“Wat ben jij voor een asociale koning?!” wordt er van diverse kanten geroepen als Gino uit zijn werkkamer komt. “We zijn geen honden!”
Opposa loopt op hem af en haar gezicht voorspelt ook al weinig goeds. “Je laat ons gewoon barsten. Libo vertelt allemaal leugens, stookt de apen op en jij zit in je kamer alsof er niets aan de hand is.” Als Gino van de eerste schrik is bekomen, roept hij Libo en beveelt hem mee te gaan naar z’n werkkamer.
Als beiden zijn gaan zitten, is Gino’s openingsvraag: “Waarom is er onrust, waar komt die boosheid vandaan? Libo: “Majesteit – Gino kan zich maar ternauwernood beheersen – je hebt toen jullie terugkwamen van het zoeken naar een geschikte woonplek mij gevraagd om de huisvesting te regelen. Ik kreeg een kaart met plattegronden van je om een indeling te maken. Ik heb toen de huizen op de kaart genummerd, vervolgens heb ik alle apen een nummer gegeven en erbij gezegd dat ze aan de corresponderende nummers op de kaart kunnen zien waar ze komen te wonen. Ik heb er nog speciaal bijgezegd dat ik niet op eigen houtje handelde maar uitdrukkelijk in en volgens jouw opdracht.”
Gino: “Er zijn grote en kleine huizen, voor grote en kleine gezinnen en nog kleinere huizen voor singles. En het ene huis is bouwvalliger dan het andere, ook dat staat op de kaart. Daar heb je toch wel rekening mee gehouden?” Libo: “Dat heb je niet van te voren tegen me gezegd. Bovendien had ik nog wat andere klussen te doen dus moest het snel.”
Toen Libo de kamer uitstapte, liet hij Gino met twee vragen achter. Eén: “Hoe krijg ik dit in hemelsnaam rechtgebreid? En twee: “Is die Libo echt zo dom of heeft hij een dubbele agenda?”
De moraal van deze aflevering: er is een wereld van verschil tussen delegeren en afschuiven en tussen personen aan wie je dat doet. Anders gezegd: de kwaliteit van het werk staat of valt met het geven van een goede opdracht.