De Europese regels voor genetische modificatie van planten moeten worden herzien.
De uitspraak van het Europese Hof van Justitie over nieuwe veredelingstechnieken, zoals Crispr-Cas, is een extra reden om de regels aan te passen. Als er op Europees niveau geen nieuwe regels komen, blijft de impasse over de uitleg van de regels voortbestaan. Dat schrijft staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Milieu) in een brief aan de Tweede Kamer.
Nederland wil dat de voorzitter van de Europese Unie de discussie over nieuwe plantenveredelingstechnieken snel aanzwengelt, onder meer op basis van een discussiestuk dat Nederland al eerder heeft ingebracht. Vanaf januari 2019 is Roemenië een half jaar voorzitter van de Europese Unie.
Lees ook: EU blokkeert precisie-veredeling gewassen
Innovatie laten doorgaan
Nederland zal vooralsnog het beleid voor de toelating van genetisch gemodificeerde organismen niet aanpassen. Maar er moet wel snel nieuw Europees beleid komen, vindt Van Veldhoven. Dat is nodig om innovatie in de plantenveredeling te laten doorgaan en daarmee economische kansen en kansen voor verduurzaming van de landbouw te kunnen grijpen.
In juli van dit jaar deed het Europese Hof van Justitie een uitspraak over de uitleg van de regels in de Europese richtlijn voor genetisch gemodificeerde organismen. De uitspraak hield in dat organismen die zijn ontstaan door het erfelijk materiaal met ingrepen van buitenaf te veranderen moeten worden beschouwd als genetisch gemodificeerd en dat daarvoor de Europese richtlijn geldt – inclusief de zware voorzorgseisen en toelatingsnormen.
Alleen als gebruikgemaakt wordt van technieken of traditionele methoden die hun veiligheid hebben bewezen kan een uitzondering gelden van de richtlijn.
Kabinet: geen streep door Crispr-Cas gezet
Het kabinet geeft aan dat met de uitsprak geen streep is gezet door de toepassing van onder andere Crispr-Cas-technieken, waarbij relatief eenvoudig eigenschappen in organismen kunnen worden ingebouwd, die vervolgens ook in volgende generaties in stand blijven.
Het Europese hof heeft niet aangegeven welke plantenverdelingstechnieken onder die uitzondering vallen. En ook is niet duidelijk hoe en door wie de veiligheid ervan moet worden vastgesteld. Daarmee heeft de Europese rechter onduidelijkheid gecreëerd, die volgens het kabinet op Europees niveau moet worden opgelost. Het kabinet is er tegen dat lidstaten hun eigen beleid gaan voeren op dit punt.
Lees ook: Doorbraak in gewasbescherming: middel verjaagt insecten