De proef Het Nieuwe Telen Aardbei loopt sinds begin augustus. Tijd voor een eerste evaluatie.
Begin augustus is op het Delphy Improvement Centre in Bleiswijk de proef Het Nieuwe Telen (HNT) aardbei van start gegaan. Op 29 september was de eerste openbare bijeenkomst met betrokkenen. Er was veel discussie.
Delphy voert de proef uit in het kader van het programma ‘Kas als energiebron’. Naast Delphy zijn de toeleveranciers Ludwig Svensson, Nivola en Legro betrokken. Om de praktijk te waarborgen is er een begeleidingscommissie aangesteld (BCO). Hieraan nemen 7 telers deel en bekijken tweewekelijks de proef in Bleiswijk. Ten slotte is Peter Geelen (Plantmonitoring) nauw betrokken bij de proef.
Het doel van de HNT-proef is het optimaliseren van het groeiklimaat. Dit gebeurt met de inzet van van schermen tegen energie-uitstraling, het gebruik van nivolatoren voor luchtbeweging, verneveling om vochtstress te voorkomen en de toepassing van een lichtafhankelijke temperatuurstrategie.
Groenten & Fruit volgt Het Nieuw Telen AardbeiBart Jongenelen, onderzoeker van team aardbeien van Delphy, volgt met een serie van vier artikelen voor Groenten & Fruit de proef Het Nieuwe Telen Aardbei. Deze proef – in een doorteelt met het ras Elsanta – wordt op Improvement Centre in Bleiswijk uitgevoerd door Delphy onderzoekster Lisanne Schuddebeurs en teeltdeskundige Klaas Walraven. Dit is de eerste bijdrage, het volgende artikel volgt in januari 2018 (na de eerste oogst), de derde en vierde bijdrage komen in de loop van voorjaar 2018. Alle artikelen en wetenswaardigheden over Het Nieuwe Telen Aardbei komen in het dossier HNT Aardbei. |
Gewasstand
29 september werd de eerste tussentijdse balans opgemaakt van de proef, waarbij alle telers van de begeleidingscommissie samenkwamen om het verloop te evalueren. Op dat moment waren we ruim 1.150 schermuren verder.
Om uitstraling te voorkomen wordt met twee schermen gewerkt. Deze liggen tegenover elkaar op een apart dradenbed. Beide schermen gaan hoofdzakelijk voor 80% dicht, waardoor ze elkaar een stukje overlappen. Het doel van het schermen is uitstraling voorkomen. Echter, er kan wel lucht worden uitgewisseld via de ruimte (luchtsluis) tussen de schermen. Zo kan er kan er wel afkoeling zijn. Doordat de verwarming pas op 16 september is aangegaan, was op 29 september nog slechts 0,16 kubieke meter gas per vierkante meter verbruikt.
Slechte start door tipburn
Na het bezoek aan de kas was er veel discussie. Het gewas stond vrij matig: er was al relatief veel slijtage op het blad zichtbaar en de zetting was slecht. De gewasstand is grotendeels toe te schrijven aan de tipburn bij de start en in de eerste paar weken van de teelt. De oorzaak van de tipburn wordt toegeschreven aan een samenloop van deze drie omstandigheden:
1. Het leren omgaan met HNT-principe;
De installaties uit de HNT-kas moeten correct worden ingezet. In de eerste fase stopte de verneveling voordat het scherm dicht ging. Hierdoor ging de relatieve vochtigheid (rv) flink onderuit en duurde het ruim 2 uur voordat de rv op het oude niveau was.
In de onderstaande afbeelding is dit effect zichtbaar. De rode lijn is de rv uit de HNT-kas, waarbij het wegvallen duidelijk is te zien. In het begin van de teelt is dit verschillende malen voorgekomen en kan dus leiden tot tipburn.
2. Te ver uitgedroogde kluiten;
De teeltruimte van het Improvement Centre heeft geen bovenberegening (dit staat los van de HNT-principes). Hierdoor werd het plantgoed handmatig bovenover beregend tijdens de startfase van de teelt. Omdat de kluiten ver uitgedroogd waren, had dit frequenter moeten gebeuren. Het is aannemelijk dat een gebrek aan vocht de calciumopname in de weg stond.
3. Minder verdamping van de plant overdag;
Gedurende de dag werd de relatieve vochtigheid door de verneveling op constant niveau gehouden. Mogelijk werd het gewas daardoor niet voldoende ‘getriggerd’ om te verdampen. Doordat de rv gedurende de dag op een constant en aangenaam niveau was voor het gewas, kwam het wegvallen van de rv vermoedelijk nog harder aan.
Vergelijking met gangbare doorteelt
Het ontstaan van de tipburn, met alle gevolgen van dien, wordt dus voornamelijk toegeschreven aan een gebrek aan vocht. Dat heeft dus niets te maken met de gevolgde strategie volgens de principes van HNT. Verder is gebleken dat de partij planten ook wat zwakkere exemplaren bevatte, en dat er sprake was van lichte koelschade.
Parallel aan de proef op het Improvement Centre ligt er een teelt in een referentiekas (in noord-Limburg). In deze kas zijn planten van dezelfde partij opgezet, dus inclusief zwakkere planten en planten met lichte koelschade. In de referentiekas zijn de dag-nachtverschillen iets groter. Dit komt ook door de geografische ligging met andere omgevingstemperaturen.