Het is weer te lang droog in de Hoorn van Afrika en hongersnood dreigt in Somalië, Ethiopië en Kenia. Het vee is al dood, de kinderen volgen. Een natuurramp?
Twee maanden geleden was ik in Ethiopië voor een serie artikelen over de Nederlandse tuinbouw, die daar de productie groente en bloemen op poten zet. Ik zag er mooie bedrijven, die voor lokale boeren mooie voorbeelden vormen hoe efficiënter en productiever om te gaan met water. Maar ook zag ik de andere kant van het verhaal van die buitenlandse agrarische investeringen.
In droge gebieden waar tot op heden alleen mobiele herdersvolkeren het uithielden, stampen investeerders uit allerlei buitenlanden geholpen door de Ethiopische regering enorme suikerriet- en katoenplantages uit de grond. Ik heb er gezien hoe dat de oude routes van rondtrekkende veehouders, de pastoralisten, verstoort. Goede weidegronden, die eeuwenlang als vluchthaven dienden bij langere droogtes, zijn niet meer bereikbaar of ingepikt. Ik zag er ook hoe die gebieden door de nieuwe activiteiten opeens tienduizenden nieuwe bewoners krijgen, aangetrokken door het geld en de werkgelegenheid. Ik zag er een stuwmeer goed voor irrigatie, maar slecht voor de ecologie, waarvan die veehouders afhankelijk zijn.
Politiek handelen
Ethiopië heeft op een bevolking van 75 miljoen mensen zo’n 10 miljoen pastoralisten. Die trekken met hun kuddes vooral door de armste gebieden. In een provincie als Afar in het noordoosten van Ethiopië is driekwart van de 1,4 miljoen inwoners nomadisch veehouder. Juist deze mensen die tot voor kort het beste op droogteperiodes als deze waren voorbereid, zijn nu de slachtoffers. Het zal in de media wel weer een natuurramp gaan heten. Klimaatverandering zal naar voren worden geschoven als diepere oorzaak. Ook door lokale politici, die daarmee de aandacht afleiden van de vraag of niet ook hun politiek handelen oorzaak is van de honger.
Het ontwikkelen van de economieën in Oost-Afrikaanse landen is niet op voorhand verwerpelijk. De Nederlandse tuinbouw kan er een goede rol spelen. Ze heeft de beste teeltkennis ter wereld te bieden, werkgelegenheid en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. Maar als die nieuwe activiteiten het einde betekenen van de traditionele systemen van veeteelt en gemengd bedrijf, die overleven in de droogste gebieden hier al vele duizenden jaren hebben mogelijk gemaakt, dan weten we dat we tot in lengte van jaren geldverslindende noodhulpcampagnes zullen moeten blijven financieren. Geld dat beter zou worden gestoken in de verbetering van de sociaal-economische emancipatie van die al zo lang droogtebestendige veehouders, in plaats van in hun letterlijke en figuurlijke marginalisering.