Keuzes voor verduurzaming van de glastuinbouw komen dichterbij na een scenariostudie met vier verschillende ontwikkelingen.
De scenariostudie naar verduurzaming van (onder meer) glastuinbouw is een verkenning van de benodigde infrastructuur. In vier scenario’s levert dat nog altijd forse verschillen op in gebruik van geothermie en warmteopslag in de glastuinbouw. Ook het gebruik van biomassa ligt in die scenario’s niet vast, blijkt uit de studie Klimaatneutrale energiescenario’s 2050.
De studie luidt het begin in van de volgende fase van uitwerking van het Klimaatakkoord: keuzes in infrastuur die dit jaar worden gemaakt.
Alternatieven voor CO2-leiding
De onderzoekers van de bureaus Berenschot en Kalavasta stellen bijvoorbeeld over infrastructuur dat toevoer en gebruik van CO2 in glastuinbouw uiteindelijk toch uitstoot van CO2 betekent.
Het huidige voordeel van de CO2-leidingen zit in het verlagen van het energieverbruik in de glastuinbouw, maar dit voordeel wordt minder als de sector overstapt op geothermie en elektrificeren.
Over hergebruik van CO2 schrijven de onderzoekers: “Echter, aangezien de CO2 in deze sector uiteindelijk toch uitgestoten wordt, betekent dit dat er elders in Nederland negatieve emissies behaald moeten worden. Een andere optie is om afgevangen CO2 uit groengas of biomassa te gebruiken.”
Vier scenario‘s
Het gebruik van elektriciteit in de glastuinbouw groeit met 3% per jaar tot 2050. De warmte die nodig is, daalt daardoor met 1% per jaar tot 2050. Dat jaar kan geothermie (aardwarmte) de warmtevraag voor 60% invullen.
Het gebruik van die geothermie wordt het best benut als de sturing van de verduurzaming regionaal plaatsvindt of via de nationale overheid. Dat zijn twee van de vier scenario’s die nu op tafel liggen.
Bij de andere twee scenario’s (Europese of internationale sturing van de verduurzaming) wordt geothermie minder benut (40% van de warmtebehoefte in 2050 in plaats van 60%).
Het gebruik van warmtepompen is bij regionale sturing 0, maar neemt toe bij sturing op nationaal of Europees niveau. Dat komt door de grotere nadruk die deze overheden leggen op elektrificatie.
Vier scenario‘s
1. Regionale sturing
In het regionale scenario zal er groot worden ingezet op geothermie en warmtenetten. Dit levert een stabiele basisvoorziening en kan aansluiten op de regionale warmtenetten. Als piek/back-up staan er biomassaketels en groengasketels waarin mogelijk biomassa die afkomstig is van de geteelde gewassen verwerkt kan worden of vanuit de regio kan worden geleverd. Daarnaast staan er nog groengas-/ biomassaketels op plekken waar geen geothermie beschikbaar is. Waarbij ook de regio voorziet in de aanlevering van deze groengas-/biomassastromen.
2. Nationale sturing
De nationale overheid zet grootschalig in op geothermie voor de tuinbouwsector. Omdat geothermie in de tuinbouw gemakkelijker te realiseren valt dan in de gebouwde omgeving, wordt het volledige potentieel benut. Als piek-/ back-upvermogen staan er biomassaketels, die worden voorzien van biomassa die landelijk wordt ingezameld. Daarnaast wordt er doordat de overheid aanstuurt op elektrificatie meer gebruik gemaakt van warmtepompen met thermische opslag. Een klein percentage WKK’s op groen gas blijft staan, omdat die een nuttige bijdrage leveren aan het balanceren van de regionale elektriciteitsvoorziening.
3. Europese CO2-sturing
In dit scenario wordt er slechts de helft van het potentieel aan geothermie benut, de overheid en burgers zijn namelijk maar tot een bepaalde hoogte bereid hierin te investeren. Uitsluitend op plaatsen waar het rendabel is wordt geothermie ingezet. De piek- en back-upvoorziening wordt gerealiseerd door biomassaketels, voorhanden door grote biomassaimportstromen. Het grootste gedeelte van de warmte wordt opgewekt aan de hand van warmtepompen met thermische opslag.
4. Internationale sturing
In dit scenario wordt er slechts de helft van het potentieel aan geothermie benut, de overheid en burgers zijn maar tot bepaalde mate bereid hierin te investeren. Uitsluitend op plaatsen waar het rendabel is wordt geothermie ingezet. De piek- en back-upvoorziening wordt gerealiseerd door biomassaketels, voorhanden door grote biomassaimportstromen. Daarnaast wordt er een groot percentage warmte opgewekt uit warmtepompen met thermische opslag. Ook blijft er nog een aanzienlijk percentage WKK’s staan op groen gas, die ook elektriciteit leveren.
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/