‘De vaart zit er nu goed in, maar hij mag niet bleker gaan staan’

Hans Aerts teelt nu weer voor het tweede jaar vleestomaten (ras Rebelski op onderstam Maxifort), na jaren trostomaten op zijn bedrijf van 1,5 hectare in Velden. Hij heeft op 4 januari de geënt-getopte planten (zaaidatum 7 november) naast het plantgat gezet, meteen op de eindafstand van 53 centimeter.

“De start was moeilijk. Door het donkere weer loopt de ontwikkeling al dik een week achter. We hadden hier in week 5 bijvoorbeeld maar 1300 Joules.”

In de eerste weken hield hij overdag steeds een minimumbuis aan van 45 graden om toch nog wat activiteit te creëren, en luchtte af boven het vaste folie. “De etmaaltemperaturen van 17,5 graden waren nog aan de hoge kant. De kop is steeds sterk genoeg gebleven maar de eerste tros heeft vaak maar 1 of 2 tomaten.” De derde tros bloeit nu. Het snoeien doet hij pas laat. “Ik wil aan de eerste 3 trossen 8 tot 9 tomaten hebben, gelijkmatig verdeeld over de plant.”

‘Vocht begint nu rol te spelen’

Op 25 januari, toen de eerste tros bloeide, zijn de planten op het gat gezet. De eerste zes dagen erna heeft hij goed doorgedruppeld maar sindsdien is hij gaan interen op het vochtgehalte van de steenwolmatten (Grotop Master), met ongeveer 1,5 % per etmaal. Hij geeft gemiddeld 2 beurten van 250 milliliter (per twee planten). Vanmorgen was het vochtgehalte al gedaald naar 60 procent. “Dat is ongeveer het grensje dat we even vasthouden. Als het beter weer gaat worden gaan we vanaf nu meer water geven.”

De laatste tien dagen heeft hij etmaaltemperaturen gerealiseerd van 18,5 tot 19 graden bij basisinstellingen van 17 (nacht), 22,5 (dag) en 14 (voornacht) graden. Daarbovenop staat overdag een lichtverhoging van 1,5 graden (op lichtintensiteit) en 2,5 graden (op lichtsom). Op lichtsom mag de nachttemperatuur ook 0,5 graden omhoog. De luchtinstellingen staan dicht boven de stooklijn. “Met een vast folie gaat dat heel goed. “ Bij donker weer gaat het beweegbare scherm al om 15 uur dicht om de piek gemakkelijk te halen. Het vaste folie heeft zijn langste tijd gehad. “Vandaag ga ik kieren trekken en volgende week gaat het eruit. De vaart zit er nu goed in maar de plant mag niet bleker gaan staan. Vocht begint nu een rol te spelen.”

Pekelkreeftcysten

Direct na het planten heeft Aerts de onderste drie, vergeelde blaadjes eraf geplukt. Straks gaat hij al het blad snijden. Nu bestaat het gewaswerk uit dieven en draaien. Over twee weken gaat hij over op het clippen van de stengels. “Anders krijg je teveel breuk doordat ze van het touw afgroeien.”

Op de gele vangplaten heeft hij nog geen insecten kunnen ontdekken. Toch zijn vorige week al de eerste Macrolophus-roofwantsen uitgezet. Hij voert ze bij met Artemiacysten (pekelkreeftje) die hij met een molentje op het blad strooit. “We hebben nu een halve Macrolophus per vierkante meter uitgezet. Dat gaan we nog twee keer herhalen.”