De nieuwe GMO-regels die dit jaar zijn ingegaan maken internationaal samenwerken tussen telersverenigingen moeilijker.
Dat is een gemiste kans, stelt Philippe Appeltans, voorzitter van de Copa Cogeca-werkgroep groenten en fruit, de Europese belangenorganisatie voor coöperaties in groente en fruit. Hij reageert daarmee op de stap van CLTV Zundert om in Nederland GMO aan te vragen en niet meer via de Vlaamse associatie Lava. Dat is nadelig voor telers die via Vlaanderen meer ondersteuning in bedrijfsvoering kunnen krijgen.
Lees meer over de gemeenschappelijke marktordening groenten en fruit (GMO)
Samenwerking bemoeilijkt
Volgens Appeltans is die stap te verklaren door wijzigingen in GMO-uitvoeringsregels die dit jaar zijn ingegaan na 3 jaar onderhandelen. “Het is jammer dat dit samenwerkingsverbanden bemoeilijkt in plaats van stimuleert. Ik begrijp ook wel dat de verantwoordelijkheid en controle op GMO bij internationale samenwerkingsverbanden van producentenorganisaties niet alleen bij de lidstaat kan liggen waar de hoofdzetel is.”
Specifieke onderdelen
De nieuwe regels schrijven voor dat specifieke onderdelen van GMO-programma’s voor een producentenorganisatie in de lidstaat zelf moet worden aangevraagd. Voor Zundert is dat dus Nederland. Als het om gezamenlijke delen gaat van dat gezamenlijke GMO-programma voor alle aangesloten producentenorganisaties kan dat nog wel kan op de oude manier.
FruitMasters
De Nederlandse afzetorganisatie FruitMasters zegt later dit jaar te beslissen of het via Nederland of Vlaanderen GMO zal aanvragen. FruitMasters volgt ook de Vlaamse route via de associatie EFC. FruitMasters laat weten daar niet toe gedwongen te worden door nieuwe GMO-regels.