Jeetje! Het is 17 februari en 24 graden. En nee, ik zit niet op een subtropisch eiland. En ik was ook niet op bezoek in een bejaardenhuis, waar ze expres de kachel hoog zetten zodat je een beetje duf blijft.
Nee, ik zit gewoon in mijn ongestookte kas, lekker wieden tussen de snijbiet. Zon op je bol, gedachte bij de eerste spinazie-oogst, en blik op oneindig. Wat een verschil met 2024. In mijn beleving hadden we toen alleen maar regen. Ook buiten is de grond gewoon droog. Probleemloos kan ik spitten, frezen en volgende week de zomerrogge zaaien.
Onvoorspelbaar
Onvoorspelbaar die natuur. Gelukkig maar, zou dodelijk saai zijn, toch, als we alles tot in den treure konden sturen, regelen, en beheersen. Al doen we wel alsof dat al kan, gezien het feit dat als het product of de productiewijze niet conform de eisen is, je keihard wordt afgerekend.
Vorige week zaterdag, bij de winterconferentie van de Demeter, de vereniging voor biologisch dynamische teelt, ging het over de Aarde als levend wezen. De complexiteit van het leven, hartslag van een muis, 500 keer per minuut, mens 70, bultrug 20, en zelfs de Aarde geeft elke 26 seconde een puls. ‘s Nachts is de luchtdruk iets lager (of was het nou hoger?) en aan de andere zijde waar het dan dag is, is de druk iets hoger (of lager, ik zal volgende keer nog iets beter opletten). Enfin, de Aarde heeft een hartslag én haalt ook nog adem.
Bevoorrecht
En wij wonen erop, of erin. Want de Aarde is de grond waarop we lopen, maar ook de atmosfeer waar wij ín leven. Een atmosfeer, die bij elkaar wordt gehouden door een magnetisch veld, opgewekt de aardkern. En die aardkern beweegt en verandert ook nog eens van vorm. Met als gevolg veranderingen in de magnetische kracht van dat veld.
Wij als mens hebben daar afgerond nul procent invloed op. Geweldig, ik voel me bevoorrecht dat ik zonder verwarming, in een al 3 keer afgeschreven kas, zonder strijd of besef van tijd, kan wieden.