De uitspraak door de bestuursrechter in Alkmaar inzake het beroep dat broccoliteler Pé Weel in augustus instelde tegen het Faunafonds, is met zes weken uitgesteld. Weel werd vorig jaar juli geconfronteerd met een schade van 50.000 euro door ganzenvraat. De vogels waren afkomstig van het nabijgelegen IJsselmeer.
De rechtzaak diende omdat Weel het niet eens is met de afwijzing van zijn schadeclaim door het Faunafonds. De teler ging echter door in de verdediging van zijn claim waar andere telers allang gedesillusioneerd zouden hebben afgehaakt. Volgens het Fonds had Weel over een afschotontheffing moeten beschikken, naast een afschotvergunning. Een afschotvergunning wordt verstrekt voor beheersdoeleinden, een afschotontheffing ter voorkoming van vervolgschade, aldus het Faunafonds. Van vervolgschade was echter geen sprake, want het gewas was na het ganzenbezoek totaal verloren.
Al tijdens de zitting in Alkmaar ontstond de indruk dat het Faunafonds, bij monde van een afgevaardigde van het minsterie van EL&I, verward raakte in haar eigen regels en voorschriften. De rechter signaleerde dat ook, en lijkt duidelijk te maken dat dit voor de rechter geen ‘appeltje-eitje’-kwestie is. Het maakt duidelijk met wat voor absurde regelgeving telers te maken hebben als het om wildschadeclaims gaat.
Voor Weel wordt het dus nog zes weken afwachten. Voor de sector zou het een opsteker zijn als deze zaak in het voordeel van Weel wordt beslist. Dat zou een mooie aanleiding zijn om de onduidelijke criteria voor schadebeoordeling waarmee het Faunafonds op pad wordt gestuurd (nogmaals) ter discussie te stellen.