Nederland staat aan de vooravond van de vorming van een aantrekkelijke maar ook riskante, nieuwe tuinbouwketen. Een staatsgecontroleerde productie- en afzetketen met cannabis voor coffeeshops. Wordt het een vaste keten en model voor andere landen?
Lukt het om de teelt van cannabis te verschuiven van duistere illegale plekken naar kassen? Een minimaal vierjarig experiment met gecontroleerde wietteelt moet dat uitwijzen. Dat spraken VVD, CDA, D66 en ChristenUnie af in het regeerakkoord in 2017. Het was een compromis. Nu, vlak voor de nieuwe verkiezingen, worden de maximaal tien nieuwe teeltlocaties bekendgemaakt. Daarmee wordt nog net de belofte van het demissionaire kabinet gehaald.
Als de proef in Nederland goed loopt, volgen Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk vast ook. Dan sta je natuurlijk vooraan in de rij.
Pascal van Oers, directeur van tuinbouwadviesbureau VEK
De procedure gaat niet geruisloos. Er is met name veel kritiek op de toewijzing door het Ministerie van Medische Zorg. Die zou niet de beste bedrijven selecteren, maar een loterij zijn tussen groene en rijpe teeltplannen. Die loterij was 3 december.
Van de tien bedrijven die wonnen, zullen er naar verwachting vier in kassen telen. De rest is indoorteelt. Namen daarvoor circuleren en worden mogelijk later deze maand bekendgemaakt, zodra ze zijn doorgelicht in een screening (Bibob). Het ministerie erkent dat financiering niet in alle projecten even vast geregeld is, en hanteert mede daarom een wachtlijst van bedrijven.
Ook was niet voorzien dat enkele projecten in dezelfde gemeente gepland zijn, waar die gemeentes niet op zitten te wachten. Dat bleek recent uit een uitspraak in een rechtszaak tegen de procedure door uitgelote partijen. Het ministerie won die zaak overigens.
Artikel gaat verder onder het kaartje
Cannabis, wiet, hennep of hasjiesj?
Hennep of cannabis is de naam van de plant. Wiet, marihuana en hasjiesj zijn verschillende begrippen voor producten die van de plant worden gemaakt. Wiet of marihuana wordt gemaakt van de gedroogde en verkruimelde bloemtoppen en bladeren van de cannabisplant. Hasjiesj (of hasj) is afkomstig van de hars van de bloemtoppen van de cannabisplant. Door samenpersen van de hars ontstaat een bruin kleverig plakje. Dat is hasjiesj.
€ 80 tot € 100 miljoen in teelt
De maximaal tien nieuwe bedrijven mogen straks zeker vier jaar produceren met een beperkt aantal concurrenten en 78 coffeeshops die verplicht moeten afnemen. Een oligopolie, zo noemen de deelnemers het. Dat is de omschrijving voor een gereguleerde markt met weinig (exclusieve) aanbieders. Dit lijkt een goede voorwaarde voor een goede prijs en dito rendement. Voor de bouw van de tien bedrijven is naar schatting € 80 tot € 100 miljoen nodig, afgaande op één van de plannen zoals Project C (meer over dit project onderaan het artikel) voor 24% van de benodigde productie.
Kapitaalintensieve teelt
De kapitaalkracht die uitgaat van de wietproef is dan ook fenomenaal. Het trok 149 projecten, veelal miljoenenprojecten met verschillende bedrijven in een joint venture. Behalve een leuke woordgrap (joint venture) is dat aantal indrukwekkend. Hoewel financiering van deze projecten vaak onzeker is, laat het zien dat teelt met vreemd kapitaal mogelijk is in Nederland.
Partijen uit de tuinbouw, groentehandel, internationale cannabispartijen, investeerders, maar ook idealisten met veel geld en internationale coffeeshopketens: vrijwel uit alle hoeken dingen partijen mee naar een plek in die nieuwe, riskante tuinbouwketen. Een zeer kapitaalintensieve teelt, want waar kun je een teelt voorstellen op 1,5 hectare kas met een jaaromzet van € 60 miljoen?
Toeleveranciers specialiseren
De traditionele Nederlandse tuinbouwleveranciers hebben zich de laatste jaren al op cannabisteelt ingesteld. Commercieel manager Leo Lievaart van Royal Brinkman weet hoe de ontwikkeling van de teelt in andere landen liep. Vijf jaar geleden was er de roze wolk met grote investeerders die kassen neerzetten in de Verenigde Staten en Canada. De markt klapte in met grote prijsdalingen en overproductie. Het hoort blijkbaar bij de opstartfase en is leergeld voor Nederland.
Een aantal kassen staat nu leeg in Noord-Amerika, maar de markt is er gestabiliseerd en weer redelijk gezond, denkt Lievaart. “Er is een schifting geweest, een golf van realisme. Het is wel een belangrijke industrie geworden, de snelst groeiende sector in arbeidsverschaffing in Noord-Amerika. De grote investeerders weten nu ook dat groene vingers echt nodig zijn voor topproductie. Het is teelttechnisch één van de meest risicovolle die ik ken”, zegt Lievaart. Dat de eerste twee teeltrondes mislukken, kunnen nieuwkomers zich niet permitteren.
Nu richten investeerders zich op landen als Australië, Duitsland, Zwitserland, Portugal en Nederland. Deze bewegen alle richting legalisering. En omdat er nog veel teeltvraagstukken liggen, kan Nederland op die snelgroeiende markt een grotere rol gaan spelen. De lakmoesproef is de wietproef in Nederland, denkt Lievaart.
Lees verder onder de foto
Vergelijking aardbeien onder glas
Pascal van Oers, directeur van tuinbouwadviesbureau VEK, ziet dat perspectief ook. “Als de proef in Nederland goed loopt, volgen Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk vast ook. Dan sta je natuurlijk vooraan in de rij.” Nederland kan voor glasteelt cannabis eenzelfde rol spelen als bij de Nederlandse specialisatie glasaardbeien, schat hij. Nederland helpt ook die aardbeienteelt in de wereld opstarten. Bij een succesvolle proef, waarbij Nederlandse partijen de cannabisteelt (en keten) nu verder ontwikkelen, kan die kennis partijen helpen in het buitenland.
Aanjager innovatie
Brinkman levert naar schatting bij één op de drie internationale cannabisbedrijven een deel van de techniek, denkt Lievaart. Is dat gespecialiseerde apparatuur voor cannabis? “Ja, en nee. Uiteindelijk moet je het klimaat kunnen beheersen. Er liggen nog veel uitdagingen en wereldwijd lopen er veel proeven. We ontwikkelen nu wel apparatuur voor de cannabisteelt, zoals we ook specialist zijn in komkommer en tomaat.”
Het is mogelijk dat de innovatie door internationale investeerders voor cannabis gestimuleerd wordt. Dat kan weer neveneffecten hebben voor andere tuinbouwteelten, denkt hij. “Nu al zie je dat ieder cannabisplantje getraceerd moet worden, tot aan de misoogst toe. Als je dat tegen een komkommerteler zegt, zal hij beamen dat dit nogal verschil maakt.” Ook bij cannabisteelt is arbeid de grootste kostenpost, met energie. “Er zal veel geautomatiseerd worden nog. Er zit echt druk achter die innovatie.”
Met hoeveel van de 42 bedrijven die in de loting waren toegelaten Brinkman afspraken heeft gemaakt, wil Lievaart niet zeggen. Dat het substantieel is, ook bij de tien uitgelote bedrijven, wil hij wel beamen.
Belichting met financiële constructie
Ook LED-leverancier Signify spreekt van een significant aantal bedrijven in de Nederlandse wietproef waarmee het gesprekken voert. Signify stelt zich op als leverancier, maar kan ook participeren via financiële constructies. “Signify heeft de rol van leverancier van innovatief kwalitatief hoogwaardig groeilicht en bijbehorende lichtrecepten. Waar gewenst en mogelijk, bieden we ondersteuning en advies voor financiering”, stelt Eelke Hempenius, verantwoordelijk voor belichtingsdivisie biobased binnen de groep Hortculture.
Indoorteelt meest aangewezen teelwijze
Door de wietproef voor coffeeshops heeft de Nederlandse tuinbouw nu kansen in cannabisteelt in kassen. De eisen voor die andere keten (medicinale wietteelt) zijn zo hoog dat indoorteelt de meest aangewezen teeltwijze is. In Nederland teelt Bedrocan voor de Nederlandse overheid de medicinale cannabis in indoorteelt. Eerdere projecten met kassen mislukten in die keten, al is de kastechniek sterk verbeterd.
Artikel gaat verder onder de grafiek
Project C spiegelt miljoenenwinst teelt voor
Project C is één van de 149 projectplannen voor legale wietteelt in Nederland. Het kassenproject werd echter niet toegelaten tot de toelatingsprocedure. Een positief advies van de burgemeester ontbrak. Onbestaanbaar, stellen de initiatiefnemers die het besluit en de procedure voor toewijzing aanvechten. Project C had gevorderde plannen, blijkt uit de brochure voor een aandelenemissie, en wil dat draagvlak alsnog verkrijgen.
Het bedrijf Project C wordt ondersteund door financiers met ervaring in internationale productie en adviseurs. Zo is VEK-directeur Pascal van Oers betrokken op persoonlijke titel.
Investering van € 20,2 miljoen
Project C wilde een bramenkas kopen in het buitengebied van Etten-Leur en er een nieuw beveiligd wietteeltbedrijf bouwen met verwerkingsruimte. De productie was gepland in een nieuwe kas van 1,5 hectare, met de hygiënevoorzieningen van een veredelingskas. Project C Holding begroot met € 20,2 miljoen kapitaal de financiering van de teeltfaciliteit en de verwerkingslocatie te realiseren, inclusief bijvoorbeeld de investeringen in beveiliging en automatisering.
Project C wilde al in oktober de productie beginnen om voorraad te vormen om in mei 2022 te leveren als de proef echt start. Het bedrijf zou in het eerste jaar gelijk € 31,6 miljoen omzet moeten halen uit de verkoop van 7.353 kilo cannabis, oplopend naar € 56 miljoen in het laatste (vijfde) proefjaar. De nettowinst in het eerste boekjaar zou al op € 9,4 miljoen liggen en oplopen naar € 19 miljoen in het vijfde jaar. Project C zou 30% van die winst in verslavingszorg steken.
Artikel gaat verder onder de afbeelding
Project C krijgt geen vergunning voor legale wietteelt in Etten-Leur: ‘Maar we zetten de strijd voort’ https://t.co/k4pKchqewu
— BN DeStem Etten-Leur (@BNDeStemEL) November 27, 2020
Risico op prijsval
De onzekerheid is echter hoog. De prijs voor afname wordt afgestemd met de coffeeshops. In de begroting gaat Project C uit van een prijs per gram van € 4,30. In landen of staten waar de teelt van cannabis reeds is gelegaliseerd, zoals in Colorado, daalde de verkoopprijs van cannabis snel. Verwacht wordt dat de verkoopprijs in Nederland minder snel zal dalen. Immers, de aanbodzijde wordt enigszins beperkt door het gelimiteerde aantal aangewezen telers. Project C gaat uit van een prijs van € 4,05 per gram in het laatste jaar.
Het oorspronkelijke plan van Project C was om een marktaandeel van 24% te pakken op deze markt. Daarbij is uitgegaan van totaal zes aangewezen productiebedrijven. Het worden er maximaal tien, waarna het bedrijfsplan is bijgesteld.
De risicoparagraaf is een flinke, ook bij een kleinere omvang. Als de proef niet verlengd wordt moet versneld afgeschreven worden op apparatuur. Criminele risico’s zijn er voor diefstal, sabotage en het gevaar van overval. Project C plant waardetransport voor het vervoer naar de coffeeshops. Toch gelooft Van Oers dat de criminele risico’s in de Verenigde Staten groter zijn door meer cashbetalingen.
Project C dacht al verder dan alleen coffeeshops. De markt voor voedingsmiddelen lonkt. Nederland houdt de toevoeging van cannabis aan voedingsmiddelen af, maar ook hier zal de opvatting verschuiven, verwacht Project C.