Met minder dan een half jaar voor de invoering van nieuwe EU-wetgeving voor plantgezondheid hebben bedrijven behoefte aan een overgangstermijn.
Niet alles is nog geregeld. Niet iedereen weet exact waar hij aan toe is. De bedrijven wachten bijvoorbeeld nog op besluitvorming over een nieuwe lijst voor plantenziektes en plagen, naast de Q-organisme-lijst. Ziektes en plagen worden op die nieuwe ‘regulated non‐quarantine pest’ (RNQP) geplaatst als uitroeien niet realistisch is, maar wel maatregelen nodig zijn. Welke ziektes en plagen definitief op die lijst komen, is nog niet duidelijk. Ook is nog niet duidelijk welke nieuwe gewassen plantenpaspoortplichtig worden. Dat zegt Ilona Kars, Market Access and Compliance Officer bij Bejo zaden in Warmenhuizen. Ze zegt dat in het blad Binnenstebuiten van Naktuinbouw.
Administratieve druk
De nieuwe Europese verordening geeft meer administratieve druk. Dit heeft impact op de interne logistieke processen van het bedrijf. “We zijn volop bezig om tijdig aan alle eisen te voldoen”, aldus Kars. “Eigenlijk hadden we het fytosanitaire systeem in Nederland best goed op orde. De verordening brengt nauwelijks verandering in fytosanitaire garanties, maar de invoering vraagt wel investering in tijd.” Veranderingen zijn vooral inhoudelijk: “Er zijn meer hoog-risico gewassen benoemd, de classificatie van quarantaine-organismen en RNQP’s wordt herzien. Bovendien is er nog de officiële Controleverordening die meer vaste regels geeft voor inspecties op het gebied van plantgezondheid.”
Lichtpuntje
Een lichtpuntje is volgens Kars dat NVWA is aangewezen als Europees referentielaboratorium voor bacteriën en virussen. “Dat is goed voor Nederland, omdat we op het gebied van plantgezondheid daarmee een grotere, leidende positie verwerven. Ik hoop dat we daardoor meer invloed hebben op het maken van Europese standaarden en beleid. De internationale handel in plantaardige producten is immers heel belangrijk voor ons.”