Na een grondige evaluatie van het Belgische verduurzamingsproject Responsibly Fresh-project zullen Belgische veilingen met een vernieuwde aanpak voor duurzaam ondernemen komen.
Dat blijkt uit het vrijdag gepresenteerde voortgangsrapport van het collectieve schema Responsibly Fresh, waarin de sector als geheel wordt beoordeeld en nu ook voortgang heeft geboekt. Telers zijn via certificaten Vegaplan en GLOBALG.A.P. of QS individueel gecertificeerd.
Details over de nieuwe aanpak zijn er niet. Wel wordt het collectieve systeem in dat rapport ‘uniek en belangrijk’ genoemd. De Belgische koepel voor afzetorganisaties VBT noemde dat veranderproject eerder een ‘intense VBT-denkoefening’ over mogelijke aanpassingen en een vernieuwing van het duurzaamheidsproject.
De Vlaamse tuinbouw is er trots op dat het in GLOBALG.A.P., QS en Vegaplan bestuurlijk vertegenwoordigd is en controleert of duurzaamheidscriteria in die systemen haalbaar en betaalbaar zijn voor telers.
GRASP-beoordeling
In het rapport staan meer details over hoe de arbeidsmodule GRASP wordt ingevuld in België. Dat is grotendeels door zelfbeoordeling onder toezicht van de afzetorganisaties. Dit jaar is het tweede pilotjaar en eind 2017 zijn vrijwel alle telers bij een Belgische afzetorganisatie beoordeeld. De Belgische veilingen hebben ook voor de arbeidsmodule in GlobalGap GRASP een eigen Belgische vertaling gemaakt met minder kosten en administratieve lastendruk.
Telers met zonnepanelen
Telers zijn in het Responsibly Fresh-project ondervraagd en beoordeeld over hun prestaties op energie, water, bodemgebruik en afval. Zo geeft nu 20% van de groente- en fruittelers aan geen energiemaatregelen te nemen. Dat was 31% in 2013. Het aantal telers met zonnepanelen is iets gestegen, van 32 naar 38%.