Doorgaan naar artikel

‘Al weken van 1,5 kilo en er hangt nog steeds veel aan’

Het gewas is door de hoge belasting en de afname van de hoeveelheid licht nu wel dunner geworden”, zei Piet van Onselen vorige week. Hij teelt het aubergineras Bartok op onderstam Kaiser in een vier-rijensysteem.

“De zetting is uitmuntend geweest. Door het mooie voorjaarsweer zijn veel bijbloemen ook gezet. Nu wordt het weer normaal en vallen er weer wat bijbloempjes af. ” Net als in week 14 verwachte hij vorige week opnieuw ruim 1,5 kilo per vierkante meter te oogsten. “We hebben nog nooit zo vroeg zo veel geknipt, het lijkt wel eind april. We zijn nu wat fijner gaan knippen om de plant te ontlasten, maar er hangt nog steeds veel aan. Behalve de bijvruchten komen nu ook de eerste vruchten van de zijtakken eraf. De kwaliteit van de vruchten is ‘super’. We telen dit ras voor de fijnere sortering want de aubergines worden met onze manier van telen gauw te grof. Nu hebben we een mooie maat voor dozen met veertien stuks.”

‘Potten’ per dag bekijken

Vanwege de gewasstand heeft Van Onselen de klimaatinstellingen aangepast. Hij stookt nu vrij vlak met een voornacht van 17 graden. “De bloemen hoeven echt niet sterker te worden, want vrijwel alles zet.” De nanacht staat op 18,2 graden en het gewas komt bij 17,5 tot 18 graden uit de nacht. Overdag staat er een minimumbuis in van 42 graden die op licht 10 graden wordt afgebouwd. CO2 gaat er volop in. Op zonnige dagen blijft de concentratie in de middag goed hoog. Dan wordt vanaf 12 uur de ventilatie langzaam beperkt zodat de temperatuur in de namiddag kan oplopen tot 27-28 graden en er weinig CO2 door de ramen verdwijnt. “Ik stel dat potten per dag in op basis van de gewasstand en de hoeveelheid licht.” Op donkere dagen wordt er overdag bij 20 graden gelucht. Het schermdoek was tot vorige week al heel wat nachten open gebleven: als het bewolkt is bij buitentemperaturen boven 7 graden en bij heldere nachten boven 10 graden.

Regelmatig toppen

Op mooie dagen wordt er al relatief veel gegoten met veel drain, maar op donkere dagen stopt Van Onselen al net na de middag met water geven. “Op zulke dagen merk je dat het nog vroeg in het jaar is. Wij hebben een flink substraatvolume liggen dus om aan de 10 procent intering te komen moet je vroeg stoppen.” Half maart heeft hij voor de eerste keer de langste stengels (60%) getopt. “Bartok is een flinke lengtegroeier. Ik wil daarom iedere maand 40 tot 50 procent van de stengels toppen. Dat scheelt aan het eind van de teelt wel een halve meter in gewaslengte.”

Spint is vroeg dit jaar

Het bijzonder mooie weer vraagt ook om een aangepaste gewasbescherming. “De spint is erg vroeg dit jaar. Hij ontwikkelt zich snel en zit vooral bovenin het gewas. De Phytoseiulus-roofmijten houden juist niet van de lagere RV en de hoge instraling bovenin. Bovendien moet de populatie zich nog opbouwen. En bij Feltiella duurt het nog langer voor je ze terug gaat zien in het gewas.” Hij heeft daarom extra Phytoseiulus ingezet. Tegen bladluis heeft hij een keer moeten corrigeren door Plenum te druppelen. “Ik zag ook wat rode luis, dus dan is roken met pirimor niet afdoende. Bovendien heeft Swirskii geen last van zo’n druppelbehandeling.”

Geen blind date

Schimmels hebben door het mooie weer geen kans. En overmatige wortelgroei is geen probleem. “Ik moet de eerste gekke wortels nog tegenkomen. Het is heel lang geleden dat we dat konden zeggen. Het probleem lijkt nu echt onder controle.” Consequent ontsmetten tijdens de teeltwisseling en bij iedere watergift  lijkt de oplossing. “Geen enkele druppelbeurt mag een blind date hebben. We hebben tot nu toe steeds hypochloriet meegegeven, maar deze week zijn we overgestapt op waterstofperoxide.”

Bekijk meer

Share this

Afbeelding
Piet van Onselen

aubergineteler

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin