In het samenwerken met China heeft de Nederlandse tuinbouw meer focus nodig op export van kennis.
Dat zegt Wouter Verhey, landbouwraad aan de Nederlandse ambassade in Beijing. Het bouwen van high tech kassen in China is een businessmodel voor de Nederlandse kassenbouwers. Maar met alleen een moderne kas komt de klant in China er niet, stelt Verhey in deel 1 van een serie webinars van World Horti Center over voedselzekerheid in de wereld.
‘Chinese overheid stelt doelen’
De landbouwraad in China ziet de samenwerking van het Nederlands glastuinbouwcluster in de Dutch Greenhouse Delta als een goed voorbeeld van hoe in China zaken gedaan kunnen worden. “De overheid heeft met de lopende vijfjarenplannen duidelijke doelen gesteld voor zelfvoorzienende voedselproductie. Ook afzonderlijke steden stimuleren dat”, zegt Verhey.
Waar vooral vraag naar is, is gezond en veilig voedsel. Zachtfruitgigant Driscolls krijgt vaste voet aan de grond in China met een duurder product dat toch goed verkoopt. Dat geeft volgens Verhey die vraag van de groeiende middenklasse in grote Chinese steden goed weer.
Modernisering mid tech Chinese kassen
Met Nederlands kastechniek alleen komt China er niet. “Het management van zo’n high tech kas is de grote uitdaging.” Volgens Verhey is het exporteren van onze tuinbouwkennis, om te bewijzen dat in high tech kassen een schone en veilige productie in en nabij de grote Chinese steden realiseerbaar is, een opstap naar de modernisering van de bestaande mid tech Chinese tuinbouwbedrijven. “Die bedrijven zullen gaan investeren om hetzelfde niveau van kwaliteit en duurzaamheid te bereiken”, aldus Verhey.