Doorgaan naar artikel

Sector wil meer Europese sturing ToBRFV

ToBRFV waart nu officieel een jaar rond in Europa met in Nederland een oplopend aantal besmettingen. Vanwege het grote belang van de tomatensector zet de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) veel middelen in. De sector vreest dat het virus al internationaal breed verspreid is. Zij hoopt dat de EU meer gaat sturen in onderzoek en in toezicht in andere landen. Die sturing lijkt er te komen.

Achter de schermen werken veel partijen samen met crisisplatform TuinbouwAlert koortsachtig aan preventie van en voorlichting over ToBRFV. Lang was het bedrijfsleven aan zet, omdat ToBRFV niet als quarantaine-organisme werd behandeld. Nu, onder druk van de Europese Commissie, moet NVWA scherp beleid voeren. Volgens NVWA moet vooral een snel einde komen aan het verzwijgen van besmettingen.

Steeds meer kennis bestrijdingsbeleid ToBRFV

De kennis over ToBRFV is ondertussen breed verankerd. TuinbouwAlert schakelde steeds met 15 tot 20 experts van Nederlandse tuinbouwbedrijven en instituten. Samen met de NVWA ontwikkelt het bestrijdingsbeleid zich steeds verder. Bij een besmetting wordt nu niet langer voorgeschreven pleksgewijs te ruimen, om niet het virus door de kas te slepen. Alles wordt ingezet op eliminatie bij teeltwisseling.

Een teler met een zware verdenking of een besmet gewas krijgt een beschikking met maatregelen van NVWA. Die maatregelen moet de teler implementeren voor zijn bedrijf. Pleksgewijze ruiming is daarvan geen onderdeel. - Foto: Groenten & Fruit

Een teler met een zware verdenking of een besmet gewas krijgt een beschikking met maatregelen van NVWA. Die maatregelen moet de teler implementeren voor zijn bedrijf. Pleksgewijze ruiming is daarvan geen onderdeel. – Foto: Groenten & Fruit

TuinbouwAlert vindt het tijd meer te vertellen over de Nederlandse aanpak. De vragen zijn door beleidsmedewerker Helma Verberkt van Glastuinbouw Nederland schriftelijk beantwoord in samenspraak met GroentenFruit Huis en Plantum. Ook de NVWA reageerde schriftelijk (zie kader).

Vragen en antwoorden

Zijn er al duidelijke sporen naar de herkomst van de besmetting? De Europese Commissie wijst als bron op uitgangsmateriaal en spreekt over bewijs uit de Duitse en Italiaanse uitbraken. Welke bewijzen zijn dat?

“Er zijn nog geen duidelijke sporen naar herkomsten gevonden. Het virus is in principe zaadoverdraagbaar en uitgangsmateriaal kan daarom ook een bron zijn. Dat is de reden waarom de Europese Commissie uitgangsmateriaal noemt. Maar aangezien het virus mechanisch overdraagbaar is, kunnen er vele bronnen van overdracht zijn.”

Leidt de link met uitgangsmateriaal tot klachten of claims bij plantenleveranciers, of zaadleveranciers? In Clavibacter lopen nog steeds rechtszaken.

“Het is aan de individuele teler met zijn plantenleverancier om bij een onverhoopte vondst daar al dan niet een claim voor in te dienen. Daarvoor zal overigens voldoende bewijs moeten zijn. Bij de aanpak van het probleem werken de drie organisaties (Plantum, Glastuinbouw Nederland en GroentenFruit Huis) nauw samen bij het opstellen van de factsheets en het hygiëneprotocol. Het laatste wat de drie organisaties willen, is het entameren van een claimcultuur. De aanpak van het virus is een primair gezamenlijk doel voor de ketenpartners.”

Het huidige EU-noodbeleid wordt een compromis genoemd. Kunt u uitleggen waarom ?

“Voor het zaad en plantmateriaal worden harde eisen gesteld binnen de EU noodmaatregel. Voor de productie heeft elke lidstaat de mogelijkheid om de maatregelen bij een vondst nationaal in te vullen. De NVWA heeft daarin gekozen om bij een vondst extra hygiënemaatregelen voor te schrijven om verdere verspreiding tegen te gaan en mogelijkheden tot eliminatie bij de teeltwisseling. De afzet van onaangetaste producten kan gewoon doorgaan, omdat de tomaten absoluut veilig zijn voor de consument. De EU heeft bovendien geoordeeld dat deze afzet via kanalen verloopt die in principe gescheiden zijn van de zaadproductie, opkweek en teelt.”

Heeft Nederland imagoschade opgelopen door lang bestrijding aan het bedrijfsleven over te laten en niet eerder besmettingen te melden?

“Wij hebben geen signalen dat er sprake is van imagoschade voor Nederland. Nederland heeft ingestemd met de EU-noodmaatregel, geeft daar actief invulling aan en rapporteert daarover aan de Europese Commissie en de andere EU lidstaten.”

NVWA lijkt zich nu plotseling veel harder op te stellen na Europese noodmaatregelen. Uw relatie met de NVWA was goed in 2018. Zijn zij op de vingers getikt door Europa?

“Deze vraag moet u aan de NVWA stellen. Vanuit ons perspectief is de relatie met de NVWA nog steeds goed, zie onder meer hun medewerking aan onze informatiebijeenkomsten. NVWA is wettelijk verplicht invulling te geven aan de noodmaatregel en daarbij hoort het nemen van maatregelen bij het aantreffen van een quarantaine-organisme. Dit is een gebruikelijke werkwijze.”

Nederlandse telers hebben geen regels overschreden door dit virus niet te melden. Is er te lang onzekerheid geweest over de status als quarantaine-organisme?

“Bij constatering van nieuwe ziekten en plagen blijft er altijd een bepaalde onzekerheid. Deze heeft veelal te maken met de onbekendheid van het organisme en de mate van toetsbaarheid. Wij spreken van een incident op sectorniveau, maar voor individuele ondernemers die gedupeerd zijn, is de impact enorm. Elk incident heeft zijn eigen aanpak en dynamiek. Steeds zijn het tijdig signaleren en samenwerking en afstemming bij de aanpak cruciaal in een dergelijk proces.”

Wordt dat anders door de nieuwe plantgezondheidswet?

“Het is onze verwachting dat het enerzijds helderder wordt: er is sprake van Q- (quarantaine-) en RNQP-organismen (waarbij voor RNQP-status het bedrijfsleven een grotere rol heeft in bestrijding; red.). Anderzijds zal er meer gereguleerd worden vanuit de EU. Wij hopen dat op het vlak van surveys en handhaving daarvan er meer harmonisatie in de EU plaats gaat vinden.”

In kringen van TuinbouwAlert wordt gedacht dat het virus veel verder in meer landen is verspreid. Waar leidt u dat uit af?

“Verspreiding van dit virus vindt zeer makkelijk plaats. Daarbij weten wij de bronbesmetting niet. Het laatste jaar is op meerdere plaatsen in de wereld en binnen de EU dit virus vastgesteld. In importtomaten uit derde landen (buiten de EU) is dit virus ook vastgesteld. Alle lidstaten binnen de EU moeten dit jaar een survey uitvoeren. Wij hopen dat hiermee duidelijkheid komt over het verspreidingspatroon binnen de EU.”

Hoe snel gaat de kennisontwikkeling over ToBRFV? Veel landen hebben eigen onderzoek. Vindt afstemming plaats?

“Binnen het internationale netwerk wordt regelmatig afgestemd door kennis te delen over ervaringen en onderzoekresultaten. Dat gaat via onze eigen contacten, dan wel via de contacten met onderzoekcentra en universiteiten. Bij dit relatief nieuwe virus is bundelen van onderzoek gewenst en dat zou goed kunnen in de vorm van een EU-project.”

Wat voor zaken kan een teler niet meer doen: rassenproeven, enten?

“Dit zal per bedrijf verschillend zijn. Daarom moet iedereen een eigen plan maken, afgestemd op de specifieke situatie. Insleep van planten buiten de productieteelt wordt om meerdere redenen afgeraden, zo ook rassenproefjes.”

NVWA: ToBRFV-beleid nooit gewijzigd

NVWA heeft sinds de uitbraak van ToBRFV in Europa in 2018 steeds geharmoniseerde EU-maatregelen afgewezen. Daar waren meerdere redenen voor, stelt NVWA in een schriftelijke reactie. Het virus is zo sterk en besmettelijk dat bestrijding in gebieden met veel tomatenbedrijven lastig is. Bovenal is er te veel onduidelijkheid. Hoe breed is het al verspreid in Europa? Er is zelfs onduidelijkheid over het schadebeeld van ToBRFV. Wordt dat niet door menginfecties veroorzaakt met andere virussen als PepMV, stelt de NVWA. Verder zijn er sterke overeenkomsten met het Tomato mottle mosaic virus (ToMMV) dat in 2017 in Spanje gevonden werd en waartegen geen maatregelen zijn genomen.

Opgeschaald naar incident
Die EU-maatregelen kwamen er toch en Nederland zet nu veel middelen in op dit dossier vanwege het grote belang van de tomaten- en paprikasector. De uitbraak is nu officieel opgeschaald naar een incident, wat forse inzet van NVWA-personeel verantwoordt.

Op korte termijn wil de NVWA duidelijkheid krijgen over de mate van verspreiding in Nederland en waar mogelijk de verspreiding tegengaan. Daarvoor vordert de NVWA nu informatie bij bedrijven, een stevige maatregel om openheid te forceren. De meldplicht geldt breed, dus ook toeleveranciers van specifieke reinigingsmiddelen en bestuurders.

De bedrijven die nu (week 44) worden bezocht door NVWA zijn niet in overtreding voor het verzwijgen van besmettingen. De bedrijven waren al in beeld bij de NVWA toen de meldplicht inging.

De NVWA doet naarstig brononderzoek, maar zegt deze nog niet te hebben afgerond. In de richting van PepMV-vaccinaties wordt op dit moment in ieder geval niet gezocht. Landen buiten de EU hebben bij NVWA nog geen extra eisen gesteld aan uitgangsmateriaal na de besmettingen in Nederland. Dat duidt op vertrouwen in de verscherpte Europese eisen.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin