Wageningen Universiteit Glastuinbouw heeft voor glasgroenteteelten de minimumprijs berekend die de teler nodig heeft om net geen winst te maken, maar alle kosten te vergoeden.
Met de minimumprijs krijgt de tuinder een hulpinstrument in handen bij de verkoop van zijn producten. Dat stelt de WUR in het rapport Kwantitatieve Informatie voor de Glastuinbouw (Kwin). Voor de 2012 -2013 editie bleek het mogelijk niet meer inzicht te geven in de gerealiseerde aanvoeren en afzetprijzen voor de belangrijke tuinbouwproducten, schrijft de WUR in haar persbericht over de nieuwe Kwin-berekening voor de glastuinbouw. Hoe hoog de verschillende minimumprijzen liggen voor glasgroenteproducten is niet bekend. Het rapport kost 169 euro. Een woordvoerder was terughoudend in het verder toelichten van de minimumprijs. Het is daardoor niet duidelijk hoe de WUR omgaat met de kostprijsverschillen tussen bedrijven.
Voor de minimum afzetprijs is een berekening gemaakt van de productiekosten en het aandeel van de vaste kosten. Deze kosten zijn toegerekend aan de aanvoer in de betreffende aanvoerperiode steeds voor elke aanvoerperiode van vier weken.
De schaalvergroting zet door, blijkt uit de Kwin. Het areaal glas in Nederland bestaat voor 64 procent uit bedrijven groter dan 3 hectare en 45 procent is groter dan 5 hectare.