Wageningen UR Glastuinbouw ontwikkelt een nieuwe methode om te kunnen meten hoe licht wordt verstrooid door diffuus glas. Met de nieuwe methode, de ‘3-D-scatter’ of ‘F-scatter’, wordt de breedte en intensiteit van de verstrooiïngskegel gemeten. Deze breedte heeft waarschijnlijk invloed op het effect van diffuus glas.
Er komen steeds meer diffuse glasproducten op de markt en de verschillen zijn groot. Het is daarom belangrijk ze met objectieve meetwaarden te kunnen vergelijken. De haze-factor, de mate van verstrooiïng van het licht, werd tot nu toe alleen als percentage bepaald, met de bolvormige ‘integrating sphere’-meting. Maar hoe breed de kegel van lichtverstrooiïng is, kon nog niet worden gemeten. Met de 3-D-scatter kan dat nu wel.
De eerste metingen met de ‘3D-scatter’ wijzen uit dat het nu beschikbare diffuus glas een smalle tot zeer smalle verstroiing geeft. “Het zou heel goed kunnen dat met nieuwe diffuse glasmaterialen met een bredere verstrooiïng nog betere resultaten te halen zijn”, aldus onderzoeker Silke Hemming van Wageningen UR Glastuinbouw tijdens de vorige week georganiseerde landelijke glasgroentedag van LTO Groeiservice in Nieuwegein.
Hogere productie en vitaal gewas
Het huidige diffuse glas blijkt al veel voordelen te bieden bij opgaande groentegewassen, vooral in de periode maart-oktober. Het verstrooide licht dringt verder in het gewas door waardoor de middelste bladlagen langer aan de fotosynthese blijven bijdragen en een hoger drogestofgehalte hebben. Daarnaast voorkomt diffuus glas het ontstaan van stress in de bovenste bladlagen bij hoge instraling. Bij tomaat blijkt al remming van de fotosynthese op te treden bij 500 Watt per m2 aan straling van direct zonlicht. Dit is vooral het gevolg van sterk gestegen bladtemperatuur onder helder glas. Metingen laten zien dat de bladtemperatuur onder helder glas tussen -2 tot + 6 graden kan afwijken van de kastemperatuur. Onder diffuus glas is dat -2 tot + 2 graden. In de onderste bladlagen leidt diffuus glas juist tot hogere gewastemperaturen. Het gevolg is dat er meer generatieve groei en snellere vruchtontwikkeling optreedt. Dit leidt tot een hogere opbrengst en zwaardere vruchten. Zeker in hete zomers blijft de zetting beter en het gewas vitaler.
Supercompensatie met AR-coating
Het diffuus maken van glas kan (afhankelijk van het type structuur) tot een lagere lichttransmissie leiden. Naarmate meer licht verstrooid wordt (‘hazefactor’) kunnen hogere lichtverliezen optreden door reflecties. Door een antireflectie-coating aan te brengen, een- of tweezijdig, is per zijde 2 tot 4 procent transmissie terug te winnen, waardoor het glas dan meer in plaats van minder licht doorlaat dan standaard glas. Met low-iron glas als uitgangsmateriaal is ook nog 1 tot 2 procent transmissie te winnen.
Meerproductie van 12 procent
Tomatenteler Koen Lauwerysen van Den Berkt in Merksplas realiseerde vorig seizoen een meerproductie van 12 procent (9 kilo per m2, ras Merlice) in zijn nieuwste kas met ‘Diffulite+’-glas, vertelde hij tijdens de landelijke glasgroentedag. Zijn ‘low iron’-glas heeft een haze-factor van 12 procent en heeft aan weerskanten een AR-coating. De hemisferische transmissie van dit glas ligt 7 procent hoger dan het standaardglas dat op de twee jaar oudere kas ligt. De meerproductie is dus hoger dan op grond van de oude lichtregel (1% licht = 1% productie) verwacht werd. Dit is het gevolg van de hogere fotosynthese-efficiëntie en de vitaliteit van het gewas. De meerkosten van het glas bedroegen € 11,50 per vierkante meter. Vooraf rekende Lauwerijsen met een terugverdientijd van 7 jaar, maar dat is nu bijgesteld tot 5 jaar. “En met de huidige glasprijzen zou dat nog korter zijn.”