De werkgevers in de tuinbouw hebben een ‘eindvoorstel’ neergelegd voor een akkoord met de vakbonden over de Wet Werk en Zekerheid. De bonden zijn er kritisch over.
Met een akkoord tussen werkgevers en werknemers kan de tuinbouw gezamenlijk naar minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stappen. Die heeft beloofd om een gezamenlijk verzoek voor het aanpassen van knellende regels in die wet serieus te bekijken.
Voor de tuinbouw knelt met name de nieuwe regels voor opeenvolgende tijdelijke arbeidscontracten. In plaats van drie contracten in drie jaar mag een werkgever nu nog maar drie tijdelijke contracten in twee jaar aanbieden. Daarna geldt een wachttijd van zes maanden alvorens dezelfde werknemer weer aan de slag kan op hetzelfde bedrijf.
“We hebben de afgelopen weken diverse voorstellen uitgewisseld”, zegt Leo van der Zon, cao-onderhandelaar namens de werkgevers. “Over dit centrale knelpunt liggen de standpunten redelijk dicht bij elkaar. Maar de bonden hebben nog een aantal zaken ingebracht die wat ons betreft eerder op de cao-tafel thuis horen.”
‘WWZ ontduiken’
FNV’er Henk Onstwedder is over het voorstel van de werkgevers nog niet bijzonder te spreken. “We gaan het eerst intern bespreken en dan eventueel samen met CNV.” In de ogen van Onstwedder willen de tuinders met het aanpassen van de ketenbepaling in feite “de bedoeling van de WWZ ontduiken”.
Er staat in de optiek van FNV voor werknemers te weinig tegenover het voordeel dat werkgevers hebben van het eventueel aanpassen van de WWZ-regels. “Al die mensen die ze jaar na jaar in dienst hadden met een tijdelijk contract, laat ze die een vast contract geven. Bijvoorbeeld met gebruik van het jaarurenmodel.”