Wat doen zogeheten zonne-akkers met landbouw, biodiversiteit en landschap? Na verzet tegen windmolens krijgen ook zonnepanelen op agrarisch land tegenwind.
Naar verwachting komen op 3-4% van het Nederlandse landbouwareaal de komende tientallen jaren zonneparken. Boeren en tuinders met grond op gunstige locaties worden bestookt met aanbiedingen. Pachtprijzen tot € 5.000 per jaar komen voor. Maar er is ook weerstand en er zijn veel vragen. Wat doen die zonneparken met de biodiversiteit, het landschap en de landbouwproductie?
Er is nog veel onderzoek nodig, maar er zijn ook verrassende mogelijkheden, ziet Lenneke Slooff. Zij is onderzoeker bij ECN/TNO en betrokken bij het Nationaal Consortium Zon in Landschap en Landbouw. In dat verband doet ze samen met andere partijen onderzoek naar de landschappelijke inpasbaarheid van zonneparken.
Waarom moeten die panelen eigenlijk op landbouwgrond, er is toch nog heel veel ruimte op daken, wegen en industrieterreinen, en waarom zou je niet een stukje Sahara volzetten?
“De verwachting is dat we het op lange termijn niet redden met daken en industrieterrein. De stroombehoefte stijgt nog sterk. Grotere zonneparken zijn dan nodig. Verder wil Nederland niet te afhankelijk zijn van import. Dus wij denken ook dat die parken echt nodig zijn, maar niet ten koste van alles. Er is onderzoek nodig naar de landschappelijke inpassing. Past het esthetisch, wat zijn gevolgen voor biodiversiteit, en zijn er combinatiemogelijkheden met landbouw? We gaan grootschalige projecten opstarten om dat te onderzoeken.”
Is combineren van zonnepanelen en agrarische teelten op hetzelfde perceel realistisch?
“Er zijn mogelijkheden voor dankzij nieuwe technologieën. Denk aan rechtopstaande panelen. Dan komt er meer licht op de grond voor een gewas. In Nederland willen we dit gaan testen door een combinatie met stroken van 11 meter landbouwgrond tussen rijen zonnepanelen. We doen dat samen met onder meer Wageningen UR op een proefveld van 3 rijen van 75 meter lang. Op die stroken komen verschillende gewassen. Over 2 jaar verwachten we resultaten.”
Is kiezen tussen of gewasteelt of zonnepanelen op 1 perceel niet efficiënter?
“Zo kun je het bekijken, maar regelgeving maakt dat niet altijd mogelijk. Er zijn internationale afspraken dat zonne-energie niet ten koste mag gaan van voedselproductie. Ook is er een publiek debat over dat nieuwe energie niet ten koste mag gaan van landbouwareaal. Bovendien zijn er aanwijzingen dat de combinatie van energieopwekking en gewasteelt meer oplevert per hectare dan bij keus voor een van beide.”
Wat doen die panelen met de biodiversiteit en met de kwaliteit van de bodem?
“Dat is onderdeel van ons onderzoek. We weten nog niet wat 25 jaar zonnepanelen op een plek doet met de bodem. Met Rijkswaterstaat zijn we nu een meetprotocol aan het ontwikkelen; wat moet je meten voor plaatsing, om te kunnen vergelijken na afloop? We willen met projectontwikkelaars zoveel mogelijk nulmetingen doen en dan langjarig bijhouden. Zodat we weten waar we staan. Daarin willen we ook de park-oriëntaties in meenemen. Is er verschil tussen een park dat op het zuiden gericht is en een dat oost-west staat? Die laatste hebben meestal een meer gesloten constructie waardoor minder licht overblijft voor een eventueel gewas of voor biodiversiteit.”
Hoe krijg je de zonneparken maatschappelijk geaccepteerd? Er is al weerstand, en met windmolens loopt het hier en daar echt uit de hand.
“Ons idee is dat windturbines een stuk ingrijpender zijn in het landschap. Zonneparken kun je vrij makkelijk aan het zicht onttrekken. Een rietkraag eromheen, of een dijkje. We zijn ook bezig met gekleurde panelen. Je kunt de buitenste rand van een park een camouflagekleur geven, waardoor het minder opvalt. Acceptatie is een hot item, maar er zijn praktische mogelijkheden om die acceptatie te bevorderen. De omgeving erbij betrekken helpt ook. En delen in de opbrengst. Sommige projectontwikkelaars zijn daar ook mee bezig.”
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/