Het neerslagtekort uit 2018 is nog niet overal weggewerkt. Waterschappen houden de stand van het grondwater dan ook scherp in de gaten.
Op maandag 1 april heeft Waterschap Aa en Maas besloten om (nog) geen onttrekkingsverboden in te voeren, ook al zijn de grondwaterstanden in het werkgebied van het waterschap in Oostelijk Brabant maar net hoog genoeg. Bedrijven met een bedrijfswaterplan mogen vanaf 1 april grasland beregenen met grondwater. Tegelijkertijd blijven de droogtemaatregelen, zoals het zoveel mogelijk vasthouden van water, van kracht. Dat heeft gewerkt blijkt in meerdere waterschappen.
Neerslagtekort 65 millimeter
Gemiddeld over het land is er nog wel een neerslagtekort van 65 millimeter terwijl er normaal op 31 maart juist een overschot is van ruim 200 millimeter volgens weerbureau Weeronline. De bekendmaking van Weeronline was net voor de start van berekening van het nieuwe neerslagtekort vanaf 1 april 2019. Het neerslagtekort is het verschil tussen gevallen neerslag en berekende verdamping en begint elk jaar op nul op 1 april.
Regionale verschillen
Volgens het weerbureau zijn er regionaal grote verschillen. Op de zandgronden in het Zuiden en Oosten is sinds 1 april 2018 zo’n 100-200 millimeter minder neerslag gevallen dan verdampt. In Noord-Holland, Zuid-Holland, Drenthe en op de Veluwe is inmiddels wel sprake van een overschot van 30-80 millimeter. In de rest van het land is sprake van een tekort van 10-60 millimeter.
Grondwaterpeil
Weeronline wijst er op dat de overlast in de praktijk kleiner is. Normaal gesproken wordt overtollige neerslag in de winter massaal geloosd op de Noordzee en IJsselmeer. Dit jaar hebben Rijkswaterstaat en de waterschappen massaal water vastgehouden om het grondwater op peil te brengen.
Na de extreme droogte in 1976 was de situatie in het voorjaar van 1977 vergelijkbaar met nu volgens Weeronline. In de lente en zomer van 1977 viel vervolgens een vrij grote hoeveelheid neerslag zodat er niet voor het tweede jaar op rij problemen ontstonden.