De Drosophila Suzuki heeft zich definitief in Nederland gevestigd. Ondanks een lange en vrij strenge winter is het schadelijke fruitvliegje na de eerste waarnemingen in 2012 dit jaar op zachtfruitpercelen in heel Nederland aangetroffen.
Dat meldde Herman Helsen van PPO Randwijk vorige week op de Kennisdag van de NFO in Wageningen. Het vliegje is daarmee in vier jaar tijd van Spanje naar Nederland doorgedrongen. “Toch is er geen reden voor paniek, want er was geen enkele melding van commerciële schade. Maar dat wil niet zeggen dat er geen maatregelen hoeven worden genomen.”
In meer dan de helft van de zachtfruitpercelen waar PPO vallen had gezet werd de suzuki fruitvlieg aangetroffen. De eerste vliegjes in het seizoen werden eind mei bij kersentelers in de Betuwe en bij zwarte bessen in Zeeland gevonden. Vanaf half augustus liep het aantal vondsten snel op, met de piek in de herfstteelten van framboos en braam eind september, begin oktober. “Dat beeld is volledig heel vergelijkbaar met het verloop van de plaag in België, Duitsland, Engeland en de Verenigde Staten.”
Explosie
“Opvallend was dat de eerste vondsten in de Betuwe gedaan werden bij bedrijven waar in de boomgaard zelf ook verkoop van buitenlands zachtfruit plaatsvond. Om een vroege explosie te voorkomen is het dus van belang om teelt en handel te scheiden, aldus Helsen.
Een explosie van de suzuki-fruitvlieg is snel voor elkaar. Anders dan alle andere fruitvliegjes legt dit exemplaar met een legboor eitjes onder de schil van gave vruchten. Na vier dagen levert dat al een goed zichtbare schadeplek op. Na 25 dagen is het nieuwe fruitvliegje zelf alweer in staat eitjes te leggen. Een vrouwtje kan onder Nederlandse omstandigheden in totaal wel zo’n 300 eitjes leggen en per aangetaste kers en aardbei zijn wel tot 20 uitkomende poppen geteld. Dat was echter in plukmonsters die vervolgens vijf dagen bij 20 graden werd bewaard.
Dergelijke omstandigheden komen ook voor als de vrucht langer aan de plant blijft hangen. Helsen: “Daarom is de commerciële schade van de Suzuki-fruitvlieg in de kersenteelt in Frankrijk ook veel groter. In Nederland lijken de vroege rassen geheel aan de plaag te kunnen ontsnappen. Al weten we niet wat er gebeurt na een zachte winter en een warm voorjaar.”
Om te voorkomen dat aangetaste vruchten in het handelscircuit ook daadwerkelijk schadesporen gaan vertonen is het volgens Helsen zaak met korte plukintervallen het gewas schoon te plukken en het product snel terug te koelen. “Koeling zet de ontwikkeling van de eitjes stil. Het eten van vruchten met eitjes erin is niet gevaarlijk voor de volksgezondheid. Maar als in de winkel en bij de consument het product weer ongekoeld staat, dan gaan de vruchten wel snel achteruit.”
Andere maatregelen die genomen kunnen worden zijn het goed afvoeren van afval en extra alert zijn bij opeenvolgende teelten die vatbaar zijn voor de fruitvlieg. Vooralsnog is het vliegje in Nederland niet aangetroffen in pruimen, rode bessen en kiwibessen. Dat is een meevaller omdat in deze teelten de vruchten vaak wat langer blijven hangen.
Tracer
Helsen ziet niet direct veel heil in het zetten van vallen waarmee telers zelf de plaag zouden kunnen monitoren. “Er komen heel veel vliegjes in de vallen en het is zonder microscoop erg lastig om de Suzuki van de andere niet schadelijke fruitvliegjes te onderscheiden.”
Mogelijkheden om de vliegjes te bestrijden zijn in de betreffende teelten nog zeer beperkt. De NFO spant zich in om het enige effectieve middel Tracer toegelaten te krijgen.