Het is natuurlijk maar een lijstje van bij lange na niet het grootste dagblad van Nederland. Maar toch blijft het een blamage dat er in de Duurzame 100 van Trouw dit jaar voor het eerst één boer staat genoteerd en nog steeds geen enkele tuinder.
In de eerste plaats is het een blamage voor Dagblad Trouw en het panel van zogenaamde deskundigen dat ze die lijst laten samenstellen. Want zonder de boeren en tuinders die al sinds mensenheugenis aan het begin en het eind van zo ongeveer elke denkbare vorm van duurzaamheid op deze planeet zijn, zouden alle handelaren, voedselwetenschappers, supermarkttypes en een hele hoop journalisten, publicisten en beleidslui die wél op de lijst staan, helemaal niets kunnen beginnen.
Maar het is ook een blamage voor de tuinders zelf. Op het Westland Event in de Honselersdijkse bloemenveiling Flora Holland zaten ze gisteren op de Dag van de Duurzaamheid bijeen. Ze gaven elkaar de Westland Inspiration Award (ging naar aardwarmteboring Green Well) en eerder die dag had de gemeente Westland de glastuinbouw ook al in het zonnetje gezet door een duurzaamheidsprijs te geven aan het project Stad + Kas dat de tuinbouw op allerlei slimme manieren naar de stad wil brengen.
En keer op keer was er weer die litanie uit de monden van tuinders en aanverwanten: “we doen het wel goed, maar we weten het nog niet goed genoeg uit te dragen”. “Als er mensen bij me op het bedrijf komen, dan vallen hun monden open.” “Wij hebben de wereld veel te bieden.”
Een onverwacht verfrissend geluid kwam er op dat Westland Event uit de vleessector. Oud-Vion-topman Daan van Doorn kwam er vertellen over hoe de veehouders het vorig jaar in het Verbond van Den Bosch eens werden met supermarkten en maatschappelijke organisaties over hoe we het allemaal diervriendelijker gaan doen. Zijn boodschap kort en goed:
neem de consument en de burger serieus en vermijd in contacten die je met ze legt de houding ‘ik leg ze nog één keer uit hoe het werkelijk zit’.
Want met die houding hebben boeren en tuinders maar al te vaak bewezen dat ze geen snars begrijpen van de grote variëteit aan werkelijkheden, waar wij allemaal mee te maken hebben. Hun eigen technische en economische werkelijkheid, gepaard aan hun plattelandswerkelijkheid, kan door toevoeging van hun eigen rechtlijnigheidswerkelijkheid botsen met de werkelijkheden van stedelingen en dorpelingen. Zij hebben hun eigen economische werkelijkheid en denken en voelen vanuit heel andere richtingen en naar nog weer eens heel andere richtingen toe.
Dit is alsof twee (of drie of nog veel meer) partijen aan een sportwedstrijd meedoen, maar elk in hun eigen stadion. Dat is ook de oorzaak van het ontbreken van tuinders op die Duurzame 100. We spelen nog steeds op ons eigen sportveldje. We excelleren in ons eigen stadion. Maar de medailles worden ergens anders vergeven.