Albert Heijn stelt het plafond voor middelenresten (residu) op groenten en fruit naar beneden bij. Dat gebeurt in nauwere samenwerking met telers en ketenpartijen. Zo wordt de supermarktketen mogelijk de inkooppartij met de scherpste specificaties, niet uit concurrentieoogpunt overigens.
Albert Heijn liet recent in een brief aan zijn groente- en fruittelers weten dat het een volgende stap wil zetten in het omgaan met gewasbeschermingsmiddelen. De supermarktketen stelt ambities voor 2030: resten van maximaal drie verschillende werkzame stoffen op eindproduct. Bovendien zakt dat residu onder een niveau van 25% van de wettelijk toegestane limiet (MRL). Ter vergelijking: Op dit moment stelt AH de grens voor residu op 50% van de wettelijke norm.
Ambitie minder residu in 2030 bereiken
Er is wel een lange aanloop. Telers hebben tot 2030 om de ambitie te bereiken. Albert Heijn beseft dat het veel vraagt van bedrijven, blijkt uit de brief. De keten wil daarom – nog meer dan voorheen – helpen de wijzigingen in de bedrijfsvoering door te voeren en geeft daarvoor dus tijd. Toen we Albert Heijn vroegen naar die grote stap, stelde de marktleider voor om dit bij spruitenteler Kasper Kleijwegt te bespreken.
In Mijnsheerenland (Zuid-Holland) schoof directeur Duurzaamheid & Kwaliteit Anita Scholte op Reimer aan en Sophie Alders. Zij is AH-programmamanager versketens en in de dagelijkse praktijk staat ze in contact met alle telers. Alders kreeg na de brief wel telefoontjes van telers, maar geen lastige gesprekken.
Datzelfde beeld bevestigt ook teler Kleijwegt. Hij sprak er wel wat telers over. Kleijwegt zit in de klankbordgroep vollegrond voor Albert Heijn en vertegenwoordigt dus deze groep AH-telers. Deze groep heeft de ambitie van Albert Heijn uiteraard ook eerder besproken. “De brief kwam niet als een verrassing. Er is natuurlijk wel het gevoel dat het die kant op zou ontwikkelen. Albert Heijn zat lang op 50%. Nu wordt dat aangescherpt.”
Wij concurreren niet op gewasbeschermingsmiddelen
Duurzaamheidsdirecteur Scholte op Reimer wil wel een aantal zaken duidelijk maken. Nee, de stap is niet uit concurrentieoogpunt genomen, omdat bijvoorbeeld Lidl op 33% (van de MRL-norm) zit. “Wij concurreren niet op gewasbeschermingsmiddelen.” De norm geldt ook voor buitenlandse telers en AH-winkels in België.
Ook verzekert Scholte op Reimer dat Albert Heijn telers niet laat vallen als ze – ondanks een stevig inzet – niet helemaal aan de eisen voldoen. “Of het vier of drie verschillende stoffen zijn. Het is een ambitie, die kant willen we op bewegen. We zien momentum om deze stap nu te zetten. Als Kasper zegt dat hij meer hulp nodig heeft bij innovatie, of onderzoek op het proefveld, dan kunnen we het erover hebben. Dan krijgen we ook inzichten en kunnen we samen vooruit.” AH participeert via serviceprovider Bakker Barendrecht al in het spruitenplatform.
Lees verder onder de foto
Helft van product voldoet al aan strengere norm
Albert Heijn lijkt zijn telers te overtuigen met alleen een ambitie en niet een eis. Natuurlijk, bij veel teelten is deze residunorm geen probleem. Alders schat nu dat meer dan de helft van de producten al onder deze grens zit. Bij een gevoelige teelt als spruiten wordt die residunorm ook vaak wel gehaald, zegt Kleijwegt.
De teelt kent wel bedreigingen. Hij kaartte de laatste jaren met name Europees beleid aan waarin middelen en nutriënten worden uitgefaseerd. Telers krijgen daardoor minder instrumenten om een goed product te telen. Hoe kijkt hij dan aan tegen deze stap van AH die alleen zijn fijne spruiten afneemt? “In de AH-klankbordgroep was dit geen lastige discussie, want het is een ambitie, geen eis. Als het een eis was, had ik hier niet gezeten. Dat je iets ambieert, betekent niet dat het altijd lukt in de praktijk. Er zijn veel redenen waarom deze ambitie niet altijd uitvoerbaar is, zolang je dat kan blijven aangeven, is het goed.”
Als het een eis was, had ik hier niet gezeten
Kleijwegt wil in dit gesprek ook heel graag laten zien waar hij mee worstelt, bijvoorbeeld dat het moeilijk is om te sturen. “In mijn laatste residutest bleef ik ruim onder de 25% MRL en is slechts een werkzame stof gevonden. Dat is ongrijpbaar, omdat ik niets anders doe dan andere jaren. Ik heb het gevoel nodig dat ik altijd kan overleggen om uit te leggen. Als Albert Heijn zegt dat ze vier stoffen hebben gevonden en dat ik mijn spruiten niet kan leveren, dan is het twintigste jaar ook gelijk het laatste jaar dat ik lever.” Scholte op Reimer is het eens met Kleijwegt. “Het is exemplarisch dat we niet opleggen, maar overleggen. We hebben vertrouwen dat dit gesprek altijd gaande blijft.”
Teelt worstelt met overheidsmaatregelen
Dat vertrouwen heeft Kleijwegt ook wel in zijn afnemer. Dat kan hij niet zeggen voor de politiek die hij ontving op zijn bedrijf, of de hoogste ambtenaar. Ze hangen aan zijn lippen over de moeizame strijd tegen witte vlieg of nutriëntenbeleid, maar er verandert weinig. Een voorbeeld: volgend jaar mag Kleijwegt een kwart minder stikstof toevoegen. Dat is het gevolg van beleid van het ministerie waarbij regio’s volledig onterecht als met nutriënten verontreinigde gebieden worden aangemerkt. Het is één uitvloeisel van het stikstofbeleid dat onder het nieuwe kabinet niet werd gewijzigd. Op de zware klei gaat hij dus groei inleveren, wat binnen vollegrondsgroenten kwaliteitsverlies betekent.
Een even grote frustratie is het pakket middelen. Kleijwegt vertelde het al zo vaak: “De grootste duurzaamheidsproblemen ontstaan in Brussel met het uitfaseren van chemische middelen, terwijl groene middelen soms alles slopen wat ze tegenkomen. Sommige van de chemische middelen scoren positief op zaken als bodem en grondwater, maar toelatingshouders krijgen het er gewoon niet door in Brussel.”
Is het niet ook aan Albert Heijn om te lobbyen voor het behoud van middelen? Directeur kwaliteit en duurzaamheid Scholte op Reimer: “Wij zijn relatief klein in Europa, dan moet je eerder denken aan koepels als EuroCommerce of koepels voor verwerkende bedrijven.“
Verdrietig van luisaantasting
Volgens Kleijwegt moet vooral de consument aan de bel trekken vanwege de beschikbaarheid en prijs voor veel producten. Hij pakt een bak met grove spruiten met forse aantasting door luis, verscholen onder het buitenste blad. “Dit heb ik nu al, ik word hier erg verdrietig van. Het is nog een beperkt percentage, vanwege de inspanningen die ik doe. Het belangrijkste is dat die inspanningen niet beperkt worden door AH.” Zo blijft in het AH-teeltschema Beter voor Natuur en Boer het middel Movento (luis en trips) toegestaan, zolang het op de markt is.
Scholte op Reimer (AH) kijkt naar de aangetaste spruiten en erkent dat dit onverkoopbaar is. “De consument zal meer moeten wennen aan hoe de natuur een product maakt, maar dit is ook niet als buitenbeentje te verkopen.”
Kan Kleijwegt nu voldoende garanderen dat die luizen niet in de winkel belanden? “Ja, het is herkenbaar aan de donkere randen van het blad en er is nog kwaliteitscontrole bij Bakker Barendrecht, maar het blijft mensenwerk. Over twee jaar staan we gevoelig dicht bij de grens dat het niet meer hanteerbaar is, vrees ik. En ik sta op de verpakking met een stukje over biodiversiteit. Als ze mij dan gaan bellen, wordt het lastig.“
Daar springt de kwaliteitsdirecteur van Albert Heijn op in. “Het is aan onze klantenservice om de klachten in ontvangst te nemen en aan ons om dat dan met de teler op te lossen.”
De consument zal meer moeten wennen aan hoe de natuur een product maakt
Dit najaar spreekt AH de contractvoorwaarden door met telers. Dat staat los van de najaarsgesprekken met teeltgroepen. Die zullen vooral over de nieuwe middelennormen gaan. Toch zal die extra inzet mogelijk tot een verhoging van de kosten leiden en dus van de vergoeding.
Scholte op Reimer: “Als er door omstandigheden meer kosten zijn, hebben we het daarover. Ons model is erop gericht dat iedereen een goede boterham kan verdienen.” Dat beaamt ook Kleijwegt: “Wij hebben nooit iets te klagen over financiën bij Albert Heijn. Dat geldt voor zowel het product als de vergoeding voor Beter voor Natuur en Boer.”