Doorgaan naar artikel

Agrifac-spuit wordt multifunctionele werktuigdrager

Abemec Machines in Sevenum (L.) gaat multifunctionele werktuigdragers bouwen op basis van gebruikte Agrifac-spuiten met verstelbare spoorbreedte en hoge bodemvrijheid. Een proefrit.

Abemec Machines in Sevenum (L.) bouwde samen met constructiebedrijf HVL in Liessel (N.-Br.) een bijzondere verplegingstrekker, ofwel werktuigdrager. De zogenoemde Abetrac is niet bedoeld om te ploegen of andere zware grondbewerking te doen. Het is een verplegingstrekker: schoffelen, kunstmest strooien, tulpen koppen of folie oprollen; noem het maar.

Gebruikte Agrifac-zelfrijdende spuit

De Abetrac is gebouwd op het pendelende onderstel van een gebruikte Agrifac-zelfrijdende spuit. Het bijzondere hieraan is enerzijds z’n spoorbreedteverstelling (2,25 tot 1,50 meter) en anderzijds de bodemvrijheid (1,05 meter). Daarmee kan de multifunctionele werktuigdrager op de meeste percelen en gewassen terecht. Abemec merkt interesse in de thuisregio Sevenum, een ‘aspergegemeente’, waar allerlei verschillende groentes worden verbouwd.

Tekst gaat door onder de foto

De hefinrichtingen tillen beide 3 ton, zijn voorzien van positieregeling en dansonderdrukking. Beide hebben een grote hefweg om werktuigen van de grond op te pakken en hoog op te tillen. - Foto: Bob Karsten

De hefinrichtingen tillen beide 3 ton, zijn voorzien van positieregeling en dansonderdrukking. Beide hebben een grote hefweg om werktuigen van de grond op te pakken en hoog op te tillen. – Foto: Bob Karsten

Deze eerste Abetrac is praktisch klaar en draait bij Loonbedrijf Hermans in Maasbree (L.). De planning voor een tweede versie is gestart. Die tweede Abetrac zal een spoorbreedte hebben van 2,25 tot 3,20 meter, en daarmee richten de bouwers zich op de polders waar wordt gewerkt met vaste rijpaden en waar veel biologische telers actief zijn. De Abetrac is zo een alternatief voor het verhogen of verbreden van een standaardtrekker.

Tekst gaat door onder het kader

Alternatieven

De Abetrac-werktuigdrager is o.a. een alternatief voor het verhogen of verbreden van een standaardtrekker. Verhogen is altijd beperkt; zo’n trekker krijgt hooguit 75 tot 80 cm bodemvrijheid. Reken voor zo’n verbouwing op zo’n € 35.000, en houd rekening met een matige stuuruitslag. Verbreden van een trekker tot 3,20 meter kost zo’n € 20.000 tot € 25.000. Qua concept is de Abetrac een concurrent van de elektrisch aangedreven EOX-175-werktuigdrager van het Nederlandse H2Trac, die ook verstelbare spoorbreedte en vierwielbesturing heeft.

Zescilinder Deutz-motor met 205 pk

Motor en cabine zijn gebleven, maar verplaatst. Het motorblok ligt nu achter de cabine, met erbovenop ruimte om iets op te bouwen (op vier K50-koppelingen). Denk aan een vloeistoftank, of laadbak. Het gaat om een zescilinder Deutz-motor die 205 pk levert. Omdat de machine het originele chassisnummer van de spuit behoudt, hoeft de Abetrac niet aan de laatste emissie-eisen te voldoen. Er is dus nog gewoon een rauw motorgeluid. Die komt trouwens nog wel behoorlijk de cabine binnen en er wordt nog naar gekeken om dit extra te isoleren.

Achter op de motor zijn drie originele hydrauliekpompen gebleven. Er is er één voor de wielaandrijving en één voor besturing en spoorbreedteverstelling. De derde, middelste pomp die normaal de waterpomp aandrijft, wordt nu gebruikt voor extern gebruik. Die loadsensingpomp levert 100 l/min maar desgewenst plaatst Abemec een grotere.

Tekst gaat door onder de foto

In de 20 jaar oude Claas-cabine hangt nu een Fendt-armleuning. De bouwers hebben de elektronica zó ingeregeld dat een Fendt-bediening wordt nagebootst. - Foto: Bob Karsten

In de 20 jaar oude Claas-cabine hangt nu een Fendt-armleuning. De bouwers hebben de elektronica zó ingeregeld dat een Fendt-bediening wordt nagebootst. – Foto: Bob Karsten

Negen ventielen

De eerste Abetrac is voorzien van maar liefst zeven proportionele ventielen (waarvan drie voorop) met tijd- en debietregeling, en er is een Loadsening-aansluiting. Er is ruimte om dat aantal nog uit te breiden tot negen. Weet dat er ook één (of twee) ventielen nodig zijn om de aftakas(sen) hydraulisch aan te drijven. Die aftakas, met een vermogen tot 16 kW, is vooral bedoeld om een rijenfrees of kunstmeststrooier aan te drijven.

De hefinrichtingen tillen beide 3 ton en zijn voorzien van positieregeling en dansonderdrukking. De vanghaken kunnen in een sleufgat pendelen, en zo de bodemcontouren volgen.

Tekst gaat door onder het kader

Technische gegevens

Motor: Deutz-zescilinder motor die 205 pk levert.
Transmissie: Hydrostatisch, traploos van 0 tot 40 km/u. Bediening via een Fendt-armleuning.
Hefinrichting: Beide hefinrichtingen tillen 3.000 kg en zijn voorzien van positieregeling en dansonderdrukking.
Hydrauliek: Standaard is er een 100 l/min-LS-pomp (optie tot 150 l/min). Er is ruimte om tot 9 ventielen op te bouwen (4 voor, 5 achter), allen met tijds- en debietregeling. Een eventuele aftakas (tot 16 kW) benut ook een ventiel(en) daarvan.
Onderstel: 105 cm bodemvrijheid, en een traploze spoorbreedteverstelling van 225 tot 150 cm. Pneumatisch geveerd, pendelend onderstel met vierwielbesturing. Later volgt een uitvoering met 320 tot 225 cm spoorbreedteverstelling.
Gewicht: 8 ton, met een maximaal toegestaan gewicht van 14 ton.
Prijs: € 175.000 tot € 225.000, afhankelijk van de uitvoering.

Werktuigdrager torent boven gewas uit

De Abetrac is hoog: 3,95 meter. De klim naar de cabine via een pneumatisch inklapbare trap met zeven treden is hoog, en steil. Maar het zicht van boven, vooral op de fronthef, is gigantisch.

De fronthef heeft lange heflatten. Daardoor kun je enerzijds een standaard werktuig van de grond oppakken en toch hoog optillen, en anderzijds is het zicht op een werktuig ermee gigantisch. Je zou een schoffelbalk over de gehele breedte in de gaten kunnen houden, omdat de voorwielen geen zicht blokkeren. Door een beetje te verzitten zijn ook de binnenkanten van de voorwielen te zien, maar daarvoor hangt ook een camera ónder de machine die dit beeld uitstekend laat zien met een monitor op de voorruit.

Tekst gaat door onder de foto

Deze eerste Abetrac kan z'n spoorbreedte traploos verstellen van 2,25 tot 1,50 meter. De planning voor een tweede versie is gestart. Die zal een spoorbreedte hebben van 2,25 tot 3,20 meter, en daarmee richten de bouwers zich op de polders waar wordt gewerkt met vaste rijpaden en biologische telers. - Foto: Bob Karsten

Deze eerste Abetrac kan z’n spoorbreedte traploos verstellen van 2,25 tot 1,50 meter. De planning voor een tweede versie is gestart. Die zal een spoorbreedte hebben van 2,25 tot 3,20 meter, en daarmee richten de bouwers zich op de polders waar wordt gewerkt met vaste rijpaden en biologische telers. – Foto: Bob Karsten

Universele elektronische componenten

In de 20 jaar oude Claas-cabine vinden we een Fendt-armleuning. Abemec heeft alle Agrifac-elektronica en -bedieningselementen verwijderd. De bouwers kozen voor universele elektronische componenten, enerzijds om onafhankelijk te zijn en anderzijds om straks alle Abetracs exact hetzelfde te kunnen bouwen. Er hangt nu een Topcon-scherm in die de machinegegevens toont en waarin je instellingen doet voor de hydrauliekventielen, de spoorbreedteverstelling, verlichting en herinrichtingen.

De bouwers, die ook Fendt verkopen, kozen voor een nieuwe armleuning omdat Agrifac hiervan verschillende uitvoeringen heeft; afhankelijk van het bouwjaar van de Agrifac-spuit bedien je de rijsnelheid namelijk met een schuifhendel of met een potmeter. De bouwers willen herkenbaarheid, eenheid en meteen een moderne machine neerzetten, die ‘af’ is.

Fendt-bediening wordt nagebootst

Monteur Martijn Kuenen heeft daarom de elektronica zó ingeregeld dat een Fendt-bediening wordt nagebootst. Dat is fraai gelukt: met de rijhendel kun je versnellen en vertragen, en door ’m naar links te tikken verander je van rijrichting. De TMS-functie, waarbij de motor automatisch wordt geregeld, is ook werkzaam. Er is een rijpedaal van een Fendt-trekker ingebouwd omdat die beter te doseren zou zijn voor het aankoppelen van machines, dan het standaard rijpedaal.

Tekst gaat door onder de foto

Het zicht op de fronthef is gigantisch, vanwege de lange heflatten en het ruime zicht. Er hangt een camera onder de machine die de binnenkant van de wielen duidelijk toont; daartoe hangt een monitor op de voorruit. - Foto: Bob Karsten

Het zicht op de fronthef is gigantisch, vanwege de lange heflatten en het ruime zicht. Er hangt een camera onder de machine die de binnenkant van de wielen duidelijk toont; daartoe hangt een monitor op de voorruit. – Foto: Bob Karsten

Twee groepen

Er zijn twee groepen (I en II), die dienen nu als veld- en weggroep. In veldgroep is de snelheid beperkt wat de doseerbaarheid ten goede komt, en in de weggroep rijd je 40 km/u en zijn hydraulische functies vergrendeld. De knoppen voor vierwielaandrijving, dienen nu voor vierwielbesturing.

Detail: in de 4WD-auto-stand wordt de vierwielbesturing pas geactiveerd na het heffen van een werktuig. Alleen aan wat speling op de stuurkolom en gillende orbitrol bij te veel sturen merk je van binnen dat de basis in feite 20 jaar oud is, en het tweede leven ingaat als gloednieuwe werktuigdrager.

Eindoordeel

+ Verstelbare spoorbreedte (75 cm)
+ Hoge bodemvrijheid (105 cm)
+ Uitstekend zicht op fronthef
+ Traploos (0 tot 40 km/u)
+ Moderne bediening (van Fendt)
– Hoge instap (6 treden en plateau)
– Gehorige cabine (wordt nog aangepast)
– Beperkt aftakasvermogen (tot 16 kW)

Bekijk meer

Share this

Afbeelding
Bob Karsten

redacteur TREKKER

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin