Doorgaan naar artikel

Aardbeien op hijsbare goten kansrijk

Belgische onderzoekers beproeven sinds zes jaar een systeem met de teelt van aardbeien op hijsbare goten. Hierdoor kan de rijafstand worden verkleind en het aantal planten per vierkante meter worden opgeschroefd. De resultaten zijn veelbelovend: een rijafstand van 0,8 meter blijkt het meest optimaal en kan een beduidend hoger teeltrendement opleveren.

Peter Melis is senior onderzoeker bij Proefcentrum Hoogstraten. Foto: Joost Stallen
Peter Melis is senior onderzoeker bij Proefcentrum Hoogstraten. Foto: Joost Stallen

Aanleiding voor de proef met doordragers op hijsbare goten, die sinds 2018 loopt bij het Belgische Proefcentrum Hoogstraten, was het feit dat het voor aardbeientelers in Vlaanderen steeds lastiger wordt om nieuwe kassen te bouwen. “Het verkrijgen van de benodigde vergunningen is niet eenvoudig”, zegt Peter Melis, Senior onderzoeker aardbei bij Proefcentrum Hoogstraten. “Om die reden besloten we als onderzoekscentrum te gaan kijken naar andere mogelijkheden voor bedrijfsuitbreiding, in de vorm van een hogere productie per vierkante meter. Een systeem met hijsbare goten, waardoor je de beschikbare ruimte beter benut en de plantdichtheid verhoogt, kan hieraan bijdragen.”

Doordragers zijn in opkomst, aangezien bij deze rassen sprake is van een betere oogst- en daarmee arbeidsspreiding

Dat in de proef werd gekozen voor doordragende aardbeienrassen is niet toevallig. “Doordragers zijn in opkomst, aangezien bij deze rassen sprake is van een betere oogst- en daarmee arbeidsspreiding”, zegt Melis. “En de laatste jaren werden ook diverse nieuwe doordragende rassen geïntroduceerd, zoals Karima en Lady Emma. Deze doen wat betreft kwaliteit niet onder voor de gangbare junidragers. Omdat bij doordragers over een langere periode kan worden geoogst, zijn op jaarbasis ook minder plantingen nodig. En dus minder substraat en plantgoed. Daar staat tegenover dat de plant meer gewasonderhoud nodig heeft.”

Meer planten per vierkante meter

Peter Melis: "In ruststand hangen de goten standaard op een hoogte van 2,10 meter. Om te kunnen oogsten, halen we de goten naar beneden tot een niveau van 1,40 meter." Foto: Proefcentrum Hoogstraten
Peter Melis: "In ruststand hangen de goten standaard op een hoogte van 2,10 meter. Om te kunnen oogsten, halen we de goten naar beneden tot een niveau van 1,40 meter." Foto: Proefcentrum Hoogstraten

De proef vindt plaats met een systeem met hijsbare goten, dat werkt met contragewichten. “In feite zijn de goten elkaars contragewicht: ze heffen elkaar omhoog”, licht de onderzoeker toe, die de proef begin dit jaar ook toelichtte tijdens de Aardbeiendag. “Hierdoor zijn geen grote krachten nodig om de goten naar boven of beneden te trekken. In ruststand hangen de goten standaard op een hoogte van 2,10 meter. Om te kunnen oogsten, halen we de goten naar beneden tot een niveau van 1,40 meter. De goten die dienen als contragewicht gaan dan automatisch naar een hoogte van 2,80 meter.”

Doordat de goten op hoogte hangen, kan de afstand tussen de rijen worden verkleind en kunnen meer planten per vierkante meter worden geteeld. De proefkas in Hoogstraten is standaard uitgerust met acht goten per kap, op 1,2 meter afstand van elkaar (5 planten per vierkante meter). In de proef werd het aantal goten per kap opgeschroefd naar tien goten (6,3 planten per vierkante meter) en twaalf goten per kap (7,5 planten per vierkante meter). Hierdoor komt de afstand tussen de goten uit op respectievelijk 0,96 en 0,8 meter. “Met de stap van 1,2 naar 0,8 meter afstand kun je het aantal planten in een kap dus met 50% verhogen.”

0,8 meter ideale rijafstand

De onderzoekers beproefden sinds 2018 acht à negen doordragende rassen in het hijsbare gotensysteem, waaronder Murano, Favori, Malling Champion, Cantus en Bravura. In 2023 werd de proef uitgevoerd met het ras Karima. De conclusies liegen er niet om: er is volgens Melis veel winst te boeken met een systeem met hijsbare goten. “Over alle jaren zien we dat de teeltprestatie en het -rendement het hoogste zijn bij een grootafstand van 0,8 meter.

De proef met Karima in 2023 was uitermate succesvol: er stond hierbij 50% meer planten in de kas, en de productie lag 28% hoger, met vergelijkbare kwaliteit. Daar stond natuurlijk tegenover dat we meer substraat, meststoffen, arbeid, gewasbescherming et cetera nodig hadden. Desondanks kwam het teeltrendement – dus inclusief alle kosten die werden gemaakt – onder de streep 17% hoger uit dan bij de vaste gootopstelling en een gootafstand van 1,2 meter. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat Karima in 2023 een topjaar kende.”

Rassenkeuze als aandachtspunt

Het teeltrendement bij een gootafstand van 0,8 meter lag echter niet alleen in de proef die vorig jaar werd uitgevoerd met Karima beduidend hoger. Ook in de eerdere jaren werd, zoals gezegd, een hoger teeltrendement behaald bij een gootafstand van 0,8 meter. Dit ondanks het feit dat volgens de onderzoeker niet altijd sprake was van optimale ‘doordragerjaren’. “Gemiddeld kwam het rendement toen 13 à 14% hoger uit, bij een gootafstand van 0,8 meter ten opzichte van het standaard systeem.”

De rassenkeuze is volgens hem wel cruciaal in dit systeem. Het is zaak om voor een hoogproductieve doordrager te kiezen, waarvan je minimaal 10 kilo per vierkante meter kunt oogsten, geeft hij aan. “Denk dan bijvoorbeeld aan een ras als Karima of Lady Emma.”

Laat de goten zoveel mogelijk op de hoogte van 2,10 meter hangen. Haal je ze toch naar beneden, combineer dan werkzaamheden

Maar het systeem kent nog meer aandachtspunten. Zo is het volgens Melis zaak om de goten zo min mogelijk te ‘hijsen’. Dit duurt namelijk zo’n acht à negen minuten en zorgt voor schaduwvorming en daarmee productieverlies. “Laat de goten daarom zoveel mogelijk op de hoogte van 2,10 meter hangen. Haal je ze toch naar beneden, combineer dan werkzaamheden. Zodat je niet onnodig hoeft te gaan ‘hijsen’ en licht verliest.”

De onderzoeker geeft ook aan dat 0,8 meter de kleinst haalbare gootafstand is. “Hangen de goten nog dichter bij elkaar, dan bestaat de kans dat de bloemtakken in elkaar gaan haken.”

Voor dit jaar staat opnieuw een proef met Karima op de rol; deze startte eind maart. De opzet is hetzelfde als afgelopen jaar. “We willen vooral nog meer data verzamelen over de meerwaarde van hijsbare goten. Ieder seizoen is immers anders; qua plantmateriaal, weersomstandigheden, et cetera. Hoe meer data we hebben over de winstgevendheid, hoe interessanter het voor telers wordt.”

Productie en teeltrendement verbeteren

Melis verwacht dat het hijsbare gotensysteem de komende jaren ook langzaam maar zeker voet aan de grond zal gaan krijgen in de dagelijkse aardbeienpraktijk onder glas. Deze winter investeerde al één Nederlandse teler in dit systeem, geeft hij aan. “En naarmate de teelt van doordragers toeneemt, zal dit systeem ook meer worden toegepast. Zeker omdat de vergunningverlening voor de nieuwbouw van kassen, zowel in Nederland als in België, niet heel vlot verloopt. Dan is dit toch een manier om je productie en teeltrendement te verbeteren.

Een systeem met hijsbare goten vergt wel een flinke investering; je moet denken aan zo’n € 15 per vierkante meter. Maar met de betere teeltrendementen moet dit bedrag binnen een jaar of vijf terug te verdienen zijn. Kortom: dit systeem is kansrijk, alhoewel er zoals gezegd ook de nodige aandachtspunten zijn.”

Share this

Ank van Lier
Ank Van Lier

Freelance redacteur

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin