Als ambassadeur van On the way to PlanetProof wil GroentenFruit Huis een signaal afgeven aan Nederlandse telers en buitenlandse inkopers: het Nederlandse keurmerk past bij alle inkoopeisen. Een dubbelinterview met Richard Schouten, directeur van GroentenFruit Huis, en Gijs Dröge, directeur Stichting Milieukeur.
Met het keurmerk On the way to PlanetProof zouden internationaal de deuren van inkopers automatisch moeten opengaan. Zonder extra werk voor de telers. Daarvoor gaat GroentenFruit Huis zich de komende drie jaar actief inzetten met Stichting Milieukeur.
Richard Schouten, directeur van GroentenFruit Huis, en Gijs Dröge, directeur Stichting Milieukeur, tekenden een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Dat is geen breuk met de laatste drie jaar, maar er zijn wel accentverschillen. De koepelorganisatie voor telersorganisaties en handelsbedrijven blijft ambassadeur voor het Nederlandse milieucertificaat. Dat is tegelijk ook een boodschap aan de sector; het keurmerk On the way to PlanetProof is blijvend. De erkenning ervan bij buitenlandse kopers is een belangrijker accent geworden.
Waar het kan, gaat GroentenFruit Huis meepraten over andere duurzaamheidsinitiatieven. Er dreigt namelijk een wildgroei aan keurmerken voor duurzaamheid. Ordening is nodig, zo roept GroentenFruit Huis buitenlandse partijen op, bijvoorbeeld door onderlinge erkenning van keurmerken.
Het zou goed zijn als ook de rijen in de land- en tuinbouw weer sluiten achter On the way to PlanetProof. Stichting Milieukeur roept partijen als Nederlandse Fruittelersorganisatie (NFO) en LTO-vakgroep Akkerbouw op weer aan tafel te komen. “Praat mee over die internationale ordening”, zegt directeur Gijs Dröge.
Tekst gaat verder onder de foto‘s
Opschaalbaar onder supermarkten
Ja, er was al een samenwerkingsovereenkomst waarbij GroentenFruit Huis investeerde in On the way to PlanetProof door menskracht in te zetten. Daarin was al meegenomen dat GroentenFruit Huis collectief certificaten afneemt voor telers.
Nee, in de nieuwe overeenkomst zal de sector niet met geld promotie in het buitenland financieren. Richard Schouten: “We hebben altijd gezegd, PlanetProof moet haalbaar zijn en eenduidig, betaalbaar. Het moet opschaalbaar zijn voor meerdere supermarkten in binnen- en buitenland en ook voor conserventeelt gelden. We willen dat geluisterd wordt naar de achterban, naar knelpunten. Het schema moet ook alternatieven in zich dragen, dus keuzes in criteria om te verduurzamen. Door actieve deelname in de TTW van SMK (Teelt Technische Werkgroep) kunnen partijen hun stem laten horen.”
Gijs Dröge: “De nieuwe overeenkomst heeft hetzelfde doel, wel een ander karakter. Tot nu toe zijn we met schaalvergroting bezig geweest. We richten ons nu op internationalisering. We hebben daarbij van alle partijen inzet nodig om dat tot een succes te brengen.”
We moeten voorkomen dat in Europa nog meer labels ontstaan met allerlei verschillende vragen
Richard Schouten, directeur van GroentenFruit Huis
Forse opdracht voor sector
De opdracht waarvoor beide partijen staan is groot, stelt Schouten. “Alle supers zijn bezig met verduurzamen. Na On the way to PlanetProof heeft Albert Heijn zelf ‘Beter voor de Boer en Natuur’ neergezet, ook prijzenswaardig. In het Verenigd Koninkrijk zijn al tien jaar dergelijke protocollen. In Duitsland zie je nu ook dat steeds meer individuele supermarkten initiatieven lanceren. Het gevaar is echter dat er een woud aan certificaten gaat ontstaan. We moeten proberen te voorkomen dat in Europa er nog meer labels ontstaan met allerlei verschillende vragen.”
Is Lidl een voorbeeld van een keten die op eigen houtje een duurzaamheidslabel aankondigde eerder deze maand?
Schouten: “Onze inzet zou moeten zijn om in de EU tot een ordening te komen, zeker met EU-eisen in de Greendeal voor de deur. Die leidt tot meer certificaten. Daar zit je dan als teler. Lidl kiest nu voor een certificaat voor biodiversiteit, andere supermarktketens voor alleen gewasbeschermingsmiddelen of duurzame arbeid. Dat is niet meer te overzien. Wij willen als GroentenFruit Huis ordening aanbrengen samen met collega-organisaties in Europa. Een schema als On the way to PlanetProof kan daarbij een rol spelen. Ik ben een groot voorstander van benchmarken, zodat schema’s elkaar erkennen.”
Ook in Nederland is On the way to PlanetProof niet bij alle supermarkten overgenomen.
Schouten: “Het certificaat is een middel om verduurzaming te laten zien, geen doel. Dat kan ook zonder certificaat. De bedrijven in de Albert Heijn-keten zijn ook leden van ons en doen niet mee aan PlanetProof.”
We hebben On the way to PlanetProof al teruggebracht tot één Europees schema
Gijs Dröge, directeur Stichting Milieukeur
Lidl heeft het alleen over biodiversiteit. Kan het zijn dat dit het belangrijkste inkoopthema wordt?
Dröge: “Veel grotere kopers zoeken nu. Het is niet gezegd hoe dit gaat ordenen. Maatschappelijke druk zal de thema’s bepalen. Dat is voor landen verschillend. In Nederland gaat het om veel thema’s, omdat we dichtbevolkt zijn. Voor producenten is het belangrijk dat het eenduidiger wordt. We hebben in Zuid-Europa meer dan 150 certificaathouders die veel extra werk hebben, wat te voorkomen is. We hebben On the way to PlanetProof al teruggebracht tot één Europees schema en PlanetProof vertaald in het Engels, Duits en Spaans. Door de Covid-19-maatregelen was er geen FruitLogistica. Anders zouden we daar ook gestaan hebben. Die effort willen we erin steken.”
Hoe kijkt u naar die stap van Lidl die naast On the way to PlanetProof dus nog een ander keurmerk optuigt?
Dröge: “Supers willen een integraal keurmerk, niet één thema eruit lichten, maar ook water, CO2, emissie en bodem meenemen. Lidl maakt nu met het biodiversiteitsverhaal een goede eerste stap voor zijn telers in Polen, Hongarije die nog lang niet op het niveau zitten van PlanetProof. Niet alleen Lidl zie ik dit doen, er is soms ook concurrentie door supermarkten op duurzaamheid en dat is goed.”
Schouten: “Concurrentie op duurzaamheid stuit ons tegen de borst. Voor sociale keurmerken is al een ordening. Er zijn vijf tot acht certificaten, waaronder GlobalGap Grasp, die worden wereldwijd gebenchmarkt. Dat zal nog verder gaan. Voor duurzaamheid is het nog een beetje nieuw en dreigt iedere supermarkt een eigen certificaat te eisen. In de praktijk zien we dat telers nooit alles af zetten aan één eindafnemer, dus zijn er stappen nodig om samen te werken en wildgroei te voorkomen. Die oproep doen wij.”
Schaakt u voor die ordening op twee borden? GlobalGap en EU-vergroeningseisen voor Europese landbouwsubsidies vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)?
Schouten: “Bij GLB speelt biodiversiteit wel een rol voor met name open sectoren, maar telers in kassen krijgen geen GLB-gelden. GLB-gelden kunnen wel ingezet worden voor verduurzaming maar zullen niet de belangrijkste driver zijn. Ik denk wel dat het goed is als de overheid nadenkt over het ondersteunen van duurzaamheidsinitiatieven. Met veel zaken loopt Nederland al voorop, zoals terugdringing van emissie. Het zal dan ook lastig zijn eenduidige Europese eisen te maken voor Noord-, Zuid-, Oost- en West-Europa. Ik kan me de discussie bij telers voorstellen en de hakken in het zand.
Het is daarom belangrijk dat we zeggen dat we willen meepraten over de inhoud van de schema’s en ook willen kijken hoe het internationaal geordend kan worden. Nogmaals, ik denk dat je ook zonder certificaat kan verduurzamen.”
GlobalGap, waarvan u bestuurslid bent, is wel een bord waarop geschaakt wordt?
Schouten: “Voor de goede orde: GlobalGap is in basis een certificaat voor voedselveiligheid. Grasp en ander duurzaamheidseisen zijn aparte ad-ons. GlobalGap faciliteert het ontstaan van certificaten. Maar het beleid over duurzaamheid wordt daar niet gemaakt.”
Bent u in overleg met GlobalGap, meneer Dröge?
Dröge: “We zijn in gesprek met hen om On the way to PlanetProof toegevoegd te krijgen als keuzemodule bij GlobalGap. Met Europese vergroeningsplannen voor landbouw is GlobalGap inderdaad een belangrijk bord om op te schaken.”
Krijgt de Teelttechnische Werkgroep meer te zeggen in de nieuwe samenwerking?
Dröge: “De zeggenschap is niet gewijzigd. Dat is al drie jaar hetzelfde en blijft zo. De reden dat we nu dit signaal afgeven is dat we zekerheid willen bieden voor telers die misschien twijfelen aan de continuïteit van PlanetProof en de meerprijs. Dit biedt zekerheid en dat is belangrijk in het verdienmodel voor telers.”
Zijn er afspraken gemaakt over het tempo van verduurzaming in deze overeenkomst?
Schouten: “Daarover zijn geen afspraken gemaakt. Mijn mening is wel dat alles haalbaar moet zijn voor de ondernemers en met een juiste beloning.”
Gaat u zich meer inzetten voor de meerprijs in de nieuwe afspraken?
Dröge: “Ik wil alles doen voor dat verdienmodel, maar onze rol verandert niet. In onze statuten staat: ‘het bevorderen en faciliteren van de verduurzaming van productie (of dienstverlening) die resulteert in positieve waardering in de keten’.”