Er komen steeds meer adviessystemen voor beregening op de markt. Naast complete bodemvochtstations zijn er ook individuele bodemsensoren beschikbaar.
Vertrouwt u op uw eigen gevoel, de weersvoorspelling en een neerslagradar-app om te beslissen of u gaat beregenen of niet? Of heeft u daarvoor een beslissingsondersteunend adviessysteem op één of meerdere percelen staan? Of misschien combineert u beide wel? Het is immers nogal wat om die beslissing die in sommige gewassen een groot verschil in opbrengst kan betekenen, over te laten aan een systeem.
Aantal aanbieders neemt toe
Mocht u op zoek zijn naar een adviessysteem, dan wordt de keuze daarin steeds groter. Steeds meer fabrikanten realiseren zich namelijk dat er met het meten en analyseren van perceelsspecifieke weergegevens en data geld te verdienen is. Dat heeft niet alleen gevolgen op wereldschaal waar bedrijven als BASF, Bayer, John Deere, Monsanto en Trimble zich op storten, ook in Nederland neemt het aantal aanbieders toe.
Naast bekendere namen als Dacom en RMA kwam Agrometius zo’n twee jaar geleden met de GeoBas-bodemvochtsensor en het weerstation, gebaseerd op techniek van het Oostenrijkse Pessl Instruments. John Deere levert sinds maart dit jaar zijn Field Connect ook in Nederland, zeer recent introduceerde AppsforAgri de SoilMate bodemvochtsensor en na de zomer introduceert de startup WolkyTolky een adviessysteem voor onder meer beregening. En met een maand of drie verwacht Akkerweb de ZLTO-applicatie Beregeningssignaal geïntegreerd te hebben als app.
Data leren vertrouwen
Hoewel vakmanschap nooit volledig te (ver)vangen of objectiveren is in geautomatiseerde systemen, ontstaat wel behoefte aan ondersteuning van dat vakmanschap. Bedrijven worden groter en als akkerbouwer heb je dan niet altijd voldoende tijd om zelf elk perceel te bekijken. Zeker als er sprake is van (huur)percelen op grotere afstand. Bovendien hebben we vaker te maken met extreme weersomstandigheden, recente voorbeelden daarvan zijn er voldoende. Een adviessysteem kan dan een objectieve, helpende hand bieden.
Toch blijven de klassieke vochtmeter en het ambachtelijke samenknijpen van de grond volgens Jacob Struik van TTW voorlopig onmisbaar. “Aan de ene kant moet je de data van een adviessysteem leren vertrouwen, ook als die soms indruisen tegen je eigen gevoel”, zegt Struik. “Maar aan de andere kant moet je er ook niet klakkeloos vanuit gaan dat ieder advies goed is. Zo kan het best zijn dat je als akkerbouwer in de grond knijpt en het dan nodig vindt om te starten met beregenen. Als zo’n systeem dan volstrekt het tegenovergestelde aangeeft, mag je best gaan twijfelen.”
Struik is dan ook van mening dat geen van de adviessystemen zodanig goed zijn, dat je er blind op kunt vertrouwen.
Bodemvochtsensoren of niet?
Naast cijfers over neerslagtekort van het landelijke KNMI en die van de regionale weerstations, neemt het aantal mogelijkheden om op perceelsniveau de vochttoestand te bepalen toe. Meestal worden daarbij (bodemvocht)sensoren gebruikt, behalve bij het online programma Beregeningssignaal van ZLTO. Online ingetekende percelen worden onder meer via buienradar gemonitord en het systeem waarschuwt via e-mail als beregening wenselijk is. En het geeft een aanbevolen watergift. De daadwerkelijke giften en grondwaterstanden moet u zelf invoeren.
Ook het Nederlandse bedrijf eLEAF, dat met name actief is in Afrika en het Midden-Oosten, gebruikt geen sensoren. Het bedrijf gebruikt satelliet- en hydrologische gegevens voor zijn irrigatieplanner. De overige aanbieders die Boerderij sprak, maken gebruik van een of meerdere sensoren. Er zijn bodemvochtsensoren die op één (beperkte) diepte meten, maar de meeste meten op verschillende niveaus van 10 tot 150 centimeter diep.
Veldcapaciteit en verwelkingspunt
Om een goed beeld te krijgen van de situatie binnen een perceel is het belangrijk om de bodemvochtsensor(en) op de juiste plaats in een perceel te plaatsen. Dat kan op basis van ervaring, op die ene droge plek, op basis van de geleidbaarheid van de bodem, een hoogtekaart en met behulp van de zogenoemde pF-curve. Deze curve wordt bepaald met behulp van de bodemtextuur en organische stof. Het is de ‘zuigspanning’ van de bodem en geeft aan hoeveel water een bodem vast kan houden. Eurofins Agro levert de pF-curve sinds 2014 als onderdeel van het verslag van grondanalyses. Met behulp van de pF-curve en een vochtmeter kun je (laten) berekenen hoeveel millimeter beregenen zinvol is. De meeste adviessystemen gebruiken de pF-curve voor hun berekeningen.
De pF-curve kent een zogenoemde veldcapaciteit, ook wel streefwaarde genoemd, van 2 en een verwelkingspunt van 4,2. Een pF-waarde lager dan 2 betekent dat er kans is dat het water zich verplaatst beneden de bewortelbare zone, of dat het uitspoelt. Beregenen heeft dan geen zin meer. Het verwelkingspunt is de onderste drempelwaarde die aangeeft dat er kans op verdroging is. Tussen de waardes 2 en 4,2 bevindt zich de bandbreedte waarbinnen beregenen zinvol is. De vorm van de curve verschilt per grondsoort.
Stroomvoorziening en dataverkeer
Zodra er met sensoren wordt gewerkt, is er een stroomvoorziening en dataverkeer nodig. Nagenoeg alle stations werken met een klein zonnepaneel voor de stroomvoorziening van het station, de sensor(en) en de eventuele regenmeter. Voor de datacommunicatie wordt dan een simkaartje met mobiel internet gebruikt.
John Deere geeft aan ook via satellieten te kunnen communiceren. AppsforAgri heeft er naar eigen zeggen voor gekozen om de SoilMate-bodemsensor eenvoudig en onderhoudsvrij te houden en via het LoRa-netwerk van KPN te communiceren (zie kader onderaan dit artikel). De sensor heeft hiertoe een batterij die minimaal tien jaar mee moet gaan. Net als bij mobiel internet, is er bij LoRa sprake van dataverkeer en daar moet maandelijks een bedrag voor worden betaald. Wolky Tolky gaat zowel datacommunicatie via mobiel internet als via LoRa aanbieden.
Dashboard met parameters en aandachtspunten
De data van de bodemvochtstations komt via beveiligde communicatie terecht in een online omgeving. Via een dashboard met de belangrijkste parameters en aandachtspunten zie je als gebruiker wat er speelt op de percelen met een bodemvochtstation of -sensor. In alle gevallen is dat dashboard ook toegankelijk via een app op de smartphone, of via de internetbrowser op de smartphone.
Omdat op het juiste moment beregenen cruciaal is, is elk adviessysteem zo in te stellen dat er een melding komt als beregenen wenselijk is, zodra de bodemvochtsensoren, de pF-waarde en (eventuele) andere informatie zoals een neerslagradar daartoe aanleiding geven. Beregeningssignaal van ZLTO doet dat per e-mail en de overige systemen sturen een sms, of geven een melding in de app. En hoewel het nog wel even zal duren voordat de beregening vervolgens aangestuurd wordt door een taakkaart met plaatsspecifiek variërende watergiften, zijn daarvan de eerste systemen ook al op de markt.
Eerste toepassingen LoRa en IoT
Sinds bijna een jaar is het landelijke LoRa-netwerk van KPN actief. LoRa staat voor ‘Long Range Low Power’ en de grote voordelen ervan zijn dat er geen simkaart nodig is, het stroomverbuik ultralaag is en het een bereik heeft tot 15 kilometer. Een LoRa-accu kan tot vijftien jaar lang data verzenden en ontvangen op twee penlite-batterijen.
De truc hierachter is dat er alleen incidenteel dataverkeer is en dat de internetsnelheid beperkt is. Denk aan een leegmelding van een water- of brandstoftank, of meetgegevens van een bodemvochtsensor. Via LoRa zijn alle objecten en ook dieren met internet te verbinden voor het Internet of Things (IoT).
Vast bedrag plus jaarkosten
De meeste bodemvochtstations vragen een investering van rond de € 2.000 per station, met bijkomende jaarlijkse kosten voor dataverkeer en service.
- Agrometius rekent € 795 tot € 2.100 per GeoBas-bodemvochtstation en daar komt € 100 per jaar bij.
- Dacom biedt de Sensetion aan voor € 1.095 en de uitgebreidere TerraSen Pro kost € 2.300. De Sensetion kan zonder aanvullende diensten toe en bij de TerraSen komt er € 250 per station per jaar bij voor irrigatiemanagement en dataverwerking.
- John Deere rekent € 1.130 voor het Field Connect-systeem en € 670 (50 centimeter lang) tot € 1.040 (150 centimeter lang) per bodemvochtsensor.
- Bij RMA kost een bodemvochtstation gemiddeld zo’n € 2.000 plus € 250 aan jaarlijkse kosten.
- ZLTO vraagt voor zijn Beregeningssignaal € 199 per jaar (niet-leden € 249 per jaar). Wil je meer dan 10 hectare aanmelden, dan komt daar € 3 tot € 5,50 per hectare bij, afhankelijk van het aantal hectares.
- WolkyTolky heeft nog geen prijs bepaald.
- AppsforAgri vraagt € 149 per SoilMate bodemsensor en € 90 per jaar.