Het Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB) heeft juist gehandeld in een tuchtzaak rond herkomstfraude.
Het gaat om een zaak tegen een fruitverpakker die Belgisch fruit verpakte met een Nederlandse herkomstaanduiding. De verpakker diende hoger beroep in bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
De verpakker werd veroordeeld tot een boete van € 3.000, waarvan een deel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Het bedrijf ging in beroep tegen de uitspraak omdat de tuchtzaak te laat kwam. Daarbij zou de redelijke termijn zijn overtreden.
Controle en hercontrole in 2018 en 2019
Na een controle en hercontrole in 2018 en 2019 vond de KCB-inspecteur Conference Red Jonaprince-appels uit België in colli met aanduiding Nederland. Op de voorraadbakken stond de herkomst België. Op het begeleidende formulier bij de voorraadbakken was geen land van herkomst vermeld.
De tuchtzaak betrof de beide zaken gebundeld en leidde negen maanden na de laatste overtreding tot een zaak. Dat is volgens het CBb niet buiten een redelijke termijn, waardoor de uitspraak blijft staan.