Minister Carola Schouten van Landbouw heeft de vrees weggenomen dat het Tuinbouwakkoord een papieren tijger is.
Dat bleek woensdag 5 juni bij het eerste Algemene Overleg tuinbouw in 5,5 jaar tijd. De tuinbouw is weer apart in de overlegstructuur van de Tweede Kamer opgenomen. Arne Weverling, VVD-Tweede Kamerlid, sprak zijn vreugde uit over de verhoogde status van tuinbouw in de Tweede Kamer. Tegelijk sprak hij zorg uit dat het eerder dit jaar gesloten Tuinbouwakkoord tussen overheden en bedrijfsleven een papieren tijger wordt. Hij vreest dat partijen versnipperd zonder urgentie praten over belangrijke thema’s. Weverling: “Is het bijvoorbeeld genoeg dat jaarlijks de voortgang wordt besproken. Hoe controleren we de voortgang van de agenda en hoe dragen we dat communicatief uit?” Het Tuinbouwakkoord vloeit voort uit een VVD-motie om Schouten meer te betrekken bij belangrijke thema’s.
Via subsidies en Topsectorengelden gaat er behoorlijk veel geld direct of indirect naar de tuinbouw
Niet laten verstoffen
Schouten verzekerde dat het Tuinbouwakkoord een ‘mooi verhaal is met een agenda die niet mag verstoffen’. Schouten: “De kracht van dit akkoord is juist de brede deelname ook van onderop. En het is niet het enige contact dat ik heb in de tuinbouw. Het is onderdeel van een groter geheel. De Greenboard vergadert deze maand. Daar zitten we ook bij. Als er echt iets groots speelt, stappen we natuurlijk ook eerder in.”
Status en geld
Om de status van tuinbouw bij ministeries te vergroten, vroeg Weverling naar een erkenning als mainport, zoals Schiphol en de Rotterdamse haven en om gelabeld geld op de begroting voor tuinbouw. Volgens Schouten hebben de Greenports een gelijke status als mainports, maar is de naam Greenport juist heel duidelijk voor tuinbouw. “De naam mainport kan tot verwatering leiden. Het is dan niet duidelijk wat het is. Dat is bij Greenports wel het geval.” De tuinbouw is dan misschien niet als aparte paragraaf opgenomen in de begroting van LNV, maar volgens Schouten gaat er via subsidies en Topsectorengelden ‘behoorlijk veel geld direct of indirect naar deze sector’.