Zo’n 50 hectare vollegrondsgroente is in Limburg definitief verloren gegaan als gevolg van het extreem hoge water van de rivier de Maas.
Die 50 verloren hectare is een voorzichtige schatting van Piet van der Haas, (oud-)adviseur bij toeleverancier Mertens in Horst. Niemand die het op dit moment echt weet. Ook is niet duidelijk welke gewassen getroffen zijn. Waarschijnlijk moet je denken aan koolsoorten, prei en wat bladgewassen. Vooral op de rivierklei, dicht langs de Maas, staat wat meer sluitkool.
Bij de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) durven ze vooralsnog ook geen cijfer te plakken op het areaal groente dat in het werkgebied verloren is gegaan. Er liggen nog steeds stukken land onder water, aldus een woordvoerder, bijvoorbeeld langs rivier De Roer. “Dat gaat tegen het eind van deze week pas zakken.”
Sporen van hoogwater
Hoe anders is het beeld in een plaats als Baarlo in Noord-Limburg, op een steenworp afstand van de Maas. Aan de rivier zelf is op het eerste gezicht niets te zien. Ja, de Maas is breed, maar wel stromend binnen de normale beddingen. Vrachtschepen bewegen van noord naar zuid en omgekeerd, hier en daar sluipt er pleziervaart tussendoor. Alleen aan hogere struiken, snijmais en aan (fruit)bomen is nog te zien hoe hoog het rivierwater heeft gestaan en tot hoe hoog de door de rivier aangevoerde smurrie is achtergebleven. Je moet trouwens wel goed kijken, want regen heeft vaak weer een flink deel van het vuil afgespoeld. Als je niet beter weet, zou je amper geloven dat het hier onlangs flink fout is gegaan.
‘In de zomer, niet eerder gebeurd’
Een week geleden was het hier compleet anders, maakt Wim van den Eertwegh in Baarlo duidelijk. Tegen de gevel van zijn schuur is een plaatje bevestigd, dat duidelijk maakt hoe hoog het Maaswater hier stond tijdens de laatste overstroming. Dat was in 1995. Deze keer bleef het water 20 centimeter onder dat van 1995, maar met veel meer schade. Want de overstroming in 1995 vond plaats in februari en niet op een moment dat veel gewassen volop aan het groeien of oogstrijp zijn. In 1993 trad de Maas ook al buiten zijn oevers en daarvoor in 1926, maar dat was ook hartje winter en niet hartje zomer. “Dit mag je rustig uitzonderlijk noemen”, reageert Van den Eertwegh.
Verliespost van € 450.000
De gevolgen zijn groot, nog afgezien van de waterschade aan bijvoorbeeld het woonhuis. De teler schat dat hij, voor zover hij nu kan inventarieren, voor al zijn gewassen uitkomt op een verliespost van € 450.000. Dat is gerekend voor de vaste kosten en exclusief eventuele winsten.
Rotte aardappelen en kool
Als je niet direct kunt zien waar de getroffen gewassen liggen, kun je ze in ieder geval ruiken. Rottende aardappelen en vooral rotte kool produceren een flinke walm. En dat zal nog wel even zo blijven, want het is geen optie om het land op te gaan. Vanaf de weg gezien lijkt de bovengrond soms al wel droog, maar eronder is het nat. Dat kan bijna niet anders: in een paar uur tijd golfde het water over de weg. Datzelfde water moet wegzakken in de al verzadigde ondergrond en via een paar duikers onder de weg door weer terug de rivier in. Dat kost tijd; wellicht weken. Een stuk verderop heeft Van de Eertwegh kool staan, die net was geplant. Dit perceel is ook redelijk droog gevallen, op een verzopen gedeelte na. De jonge planten zitten soms nog stevig onder de modder, maar hebben het mogelijk overleefd. Of dat werkelijk zo is en of het loont om dit gewas nog te laten staan, is afwachten.
Retentiegebied
Van den Eertwegh is de vierde generatie op het bedrijf tussen het dorp Baarlo en de Maas. Ze hebben met terugkerende wateroverlast in de winter leren leven. Het gebied is na 1995 aangewezen als retentiegebied: het mag overstromen om de rivier meer ruimte te geven. Van den Eertwegh kan zelfs daarmee leven. Maar wat hem dwarzit, is dat hij en zijn collega’s in het 500 hectare grote wateropvanggebied vooralsnog geen cent krijgen als tegemoetkoming voor de schade die hij bedrijfsmatig en privé heeft opgelopen. “Omdat dit gereed is gemaakt om overtollig Maaswater op te vangen, blijft de schade elders beperkt. En voor het afdekken van die schade elders is vaak wel geld beschikbaar, omdat de overheid finacieel bijspringt. Voor ons is dat niet weggelegd. We ondervinden als eersten de nadelige gevolgen van hoog water en mogen de kosten daarvoor zelf dragen.”
Agrariërs beheren dit gebied. Maar als ze twee of drie keer nog zo’n overstroming krijgen, vertrekken ze om ergens anders verder te gaan
Zorgen over de toekomst
Van den Eertwegh maakt zich daarom zorgen over de toekomst. “Agrariërs beheren dit gebied. Maar als ze twee of drie keer nog zo’n overstroming krijgen, vertrekken ze om ergens anders verder te gaan. Dan wordt dit ‘natuur’, met een wildgroei aan vegetatie. Daarmee ondermijn je de retentiefunctie. We hebben dit al meermalen aan Rijkswaterstaat duidelijk gemaakt, maar ze willen het niet horen.”