De mens was voor het laatst ‘natuurinclusief’ toen hij actief als jager/verzamelaar zijn kostje bij elkaar moest scharrelen. Zelfs toen was er impact op de natuur, die op een gegeven moment uitgeput raakte en dan trok de mens naar een andere plek. Een onzeker nomadenbestaan waarbij de aarde niet meer dan enkele tientallen miljoenen mensen van voeding kon voorzien.
Toen kwam de boer. Hij ploegde de natuur om en ging voedsel verbouwen. Natuurinclusief was hij derhalve per definitie niet, hoewel de natuur wel altijd een grote rol bleef spelen. Ziekten en plagen, maar ook weersperikelen, bodemeigenschappen en gewaseigenschappen. De boer is en blijft afhankelijk van de natuur en maakt er het beste van, met alle hulpmiddelen die hij daarvoor kan inzetten. Met vallen en opstaan verbeterde de mens de opbrengst van een hectare.
Inmiddels zijn we in staat 7 miljard mensen te voeden op een oppervlakte die min of meer al in gebruik was in de middeleeuwen
7 miljard mensen voeden
Grote stappen werden gezet door de introductie van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen, in combinatie met betere rassen door veredeling. Inmiddels zijn we in staat 7 miljard mensen te voeden op een oppervlakte die min of meer al in gebruik was in de middeleeuwen, een tijd waarin de bevolking nog slechts in de honderden miljoenen liep.
Weer natuurinclusief voedsel produceren
Op het eerste gezicht is dat een prestatie van formaat. Toch klinkt inmiddels luid de roep om weer natuurinclusief voedsel te gaan produceren. Intensieve landbouwsystemen zijn vooral een ultieme poging om de natuurlijke bedreigingen zoveel mogelijk buiten de deur te houden en zo de opbrengst per hectare zo maximaal mogelijk te maken.
Je zou de resterende natuur allemaal moeten omploegen om de mens van eten te voorzien en dan nog tekort komen. Daar is noch de natuur, noch de mens bij gebaat
Onbegaanbaar pad
Meer natuurinclusief gaan telen zal hierop een ondermijnende werking hebben en de opbrengst per hectare zal dalen. We weten dat we voorlopig niet minder, maar nog meer mensen op onze planeet krijgen. Meer natuurinclusief telen is daardoor een onbegaanbaar pad, al klinkt het zeker sympathiek. Je zou de resterende natuur allemaal moeten omploegen om de mens van eten te voorzien en dan nog tekort komen. Daar is noch de natuur, noch de mens bij gebaat. Als iemand dus een boom opzet over natuurinclusieve landbouw, zaag die dan bij de grond af.