Gaat de beoogde aanscherping van de gebruiksnormen voor stikstof op zandgrond werkelijk door, dan hebben de telers die daarmee geconfronteerd worden, er een onoplosbaar probleem bij.
Staatssecretaris Sharon Dijksma maakte vorige week bekend dat wat haar betreft in 2015 de stikstofnorm voor uitspoelingsgevoelige gewassen met 20 procent wordt verlaagd op de zuidelijke zand- en lössgrond. Eventuele oplossingen zijn allemaal voor de lange termijn, aldus Janjo de Haan, projectleider en onderzoeker bodem, water en bemesting bij Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (PPO). Hij noemt enkele opties, als de teelt op waterbakken en extensiever telen om het nitraatgehalte terug te brengen. “Ook dat is niet van vandaag op morgen geregeld. Bovendien kost extensiever telen geld. Maar met deze gebruiksnormen wordt het min of meer wel afgedwongen.”
De derde optie is aandacht voor bodemvruchtbaarheid, waardoor minder stikstof nodig is. “De belemmerende wetgeving bemoeilijkt dat, terwijl de gebruiksnorm al wel op korte termijn sterk wordt beperkt. Investeren in bodemvruchtbaarheid is wel een manier om op de lange termijn de 50 milligram per liter te halen en te besparen op stikstof.”
Verder acht hij de kans op succes van het voorgestelde aanscherpingsbeleid niet groot. “Collega’s hebben berekend dat met deze korting de grondwatereis van 50 milligram per liter niet wordt gehaald. Het is vooral zo dat de bedrijfsvoering van de betreffende groentetelers onmogelijk wordt gemaakt.”
‘Heel zorgelijk’
De gestelde verscherpte maatregelen ten aanzien van stikstof (en fosfaat) zijn volgens Marc Kroonen, bedrijfsleider op PPO-proefboerderij Vredepeel, kostprijsverhogend en opbrengstverlagend. “20 procent minder stikstof betekent bedrijfsbreed ruim 10 procent minder productie. Je laat kwantiteit en kwaliteit liggen. Aan de ander kant krijg je hogere kosten door de aankoop kunstmest. En we zitten al op een lage gebruiksnorm. Dit is echt heel zorgelijk.”
Teler Gerard Kouwenberg in Beek en Donk vindt dat de plannen van Dijksma geen doorgang moeten vinden. “We kunnen niet ergens anders gaan telen, dat is te duur. Dan prijzen we onszelf uit de markt. Met deze plannen winnen ze een klein beetje op gebied van milieu, maar raken ze iedereen in de portemonnee. Om voor derogatie in aanmerking te kunnen komen is dit noodzakelijk. Dat is goed voor de veeboeren, maar plantentelers wordt de nek omgedraaid.”