“We hadden gehoopt direct na het planten nog een paar dagen gas te kunnen geven, maar daarvoor waren de geleverde planten gewoon te zwak”, zegt Ferry Adegeest van TVA-Growers in Berkel en Rodenrijs.
Hij teelt samen met broer Marcel op 6,7 hectare losse tomaten van het ras Arvento (op onderstam Emperador) verdeeld over twee locaties. Net voor kerstmis zijn de 53-daagse planten naast het plantgat gezet. Behalve de relatieve zwakheid waren de planten ook nogal ongelijk. “Er waren veel planten waar maar een dief op stond zodat we uiteindelijk nog planten tekort kwamen.” Voor het tweede jaar heeft Adegeest gekozen voor op de lobbladeren getopte planten. “Bij Arvento waren koploosheid en de kwaliteit van de eerste trossen een probleem. Maar als op de lobbladeren wordt gekopt, krijg je wel een mooie eerste tros die niet gesplitst is en geen bonken geeft. Doordat de planten jonger worden gekopt en er minder licht op wordt gegeven, ontstaat er minder stress.”
Wittevlieg vroeg verwacht
Adegeest rekent erop dat wittevlieg niet lang zal wegblijven. “We zijn het vorige seizoen met wittevlieg geeïndigd en hadden een korte teeltwisseling.” Zodra ze op de gele vangplaten worden gevonden gaat hij Encarsia-sluipwespen uitzetten. Het vroeg (half februari) inzetten van Macrolophus is hem vorig jaar slecht bevallen. “Zonder bijvoeren zijn ze slecht aangeslagen.” Nu wil hij er later mee starten met grotere hoeveelheden tegelijk.
Voor het eerst heeft hij de tomaten geïnfecteerd met een mild isolaat van pepinomozaïekvirus, het PMV-01 van DCM. “We zijn altijd pertinent tegen het besmetten geweest. Onze groep van negen telers streeft er altijd naar volledig schoon te blijven. Ik heb er in september met onze plantenkweker nog een discussie over gehad omdat hij het wel doet voor andere klanten terwijl ik schone planten wil krijgen.”
Vertrouwen in nieuw pepino-isolaat
Adegeest heeft inmiddels de gevolgen van een late besmetting ervaren. “Wij hebben afgelopen najaar veel Botrytis-uitval gezien, juist in de hoek met veel pepinosymptomen op de planten. Het risico wordt voor ons te groot, ook omdat de buurman met belichte tomaten wel een mengsel van zwakke isolaten inbrengt.” De nieuwe methode van DCM geeft hem wel voldoende vertrouwen. “Het is een goed onderbouwd verhaal en ze geven de meeste garanties.”
Meteen na het planten zijn er bladmonsters genomen om er zeker van te zijn dat er nog geen pepino in de plant aanwezig is. Een dag na de schoonverklaring werd het isolaat afgeleverd en kon Adegeest het op het gewas spuiten met lage druk. “Het advies is meteen een gewashandeling uit te voeren om het te verspreiden. Maar omdat er weinig te doen is hebben we van iedere plant een blad ingewreven. Er is niets van te zien in het gewas.”
Meteen groot dag-nachtverschil
Onder het ac-folie blijft de planttemperatuur vrij hoog. Daarom heeft Adegeest meteen na het planten een flink verschil aangebracht tussen dag- en nachttemperatuur met een diepe en lange voornacht. Tussen 12 en 16 uur piekt hij van 19 naar 23 graden. De voornacht staat ingesteld op 14,5 graden tussen 17 uur en middernacht. In de namiddag trekt hij het schermdoek even dicht om gemakkelijker aan 23 graden te komen. In een aantal nachten ging het pas om 3 uur dicht. “Voor de plantactiviteit ligt er altijd een buisje in van minimaal 35 graden. Het ac-folie is dan vaak al voldoende om de temperatuur te halen.”
Grens opgezocht in watergift
Begin januari hadden de planten tien bladeren en werd de eerste tros zichtbaar. “Hij komt op het negende tot elfde blad.” Als de eerste tros volledig bloeit, zo rond half januari, worden de planten op het plantgat gezet. “Tot die tijd is het een spel van beheersen met zo weinig mogelijk water geven. We druppelen dan ’s avonds laat om ze overdag met minder energie op kleur te kunnen krijgen.”
Tot halverwege vorige week hadden de planten drie keer water gehad. De ec in de pot was 5,5 mS/cm. “Op het moment dat ze op de mat gaan moet de ec 10 tot 12 zijn. We telen dus zo droog mogelijk.” Voor de controle maakt hij gebruik van een losse weegschaal. Iedere dag weegt hij dertig tot veertig potten om het watergehalte te bepalen. “Om de plant te beheersen zoeken we echt de grens. Je geeft dan water op de droogste potten.”