Als het aan het Adviescollege Stikstofproblematiek ligt kan veel regelgeving voor de land- en tuinbouw worden vervangen en vereenvoudigd. Er moeten een afrekenbare stoffenbalans komen, die in de loop der tijd bestaande rechtensystemen kan vervangen.
“De regellast naar de Nederlandse agrarische sector toe is heel dik. Wij stellen een drastische vereenvoudiging voor”, zei Johan Remkes, voorzitter van het adviescollege, maandag na de presentatie van het advies ‘Niet alles kan overal’.
De kern is de afrekenbare stoffenbalans
Belangrijke kern van de nieuwe regelgeving moet de afrekenbare stoffenbalans zijn, die voor alle land- en tuinbouwbedrijven gaat gelden. Als die stoffenbalans werkt, kan die in de plaats komen van alle rechtensystemen (dierrechten, fosfaatrechten, varkensrechten, pluimveerechten). Bovendien kan de balans ook in de plaats komen van een deel van de middelvoorschriften. Met die afrekenbare stoffenbalans moet de mineralenstroom van en naar landbouwbedrijven in evenwicht worden gebracht. Doel is onder andere het kunstmestgebruik te verminderen.
Inzet van innovatieve technieken
Remkes zegt dat er innovatieve technieken moeten worden ingezet om de aanvoer van mineralen (voer, dierlijke mest, kunstmest) en de afvoer (melk, vlees, graan, mais en andere gewassen en circulaire grondstoffen) te meten. Op het verschil in aanvoer en afvoer moet worden gestuurd, onder andere door financiële prikkels en sancties.
In de afrekenbare stoffenbalans wordt niet alleen naar stikstof gekeken, maar ook naar andere stoffen als nitraat, nitriet, fosfaat, fijn stof, geur, methaan en lachgas.