Alvonto. Een nieuwe naam in de glastuinbouw. Maar het krijgt vorm vanuit twee bedrijven met een lange geschiedenis in de tuinbouw, Van Adrichem Kwekerijen en Van Marrewijk Tomaten. Het familiekarakter blijft ook in het fusiebedrijf behouden.
De recente fusie tussen Van Marrewijk Tomaten en Van Adrichem Kwekerijen komt niet zomaar uit de lucht vallen, blijkt tijdens een gesprek met de jongste generatie directieleden van Alvonto, Twan van Marrewijk en Sjoerd van Adrichem. Beide families trokken al langer intensief met elkaar op. Van Marrewijk: “En vanaf het moment dat het ToBRF-virus opstak, zijn veel bedrijven gestopt met studieclub lopen en bij elkaar kijken. Wij hebben elkaar gevonden en zijn bij elkaar op de bedrijven blijven kijken. Verder zaten mijn vader en Loek (zie bedrijfsprofiel) al in dezelfde vriendengroep.” Wat begon met teeltervaringen delen, breidde uit met arbeid vergelijken. Later volgde samenwerking in energiebeheer, met aandelen in Samax, die zorgt voor de dagelijkse aansturing en het lange termijn energieadvies.
Fusietraject
Toen kwam het moment dat beide telers elkaar aankeken, en zeiden: ‘Misschien moeten we onderzoeken om helemaal samen te gaan’. Dat klinkt simpel, maar het is een intensief traject. Van Marrewijk: “Je moet elkaar eerst nóg beter leren kennen dan je dacht dat je elkaar al kende.” Van Adrichem vult aan: ”Het heeft anderhalf jaar geduurd vanaf het eerste idee om het samengaan te onderzoeken, tot aan het sluiten van de overeenkomst.”
Dat alles is gebeurd in een traject onder externe begeleiding van adviesbureau Yeald. Daarbij is vooral uitgebreid gekeken naar de ‘zachte kant’ van het samengaan. “Wat is je beleid? Hoe ga je om met verschillen? Je moet er wel hetzelfde over denken, oftewel ‘van dezelfde bloedgroep zijn’, of anders moet je je als bedrijf willen aanpassen aan de ander. Soms werden kleine details toch heel ver uitgewerkt, en van alle kanten benaderd en besproken, om te zorgen met elkaar echt op één lijn te komen.” Ook de vrouwen werden in het fusietraject betrokken.
Eén groot familiebedrijf
Van Marrewijk: “Dat hele fusietraject, vond ik een gaaf proces. Ik heb daar ontzettend veel van geleerd. Zowel persoonlijk, als van het proces op zich, om iets moois neer te kunnen zetten voor de toekomst.” En hij benadrukt: “We zijn allebei van oorsprong een familiebedrijf. Dat willen we blijven uitdragen.” Van Adrichem bevestigt dit: “Het wordt nu één groot familiebedrijf, dat bestaat uit twee families, in plaats van een meer onpersoonlijk grootschalig fusiebedrijf.”
“Als je het over die ‘zachte kant’ van het fusieproces met elkaar eens bent, dan is daarna de ‘harde kant’, met de gesprekken over de financiën, geen probleem meer. Als de cijfers na al die voorbereidende gesprekken tevoorschijn komen, zou het niet meer zo mogen zijn dat je schrikt dat dit heel anders is dan verwacht.”
We hadden ook prima als zelfstandige bedrijven door kunnen gaan
Van Adrichem benadrukt dat de fusie een samenwerking uit kracht is, als extra versterking voor de continuïteit, en geen noodoplossing om te kunnen overleven. “We hadden ook prima als zelfstandige bedrijven door kunnen gaan.” Van Marrewijk: “Maar een groter bedrijf biedt wel allerlei voordelen. Je kunt binnen de directie bijvoorbeeld snel dingen van elkaar overnemen en doorgaan, als er iemand even afwezig is of uitvalt. En medewerkers hebben meer mogelijkheden om door te groeien naar andere functies. Het is ook makkelijker voor elkaar te krijgen om meer specialisten in te zetten. Zoals elk bedrijf nu bijvoorbeeld al een eigen energiemanager heeft.”
De nieuwe bedrijfsaam Alvonto weerspiegelt de kernwaarden en ambities die de aandeelhouders gezamenlijk hebben geformuleerd. ‘Al’ is geïnspireerd op het woord ‘Alma’, wat ziel betekent, ofwel ziel van het familiebedrijf. ‘Von’ verwijst subtiel naar de achternamen van de oprichters, terwijl ‘To’ staat voor ‘Together’.
Elkaar aanvullen
Een competentietest gaf aan dat de directieleden een goede aanvulling op elkaar vormden, met ieders sterke punten. Van Marrewijk: “Zo zit ik het liefst op de algemene zaken. En hou ik mij ook bezig met arbeid. Verder richt ik mij op contacten naar buiten toe, bijvoorbeeld binnen de telersverenigingen. En hou ik mij bezig met speciale projecten, zoals aansluiting op restwarmte vanuit de afvalverbranding in Roosendaal, voor onze vestigingen in Dinteloord en Steenbergen.” Van Adrichem: “Ik voel mij meer tuis in de techniek en de teelt. Dat zijn dingen waar ik mij graag mee bezig hou.”
Er is, bij de rolverdeling van taken binnen de directie, bewust voor gekozen om een jongere en een oudere generatie aan elkaar te koppelen met een vergelijkbare rol. Zo zijn er twee koppels gevormd: Twan en Sjoerds oom Loek, en Sjoerd met Twans vader Jan.
Areaalgroei
Van die oudere generatie van rond de 60 en 65 jaar valt te verwachten dat die er over een aantal jaren mee zullen gaan ophouden. Dan moet het bedrijf daar klaar voor zijn. Van Adrichem, gekscherend: “Mijn vader moet zijn teelttaken in Steenbergen wel goed overdragen. Eerder mag hij van mij niet stoppen.” En gelijk daar achteraan: “Al verwacht ik eerder dat hij nog steeds een actieve bijdrage zal blijven leveren, ook als hij de directiefunctie heeft overgedragen.”
In Westdorpe wordt op de laatste beschikbare grond uitgebreid met 7,2 hectare. In november gaan daar de eerste planten de kas in. Het nieuwe teeltbedrijf zou voor de toekomst graag nog een extra stukje areaalgroei zien. De ondernemers houden hun ogen open, maar hebben er op zich geen haast mee om een bedrijf over te nemen. “We doen dat alleen als het een interessante locatie is die echt bij ons past. Liefst in de regio waar onze bedrijven nu al zitten. Het is niet alleen maar ‘groeien om te willen groeien’.”
Belichting
Kassen voorzien van belichting vormen met 10 hectare in Dinteloord nu ongeveer 15% van het totale bedrijfsareaal. Dat zou in de toekomst tot een kwart van de kasoppervlakte kunnen gaan groeien. Van Adrichem: “Je wilt toch afnemers aan je binden. Daar heb je een deel winterproduct voor nodig. Maar als je het puur uit economische haalbaarheid bekijkt, dan is een belichte teelt eigenlijk niet interessant.”
Voorlopig blijft tros grof het tomatensegment waar het bedrijf zich op richt. Maar vanuit risicospreiding zou het best zo kunnen zijn dat er in de toekomst toch een keer andere tomatensegmenten bij gaan komen. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende rassen, afhankelijk van de keus om een teelt vroeg te starten of juist iets later te starten en lang door te gaan. Verder wordt waar het kan nog gebruik gemaakt van traditionele rassen zonder ToBRFV-resistentie. “De potenties daarvan komen al steeds dichter in de buurt van de vatbare rassen, maar nu laat je met zo’n hoog-resistent ras toch nog iets productie liggen.”
Verduurzamen
Het is de bedoeling dat elke locatie een duurzaam bestanddeel energie gaat krijgen. In Westdorpe zijn alle kassen al aangesloten op restwarmte, en wordt al helemaal geen fossiel gas meer gebruikt. Voor de vestigingen in Dinteloord en Steenbergen wordt gewerkt aan aansluiting op restwarmte vanuit de afvalverbranding in Roosendaal.
We kijken alleen naar bewezen techniek
Kosten en beschikbaarheid van arbeid blijven eveneens een aandachtspunt voor de toekomstbestendigheid. Van Adrichem: “Zo hebben we twee jaar geleden een proef met een bladsnijrobot gehad. Maar daar zijn we weer mee gestopt, omdat er na een jaar nog steeds geen goede progressie in zat.” Van Marrewijk: “We houden alle ontwikkelingen goed in de gaten. Maar wij zijn over het algemeen niet de eersten die ergens in stappen.” Van Adrichem bevestigt dit: “We zitten daar net achter, in het eerste wagonnetje van de trein. We kijken alleen naar bewezen techniek.”
Rondlopend in de nieuwbouwkas bij Westdorpe is te zien dat daar volop gebruik van wordt gemaakt. Van Marrewijk: “Want je moet wel kassen hebben die goed zijn om optimaal te produceren.” Bovenin de kas zit een dubbel scherm, onder een kasdek van diffuus glas met een licht Haze-factor (50%). Opvallend zijn ook de dubbele luchtbehandelingskasten van Technokas boven het middenpad, om te kunnen ontvochtigen. Waar de kas smaller is, zijn enkele lbk’s in de kopgevel geïnstalleerd. De bijbehorende luchtslurven komen ook bovenin de kas te hangen. Er is gekozen voor 7 gewasrijen in een 12 meter tralie, met een hartmaat van 1,71 meter. Dat is 11 centimeter breder dan de gebruikelijke afstand in een 8 meter tralie. Hierdoor kan het licht dieper doordringen in het gewas.