Fiscus kan CO2-heffing kassen pas in 2027 innen (rentevrij)

De invoering van een CO₂-heffing in 2025 in de glastuinbouw doet een groot beroep op de Belastingdienst. Die dienst heeft twee jaar extra tijd nodig om een model te bouwen. Bij een andere mogelijke maatregel voor de glastuinbouw (ETS2) wil de Tweede Kamer duidelijkheid.

Staatssecretaris van Financiën Folkert Idsinga (NSC) heeft zorgen over de uitvoering van de CO₂-heffing voor de glastuinbouw. De Belastingdienst gaat dat uitvoeren, maar deze extra taak legt druk op het functioneren van de fiscus. Daarom is besloten tot een uitstel van de inning van de heffing tot 2027. Dit zou betekenen dat pas in 2027 afgerekend kan worden met bedrijven die meer CO₂ uitstoten dan de afgesproken norm. Voor glastuinbouwbedrijven is de consequente dat ze hiervoor middelen opzij moeten zetten via een voorziening op de balans. Dat kan wel rentevrij.

RVO kan de regeling niet uitvoeren

Het sectorsysteem met CO₂-heffing start in 2025 en is samen met andere fiscale maatregelen aangenomen in de wet Fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw. Daardoor kan RVO de regeling niet uitvoeren, maar moet de Belastingdienst dat doen. Deze dienst kampt al met personele krapte en moet het ICT-pakket moderniseren. Voor het innen van de CO₂-heffing moet de formatie met acht man uitgebreid worden.

Naast de CO₂-heffing wordt in de wet Fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw het verlaagde tarief voor energiebelasting op aardgas afgebouwd, net als de warmte-krachtkoppeling (wkk)-vrijstelling. Deze zaken zijn met de sector afgesproken in het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030.

De hoogte van de CO₂-heffing is onzeker en zal in 2025 zeker nog aangepast worden. Dat is afhankelijk van de gasprijs en onder meer besluiten over een bijmengverplichting groen gas en effecten van mogelijke deelname in een Europees CO2-systeem ETS2.

CU en SGP willen uitspraak Tweede Kamer over ETS2 glastuinbouw

De ChristenUnie en SGP willen de glastuinbouw vrijstellen van deelname in het CO₂-handelsysteem ETS2. Tegen de zin van staatssecretaris Jean Rummenie willen de partijen nu een uitspraak van de Tweede Kamer hierover. De motie stelt dat verschillende milieuheffingen voor de glastuinbouw nu al genoeg is om de CO₂-doelen te halen. Als de glastuinbouw aan ETS2 verplicht wordt deel te nemen leidt dat tot een onnodige lastenverzwaring. De partijen wijzen ook op het regeerakkoord waarin staat dat het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030 leidend moet zijn. Die afspraken zijn met de sector overeengekomen.

In het tweeminutendebat tuinbouw en visserij stelde Rummenie deze week de motie te ontraden. “Omdat ik niet vooruit kan lopen op de besluitvorming in het kabinet, die in het voorjaar plaatsvindt. Dat vind ik niet gewenst.” Rummenie sprak zich eerder duidelijk uit tegen de mogelijk nieuwe verplichting voor de glastuinbouw. Bij een bedrijfsbezoek in juli aan de glastuinbouw zei hij:  “De sector heeft al veel op zich genomen om energieneutraal te worden. Het zou niet fair zijn om onderweg zwaardere lasten op te leggen, zeker niet als andere lidstaten dat ook niet doen.”

Te veel heffingen glastuinbouw

Een recente studie van Berenschot en Kalavasta toonde al aan dat de glastuinbouw veel te veel maatregelen op zich af ziet komen. Met de mogelijke opname van de glastuinbouw in het Europese handelssysteem voor CO₂-emissierechten (ETS-2) en invoering van de groengasbijmengverplichting, loopt het totaal aan heffingen op tot ongeveer € 200 per ton CO₂-emissie. Dat is ruim € 100 per ton meer dan de € 98 per ton CO₂-emissie, die nodig is om het sectordoel van 4,3 Mton CO₂-emissie in 2030 te halen.