Ad van Rijn in Venlo heeft op twee bedrijven in totaal 5 hectare middeltrostomaten van het ras Tourance staan op een nieuwe onderstam van De Ruiter (nummer 141). “We hebben hem twee jaar geleden in een proef gehad en vorig jaar een hele afdeling. Hij geeft hoogrondere tomaten, meer productie en is generatief sterker dan Maxifort.”
In de kas van 21 jaar oud heeft hij 28 november geplant en op het nieuwere bedrijf pas op 25 januari. “We hadden hier nog tot half januari een tussenplanting staan maar dat was geen groot succes. Door het hete weer van eind augustus en september waren veel trossen onvolledig gezet.”
Nu staat er een nieuw fris gewas in waarvan de tweede tros begin vorige week begon te bloeien. De geënt-getopte planten zijn op een afstand van 50 centimeter gepoot en worden meteen op de eindafstand van 37 centimeter gezet door bij een derde van de planten een dief aan te houden boven de tweede tros. “Je hebt nu nog weinig plantbelasting dus dat gaat snel.” Toch hanteert Van Rijn behoorlijk extreme klimaatinstellingen om de scheuten krachtig te houden. Tussen zonsondergang en 2 uur staat een voornacht ingesteld van 12 graden. “Je bent iedere dag bezig hoe je dat het beste bereikt: met luchten of openen van het schermdoek.” De nanacht staat op 16,5 graden ingesteld. Van 8.30 tot 11 uur stookt hij op tot 20 graden met 2 graden lichtverhoging en in de middag mag de temperatuur pieken naar 25 graden plus 2 graden lichtverhoging. Daarvoor gaat na 16 uur het schermdoek dicht bij een maximumbuis van 60 graden. “Eigenlijk hoef ik zo maar een paar uur per dag veel te stoken.”
Koude, droge lucht van boven het scherm
Onder het beweegbare doek heeft hij een vast ac-folie getrokken met een gaatjespatroon van 20 bij 20 centimeter. “Ik wil er zo min mogelijk gaatjes in omdat ik geen last heb van vochtproblemen. Boven het betonpad hangen verticale ventilatoren die de koude droge lucht van boven het scherm halen. De ventilatoren onder de teeltgoten verdelen deze lucht over de hele kas.” Van Rijn zegt met deze zelf bedachte vinding nauwelijks meer temperatuurverschillen te zien. “Je creëert een lichte overdruk waardoor je geen kouval meer hebt. We gebruiken het nu voor het derde jaar. In het begin hebben we veel gemeten. De temperatuurverschillen in de kas liepen terug van 2 naar 0,5 graden.” Het folie kan zo tot begin maart erin blijven. Dat bespaart heel wat energie. “Maar nog belangrijker is misschien dat je het klimaat kan bereiken wat je wilt hebben.”
Nauwelijks virussymptomen
In de oude kas heeft hij alleen een beweegbaar scherm. Daar bloeit inmiddels de vijfde tros volop. Door het donkere weer van december en januari heeft hij wel lagere temperaturen moeten aanhouden en loopt hij een halve tros achter. “Eigenlijk valt dat nog mee als je bedenkt dat we hier in januari 25 procent minder licht hebben gehad dan het langjarig gemiddelde.” Bovendien heeft Van Rijn dit seizoen voor het eerst zijn gewas gevaccineerd met het zwak isolaat van pepinomozaïekvirus van DCM. “Nu er een vaccin is dat officieel is toegelaten en goed is onderzocht wilde ik het wel proberen. Het Nederlandse vaccin is niet toegelaten en mijn plantenkweker heeft het ook nooit willen toepassen.” Meteen na het planten heeft hij het virus gespoten en in de loop van december kwamen er gele vlekjes op het blad en zag hij ‘netelblad’. “Maar de plant heeft er niet onder geleden en is er niet dunner op geworden. Eigenlijk onvoorstelbaar bij zo weinig licht.” In de jonge teelt heeft hij eind januari gevaccineerd met PMV-01 en zijn nog geen symptomen te zien.
Sneller door nabijheid buis
Net voor kerst heeft hij in de oudere teelt een keer Oberon en Fame gebruikt tegen wittevlieg en rupsen. “Als je al op 100 plaatsen rupsen hebt en zo vroeg al wat wittevlieg dan moet je wat doen.” In week 6 heeft hij de Macrolophus ingebracht die hij lokaal bijvoert. De trossen worden gebeugeld. De eerste drie zijn op vijf vruchten gesnoeid maar daarna zet hij ze op zes. De eerste verwacht Van Rijn in de tweede week van maart te knippen. “Dat valt eigenlijk nog mee. Maar doordat de matten daar op de grond liggen en de warme buis dus in de buurt is, komen de eerste trossen er snel.”