In de toelatingsprocedure voor gewasbeschermingsmiddelen moeten voortaan ook de risico’s voor omwonenden worden beoordeeld. Er zijn aanwijzingen dat er risico’s zijn, maar nog geen hard bewijs.
Dat zegt de Gezondheidsraad in een conceptadvies aan het kabinet. LTO kan zich daar wel in vinden.
Volgens de Gezondheidsraad ontbreekt het vooralsnog aan hard bewijs, maar zijn er wel aanwijzingen dat omwonenden van akker- en tuinbouwbedrijven risico’s lopen door het gebruik van middelen. Zo blijkt uit wat ouder buitenlands onderzoek dat boeren zelf soms te kampen hebben met gezondheidsproblemen. Dit kan betekenen dat de toelatingsprocedure onvoldoende werkt, maar is mogelijk ook een gevolg van ‘het veelal beperkte veiligheidsbesef in de agrarische sector’.
Een blootstellingsonderzoek is daarom zeer gewenst, ook al zullen de kosten daarvan enkele miljoenen euro’s bedragen. Omdat het geruime tijd kan duren voordat een dergelijke studie is afgerond en de risico’s ondertussen blijven voortbestaan, moet het kabinet nu al in actie te komen. Volgens de raad dient de toelatingsprocedure te worden verbeterd en aangevuld met een aparte risicobeoordeling voor omwonenden. De al toegelaten middelen moeten dan opnieuw onder de loep te worden genomen.
Tegelijkertijd zijn ook verbeteringen in de praktijk mogelijk. Zo zouden boeren beter moeten communiceren met omwonenden over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Ook dienen zij verder te werken aan technische oplossingen om het gebruik van middelen en drift van spuitnevel te verminderen. Fabrikanten en distributeurs kunnen hun voorlichting en productinnovatie mede richten op de beperking van risico’s voor omwonenden.
Gewasbeschermingsmiddelenspecialist Jaap van Wenum van LTO kan zich in grote lijnen vinden in het advies. Hij steunt het blootstellingsonderzoek, dat ook helderheid moet brengen over de risico’s die boeren zelf lopen.