De muizenplaag in de akkerbouw baart peentelers veel zorgen. De schade loopt vlot op, net als de muizenpopulatie de laatste jaren. “Dit jaar is het echt een drama.”
Als veel koppen van de peen zijn aangevreten, is die hele partij waardeloos. En dat is precies wat muizen doen: zich knagend over een peenperceel bewegen. Het inkomen van de boer is voor de muis als het ware een lopend buffet. Dat loopt al gauw in de papieren bij zo’n kostbaar gewas.
Muizenschade in drie kernpunten:
- Droogte werkt muizenplaag in de hand
- ‘50% peentelers heeft ruim 15% schade’
- Bestrijding moet half februari beginnen
Dit seizoen was de schade soms enorm, met een concentratie van de problematiek in zuidelijk en oostelijk Flevoland. Telers zagen muizen voor de rooier uit van het perceel vluchten. Oorzaken van de plaag: het vroege voorjaar, de droogte en de warme herfst. Vocht is de grootste vijand voor muizen en bij gebrek daaraan blijven de beestjes zich voortplanten.
Lees verder onder de foto.
Bij ons in de regio heeft de helft van de peentelers meer dan 15% schade door vraat (…). Dit jaar is het echt een drama
“Bij ons in de regio heeft de helft van de peentelers meer dan 15% schade door vraat”, schetst Jan Blitterswijk van Blitterswijk Agro in Biddinghuizen. “In suikerbieten en zelfs uien komt muizenschade ook voor, maar in peen is een knaagplek direct tarra.” Waar muizen in grote getale aanwezig waren, kost dit wel 150 kilo per kist. Waar normaal van de klei 550 tot 650 kilo in een kist wordt gerooid, is dat nu 400 tot 500. “Het is een serieuze aanslag op de verdiencapaciteit. Dit jaar is het echt een drama.”
Blitterswijk heeft het grootste gedeelte van zijn peen van het land af verkocht, voor prijzen variërend van € 45 tot € 80 per kist. Zo was hij er snel vanaf. “Ik heb maar 20% van de oogst binnen gereden. Ondanks veelvuldig beregenen is het resultaat niet geweldig. Groeistoringen leidden tot vertakkingen en muizenvraat deed de rest. Door vroeg te verkopen, ben ik er voor mijn gevoel redelijk tussendoor gefietst. Bewaren is duur.”
Lees verder onder de foto.
Minder muizenschade in biologische teelt
De akkerbouwer oogstte 110 tot 120 kisten peen per hectare, 10 tot 15% minder dan normaal. Daar komt nog het gat tussen bruto- en netto-oogst bij. “De koelkosten zijn hoog; zo’n € 45 per kist. Dat is 10 cent per kilo. Plus 10 cent teeltkosten dit jaar. Dan moet je dus zeker 20 cent krijgen om iets te verdienen. De handel is terughoudend met peen kopen, omdat nattigheid tot problemen leidt.”
In biologische peen komt muizenschade ook voor, maar minder. Blitterswijk: “Omdat deze vaker worden aangeaard om onkruid te beperken.”
Niet alleen in peen zijn de muizen een plaag. In andere akkerbouwgewassen, zoals suikerbieten en granen, komt vraatschade eveneens voor. En melkveehouders in onder andere Friesland strijden ook al jaren tegen de overvloed aan muizen. In het oosten van het land, waar het zeer droog was, zitten boeren ook met de handen in het haar vanwege muizenoverlast.
Lees verder onder de foto.
Goede voorbereiding nodig voor muizenbestrijding
Muizenbestrijding op landbouwgrond vraagt om een goede voorbereiding. Zodra het een plaag is geworden, ben je te laat. Zoals bij veel plaagdieren geldt namelijk ook hier: populatieopbouw moet je vroegtijdig in de kiem smoren. “Als boeren mij in de zomer bellen over muizenoverlast op hun perceel, dan zeg ik: hang de witte vlag maar uit. Geef je maar over. Je bent te laat om dit te beheersen.”
Aan het woord is Adriaan van Eerdt van Pats! Plaagdierbestrijding. Vanuit Creil bestrijdt hij met zijn team allerlei ongedierte, hoofdzakelijk in de Noordoostpolder – ‘wij zijn marktleider in dit gebied’ -, maar ook in de rest van Flevoland en in Friesland komt het bedrijf veel. “Als je plaagdieren wilt bestrijden, moet je ze kennen”, zegt de gepassioneerde bestrijder.
Meer natuurlijke bestrijding vergt tijdig goed plannen
Aangezien de chemische bestrijding voor buiten is afgeschaft, moet je met een meer natuurlijke aanpak komen. Dat begint met een planning, rekent Van Eerdt voor. Twee muizen op 1 maart kunnen zich vermenigvuldigen tot 12.000 muizen in september. “Als je tijdig één generatie eruit haalt, scheelt dat dus al 6.000 muizen.”
Waarom in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland meer hinder is dan in de Noordoostpolder? “Omdat daar meer open vlaktes zijn. Daar komen roofvogels minder graag.” Roofvogels zijn dus je vriend in dezen.
De muizenplaag in Friesland is volgens Van Eerdt helemaal niet nodig: “Als de boeren luisteren naar mijn advies, hoeven muizen geen plaag meer te zijn in grasland. Muizen bewateren in juli? Dan ben je hartstikke gek. Veel te laat. Verzuipen is dé manier om ze weg te krijgen, maar dan wel op het goede moment. Dat is 200 kuub per hectare in één keer, vlak na de eerste snede rond 24 mei. Dan sla je de grootste slag, waarschijnlijk genoeg voor het hele seizoen, en bovendien heeft het gras dan ook behoefte aan water.”
Lees verder onder de foto.
Muizen verzuipen geen optie
Muizen verzuipen is in de akkerbouw geen optie, omdat de wortels dan gaan rotten. Het plan van aanpak van Van Eerdt staat in het kader op de vorige pagina‘s. Andere opties zijn een soort gracht om het perceel graven (arbeidsintensief), waarmee in elk geval een looproute wordt afgedwongen. Ook kunnen de opstaande randen van inundatie worden ingezet om muizen te weren. Dit is echter zeer kostbaar.
Lees verder onder de foto.
Natuur grijpt in
Wachten tot de natuur ingrijpt, kan ook. “Meestal wordt een overschot in de kiem gesmoord door een ziekte of iets dergelijks”, weet Van Eerdt. “Uiteindelijk komt de natuur immers weer in balans. Ook wat muizen betreft, zien we een golfbeweging van overlast naar hanteerbare hoeveelheden. Het is een cyclus van ongeveer vijf jaar. Dan zouden we nu in een piek zitten, want in 2014 was het ook heftig.”
Telers kunnen ook proberen om met aanaarden de muizenholletjes te dichten, noemt Blitterswijk. “Zoals de bioboeren het ook doen. Helaas is onze grond wat te zwaar om dat op een goede manier te doen. Een paar keer heb ik het dit jaar tevergeefs geprobeerd. Ik overweeg ervoor een andere machine te zoeken, waarmee het wel kan. Schoon beginnen, is ook een goede remedie: ploegen dus. Pas op met natuurstrookjes en dergelijke. Dat soort geneuzel werkt de muizenoverlast alleen maar in de hand.”
Lees verder onder de foto.
Plan van aanpak van Pats! plaagdierbestrijding
Het plan van aanpak tegen muizenoverlast, volgens Adriaan van Eerdt van
Pats! plaagdierbestrijding in Creil (Fl.). Zijn tips:
- Bind al vanaf half februari de strijd aan met de muis. Zet klemmen neer met als lokmiddel pindakaas of een klein worteltje.
- Maai de slootkanten maandelijks zo kort mogelijk en zorg voor een vlakke insteek naar de kopakker. Want: geen schuilplaats voor muizen.
- Voorkom opstaande ruige randen (schuilplaats).
- Ga voor zo breed en vlak mogelijke kopakkers. Die zijn lastig over te steken voor muizen. Houdt ze bovendien onkruidvrij (geen schuilplek voor muizen creëren).
- Maak vogelpalen voor roofvogels. Een buizerd, bijvoorbeeld, heeft een plekje nodig om te loeren en af te zetten voor de aanval.
- Hang torenvalkkasten op. Deze roofvogel kan vanuit de lucht aanvallen. Die wil je dus in de buurt hebben.
- Oogst ‘buurgewassen’ van het wortelperceel af. Dan kunnen muizen er niet zo makkelijk de peen in vluchten.
- Blijf alert op holletjes en zet er eventueel klemmen in.
- Direct na de oogst van buurgewassen zo diep mogelijk rotorkopeggen ruimt muizen op.
- Laat na de peenoogst kuubskisten niet buiten staan. Dat is een walhalla voor muizen. Ze komen er nooit meer uit; in de koeling blijven ze vreten en zich vermeerderen. Direct veilig stellen dus.
- Plaats in de koelcel rondom doosjes met rodenticiden (bestrijdingsmiddel tegen muizen en ratten), kort voor de oogst al. “Het mag officieel niet, maar doe toch maar. Het mag als ze er zijn en ze zijn er, reken daar maar op.”
Ten slotte:
- Denk nooit: het valt wel mee!
- Heb uw vijanden lief. Je moet ze kennen om ze aan te kunnen pakken.
Lees verder onder de foto.
‘Muis kan makkelijk de wortelrug in, zeker bij scheuren door droogte’
Gatenkaas. Zo omschrijven de gebroeders Kempenaar de slootkanten rondom het akkerbouwbedrijf. Onder het gras zit een groot gangenstelsel van de muizen.
Walter Kempenaar (49), die in Zeewolde (Fl.) in maatschap met zijn broer Ard (53) boert, ziet de hoeveelheid muizen op zijn percelen jaar op jaar toenemen. Na vier seizoenen zijn ze zijn nog redelijk groen in de peenteelt, waar 5 hectare voor is ingeruimd in het bouwplan. Het kostbare gewas peen is echter zeer populair bij de muizen. Ook in andere gewassen, zoals suikerbieten, wordt gevreten. “Kunnen ook ratten zijn, als ik zo naar de grote gaten kijk en het formaat van de tandafdrukken in de bieten”, zegt Kempenaar bij zijn bietenhoop op het erf. Naar aangevreten bieten hoef je niet te zoeken. In de verwerking is dat echter geen probleem, in tegenstelling tot winterpeen. Dat product moet juist puntgaaf zijn voor de afzet.
In de peen, die de gebroeders Kempenaar zelf opslaan in de grote schuur, is het ook niet lang zoeken naar muizenschade. Het frappante is dat sommige wortelen aan de bovenkant zijn aangevreten en andere aan de punt. “Veldmuizen lopen over de ruggen langs het gewas en knagen overal wat aan. Woelmuizen gaan door de rug en vreten van onderaf de hele wortel leeg.”
Kempenaar zag al vroeg schade. “Het loof viel slap over de rug, toen het gewas nog maar klein was. Ik dacht aan een slechte opkomst. Bij nadere inspectie bleek dat worteltje echter al doelwit te zijn geweest van de muis. Hier wordt vooral van onderaf gevreten. De muis kan makkelijk de rug in, zeker als het droog is en er flinke scheuren in de grond zitten.”
Schatting: 15% schade
De daadwerkelijke schade moet na het spoelen blijken. Nu schat hij het op zo’n 15%, gebaseerd op een genomen monster. De opbrengst van de peen was verder ‘gewoontjes’ dit seizoen. De grote hoeveelheid klei in de kisten, rondom de peen, zorgt voor een goed bewaarbaar product.
Bestrijding van muizen moet Kempenaar zoeken in natuurlijke vijanden, zoals zijn kat – ‘die doet goed zijn best om de muizenstand rondom de boerderij te beperken’ – en roofvogels. Voor de vogels heeft de akkerbouwer zeven palen getimmerd, van waaraf buizerds en soortgenoten muizen kunnen spotten. Maar ze zaten afgelopen seizoen ook graag op de rand van de schuur op de uitkijk, getuige de vogelpoep en uilenballen die onder de overstek liggen. Het peenperceel lag er vlak langs.
Natuurlijke vijanden zijn echter lastig te sturen en het effect ervan is niet meetbaar. Chemische bestrijding is buiten echter niet toegestaan. Tot een jaar of vijf geleden was gif onder dakpannen nog een veelgebruikte bestrijdingsmethode, maar dat mag niet meer. “Misschien verandert het beleid nog, nu ze in Amsterdam ook zo’n overlast hebben van muizen en ratten”, zegt Kempenaar met een knipoog. Hier en daar staan langs de schuur klemmen om muizen te vangen, maar daar komt niet veel in.
Conflict met groenbemesters
De overlast conflicteert met de wens om percelen groen te houden in de winter, ter verbetering van de bodemgezondheid. Groenbemesters zijn namelijk een perfecte schuilplek voor muizen. Daarbij stimuleren groenbemesters al het bodemleven, ook ongewenste als ritnaalden en emelten. En nu de neonicotinoïden op bietenzaad niet meer zijn toegestaan, neemt de druk van het schadelijke bodemleven snel toe.
“Daardoor hadden we dit voorjaar aanzienlijk meer plantuitval in de bieten, dus wij zijn niet meer zo enthousiast over groenbemesters als covercrop. En dan is er daarbij ook nog eens de langdurige discussie over de toelating van glyfosaat. Zo kunnen wet- en regelgeving gebaseerd op emopolitiek nog al eens botsend zijn en het ons erg lastig maken om goed te kunnen boeren.” Aanvullend: “Als het EU-speelveld maar gelijkwaardig is.”
Lees verder onder de foto.