In 2020 zal zo’n 40 procent van alle voeding in Nederland in gesloten ketens worden geproduceerd, bijna drie keer zoveel als nu. De toename komt voort uit de duidelijke keuze die boeren en tuinders de komende jaren maken tussen volumehandel en onderscheidend vermogen.
Dat schrijft ABN Amro in het rapport Vers 2020. In het rapport laten ABN Amro-specialisten gericht op alle schakels in de keten hun licht schijnen op de vraag hoe consumenten straks vlees, eieren en groente en fruit inkopen en hoe partijen hierop kunnen inspelen. Consumenten eisen volgens de rapporteurs toenemend betrouwbaar, gezond en culinair hoogwaardig eten met een duidelijke identiteit. Ze zijn vaak bereid hiervoor te betalen.
Boeren, verwerkers en supermarkten kunnen hierop inspelen met gesloten ketens. Een voorbeeld is het concept Kip van Morgen, waarbij pluimveehouders een trager groeiend ras gebruiken en deelnemende bedrijven zich vastleggen op bovenwettelijke afspraken over veevoer en milieu. Dergelijke concepten zullen volgens sectormanager Wilbert Hilkens toenemend gevolg zijn van afspraken tussen retail en producent.
Uit het onderzoek blijkt dat de retail minder sturend is dan vaak gedacht, aldus Hilkens. Ze staat net als boeren onder druk. Aan de onderkant van de markt wordt de detailhandel bedreigd door sterk prijsgerichte discounters, terwijl in de grote steden speciale ketens gericht op de biologische sector of gezonde voeding specifieke doelgroepen aanspreken. De retail zoekt net als producent marge en dus onderscheidend vermogen.
Voor de handel en verwerking is het volgens het rapport ‘business as usual’. Als het goedkoper moet, lukt dat vaak wel door meer te produceren of concessies te doen aan de kwaliteit. Is dichtbij onvoldoende markt voor een product, dan vindt de sterk exportgerichte handel en verwerking wel andere afzetplaatsen. Het bewijs wordt geleverd door Europese statistieken, waaruit blijkt dat ondanks de Russische boycot de Europese export van voeding groeit.
Het betekent dat retail en producenten samen handel en verwerking moeten overtuigen. Producenten onderschatten hun positie, zegt Hilkens. Consumenten vinden wat op het boerenerf gebeurt steeds belangrijker. Handel en verwerkers kunnen juist door hun tussenpositie waarde toevoegen dus profiteren van de trend. “Om een gesloten keten te laten werken, moet deze voor iedereen profijt opleveren. De belangen van diverse schakels zijn binnen een gesloten keten minder tegengesteld.”