‘De late spruitenrassen mogen nog lengte maken’

Omdat het plantseizoen bij Raymond Sonneveld in Dreischor moeizaam verliep, gingen de laatste rassen pas een maand later dan normaal de grond in. “Die mogen nog beste een halve meter lengte maken, voordat we die gaan toppen”, zegt Sonneveld op 2 september. Het ras Abacus is inmiddels wel getopt en het toppen van Silvia staat voor de deur.

Half augustus startte de oogst van het vroegste ras Davlin. “Het is een mooie spruit en de kwaliteit is goed. Ook de prijzen zijn momenteel best goed met prijzen van € 1 tot € 1,10 per kilo voor de A’tjes en € 1,30 voor de B’tjes. Qua kilo’s zitten we toch op ons normale niveau aan het begin van het seizoen van zo’n 14 ton per hectare. Iedere week komt daar nu wel een ton bij.”

Dat de productie op een normaal niveau zit, heeft alles te maken met de inhaalslag die de gewassen gemaakt hebben. “De start was moeilijk, met veel regen eind mei. Nu staan de gewassen er best goed bij en is het hier eigenlijk alweer aan de droge kant. We zouden best een buitje regen kunnen gebruiken.”

Oogst Abacus

Rond 12 september verwacht Sonneveld te gaan oogsten in de Abacus. “Het is een mooi gewas, maar de spruiten zijn nu nog aan de fijne kant. Hoe dik ze werkelijk zijn, merk je natuurlijk pas bij het plukken maar op dit moment zijn de kilo’s er nog niet.”

Monitoring trips

Op gebied van gewasbescherming speelt eind augustus vooral de trips. “We monitoren die met blauwe vangplaten en één keer in de twee weken voeren we daar nu wel een behandeling tegen uit. Benevia is het sterkste middel tegen trips, maar dat middel heeft zijn beperkingen qua inzetbaarheid. Bovendien ze zijn lastig onder controle te krijgen, omdat ze dieper in het gewas moeilijk te raken zijn.” Voor wat betreft de schimmelziekten was er tot begin september nog weinig tot niets aan de orde.

Pleksgewijze bijbemesting

Op de plekken waar de groei wat achterbleef door wateroverlast, strooide Sonneveld pleksgewijs, met omgerekend 200 kilo KAS per hectare. “Ze zijn daardoor wel bijgetrokken, maar ze blijven toch achter bij de rest van het perceel. Dat heeft alles te maken met de structuur van de grond.”

Auteur: Stan Verstegen