2017 was voor Koen van Wijk het jaar dat hij officieel schrijver is geworden. Van zijn hand verscheen het boek Land van Glas.
Een familiegeschiedenis, staat er als ondertitel op de kaft van het dit jaar verschenen tuinbouwboek Land van Glas. En dat klopt als een bus. Want het boek gaat over alle revoluties in de glastuinbouw in de 20ste eeuw én over de familie van Van Wijk. Familieleden van de schrijver liepen daadwerkelijk voorop bij doorbraakvernieuwingen als biologische gewasbescherming, de overstap naar aardgas en het invoeren van substraatteelt.
Maar het boek Land van Glas is vooral een verhaal over de mengeling van gezelligheid, hard werken en geldingsdrang. Dat laatste heeft er alles mee te maken dat de bakermat van de familie Moerman vlak ten noorden van Rotterdam aan het begin van de twintigste eeuw nog eerst en vooral boerenland was. De tuindertjes van Hillegersberg en Bergschenhoek stonden in veel lager aanzien dan de boeren met hun monumentale hoeves te midden van uitgestrekte percelen akker- en grasland.
Opa Bram Moerman
Van Wijk vertelt het verhaal van de zich snel ontwikkelende glastuinbouw in West-Nederland aan de hand van de wederwaardigheden van zijn opa Bram Moerman en van zijn moeder, zijn vader, zijn ooms en tantes en uiteindelijk ook zijn neven.
Van Wijk: “Ik ben opgegroeid in die grote familie vol verhalen. Van de tien kinderen van mijn opa werden er zeven tuinder of tuindersvrouw. Dirk Breugem uit de familie van mijn oma had dertien kinderen, van wie er tien op hun eigen tuinbouwbedrijf terecht kwamen.”
‘Wilde’ Dirk Breugem noemde ze hem in het dorp, weet Van Wijk. “Mensen hadden toen vaak een bijnaam, ook omdat door het vernoemen van kinderen naar grootouders en ouders er nogal wat mannen met exact dezelfde naam in zo’n dorp rondliepen. En aangezien iedereen iedereen kende moest er toch met een extra bijnaam onderscheid worden aangebracht. Er was dus inderdaad ook een ‘makke’ Dirk Breugem.”
Hechte gemeenschappen
Die wereld van hechte gemeenschappen vol sociale samenhang, van trots op de eigen familie en eigen dorp, van vanzelfsprekende open kennisuitwisseling en van al even vanzelfsprekende keuzes om te gaan werken in diezelfde sector waar heel je familie ook al in werkte en in leefde, dat is wat Van Wijk 300 pagina’s lang beschrijft. Hij doet dat beeldend en levendig. Alsof hij erbij was toen zijn opa zijn eerste kas bouwde of toen een tante voor het eerst innerlijk verzet voelde opkomen tegen elke dag maar tomaten te moeten gaan plukken.
‘Boek als een weefgetouw’
“Ik zie dit boek als het werken met een groot weefgetouw. Een knoopwerk van draden in de familie, in de technische ontwikkeling van de tuinbouw en de loop van de geschiedenis er doorheen. En het ook allemaal zo precies mogelijk laten kloppen”, zegt Van Wijk.
Want hoe gíng dat nou in zijn werk, het bouwen van een kas in de jaren 20? En hoe greep de crisis van de jaren 30 in in de familie en in de tuinbouw? Hoe organiseerden de ooms al dat zware werk in hun kassen, toen bijna alles nog met de hand moest gebeuren.
Gedetailleerd tuindersdagboek
“Ik heb in de eerste plaats heel veel verhalen en anekdotes van mijn moeder gehoord. Altijd al, maar de laatste tijd dus met pen en papier in de aanslag. Ook heb ik dankbaar gebruik gemaakt vaan het gedetailleerde tuindersdagboek van mijn oom Henk. En sommige dingen, zoals het opbouwen van bakken plat glas heb ik uit een boek gehaald en dat dan mijn opa laten doen. Anders wordt het gortdroog.”
Gortdroog is Land van Glas zeker niet. In de enorme stroom aan boeken die elke week uitkomen viel het genoeg op voor zeker niet onflatteuze recensies in Trouw en de VPRO Gids en voor interviews in allerlei lokale, regionale én landelijke media, op Radio1 bijvoorbeeld.
Positieve pers Hollandse kassen
En recentelijk mocht Van Wijk nog zijn zegje doen over de hedendaagse Nederlandse glastuinbouw bij tv-programma EenVandaag. Daar figureerde hij in een item over de positieve pers die onze moderne glastuinbouw internationaal krijgt, met onder zijn naam ‘journalist tuinbouw’. Want ja, ook Van Wijk is er niet in geslaagd om níét in de tuinbouw te gaan werken.
“Ik heb wel van jongs af aan in het verwarmingsbedrijf van mijn vader gewerkt. Beugels schroeven bij tuinders die er gestrest bij liepen. Wij kwamen natuurlijk altijd bij tuinders als de boel overhoop lag. En tuinders zijn vooral dol op rust en regelmaat.”
Van Wijk heeft uiteindelijk van schrijven óver de tuinbouw zijn beroep gemaakt. Bij Groenten & Fruit zette hij prille stappen in het journalistieke vak. Nu werkt hij voor LTO-krant Nieuwe Oogst. En is hij schrijver. De tweede druk is inmiddels een eind op streek. Het smaakt naar meer. “Een roman schrijven met de tuinbouw als achtergrond, daar droom ik nog wel van.”