaat worden bij meer zonuren, denkt Pennings erover om ook met het standaard weghalen van een blaadje te gaan stoppen.

Auteur: Peter Visser