In de stap naar extra duurzame groente en fruit is de teler te afwachtend, totdat anderen zaken opleggen. Dat betoogt onderzoeker Willy Baltussen, onderzoeker van Wageninngen Economic Research en spreker op het komende Nationaal Groente en Fruit Congres.
In de loop van 2019 zal het keurmerk ‘On the way to PlanetProof’ onderdeel gaan uitmaken van de inkoopvoorwaarden van bijna alle grote Nederlandse supermarkten. PlanetProof vervangt Milieukeur en is dan niet langer een keuze maar een voorwaarde voor veel telers. Het areaal PlanetProof-gecertificeerde groente en fruit is in aanloop naar deze verandering het afgelopen jaar hard gestegen in vergelijking met de hoeveelheid Milieukeur-product.
Sector niet aan het stuur
De teler en verwerker van groente en fruit die duurzamer te werk gaat dan wettelijk vereist, komt in aanmerking voor het PlanetProof-keurmerk. In het verduurzamingsproces naar een kringloopland- en tuinbouw is het natuurlijk ook belangrijk dat stappen worden gezet naar beter bodem- en waterbeheer, luchtkwaliteit, energieverbruik, afvalscheiding en recycling. Geen misverstand hierover.
Lees verder onder de foto
Minder vanzelfsprekend vind ik het dat de groente- en fruitsector niet zelf het voortouw heeft genomen om de eisen aan het keurmerk op te stellen. Stichting Milieukeur (SMK) beheert PlanetProof, en de grootschalige introductie van het keurmerk is geïnitieerd vanuit Greenpeace en de retailers. De groente- en fruitsector zit niet achter het stuur.
Plek primaire producent in keten
Deze positie doet mij denken aan de plek die de primaire producent wel vaker in de keten inneemt. Ook in ons onderzoek komt regelmatig terug dat primaire ketenpartijen minder sturend zijn dan andere ketenschakels. Terwijl PlanetProof bedoeld is om bij te dragen aan duurzaamheid, is de bijdrage van primaire producenten aan de totstandkoming eerder afwachtend dan anticiperend en proactief te noemen.
De positie van de tuinder in de keten vertaalt zich in de positie die in PlanetProof wordt ingenomen: niet vooraan en de leiding nemend
Waarom heeft de sector niet zelf het initiatief genomen om zichzelf (donker)groene eisen te stellen? Waarom wordt het keurmerk wel door belangrijke partijen in de groenten- en fruitwereld bekrachtigd maar niet bedacht? De positie van de tuinder in de keten vertaalt zich in de positie die in PlanetProof wordt ingenomen: niet vooraan en de leiding nemend.
Gebrek aan eendracht maakt geen macht
Natuurlijk komt dit door een gebrek aan eendracht, wat dus geen macht maakt maar wel kans biedt voor verdeel-en-heerspolitiek door afnemers. Hoe krachtig zou het zijn als van de kant van de tuinbouw, vanuit de eigen bedrijfsvoering, een pakket van bovenwettelijke eisen wordt opgesteld? Een pakket ook waar kosten en baten geen reden tot terughoudendheid vormen en dat tegelijkertijd een maatschappelijk signaal afgeeft omdat aan consumentenbehoeften wordt voldaan. Koplopers kunnen ruimte creëren voor initiatieven die uitgroeien tot de plantaardige varianten van het veelgeprezen pluimveebedrijf Kipster.
Meer garantie voor profitproof
PlanetProof plaatst zich zoals de meeste bovenwettelijke producten tussen gangbaar en biologisch. Kipster laat echter zien dat biologische standaarden voorbij te streven zijn zonder formeel tot de biologische sector te horen, en dat daar ook een goede markt voor is. Dat lijkt me een mooi streefbeeld voor de tuinder van de toekomst. Met het heft in eigen hand kan de verduurzaming gestuurd worden, met meer garantie voor profitproof.
Lees ook: Zo staat het ervoor met PlanetProof