CO2-plafond kassen 5,4 Mton, reserve uit 2022 mag mee

De vastgestelde hoeveelheid CO₂-emissies voor de glastuinbouw voor het kalenderjaar 2024 bedraagt 5,4 megaton. De lage uitstoot in 2022 maakt een miljoenenheffing over 2024 onwaarschijnlijker.

Het emissieplafond voor dit jaar blijkt uit een gepubliceerd besluit van de minister voor Klimaat en Energie en de minister van (voorheen) Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het plafond is geen verrassing, omdat al in het tussenconvenant met de glastuinbouw was afgesproken dat het plafond voor het CO₂-sectorsysteem elk jaar met 0,2 Mton afneemt. Als de sector dat plafond overschrijdt, moet een miljoenenboete worden opgebracht door de bedrijven.

Boete over 2021 nog € 6,3 miljoen

In 2021 bedroeg de totale CO₂-uitstoot van de glastuinbouw 6,2 megaton. Het afgesproken emissieplafond was dat jaar 5,9 megaton. De overschrijding leverde een heffing op van € 6,3 miljoen. Echter, in 2022 lag de uitstoot veel lager op 4,9 megaton CO₂. Dat was het gevolg van de energiecrisis. De sector heeft dat jaar dus emissieruimte niet gebruikt die het mee mag nemen naar latere jaren.

Betekent dit dat de sector dit jaar minder last heeft van het plafond? Glastuinbouw Nederland laat weten dat die conclusie niet getrokken kan worden. Beleidsmedewerkers Piet Broekharst: “Ik heb geen glazen bol, dus ga niet speculeren. Wel is het inderdaad zo dat we ruimte uit 2022 en 2023 kunnen meenemen naar 2024.”

Over 2023 is nog niet bekend of de glastuinbouw het emissieplafond heeft overschreden. Als dat het geval is, wordt de reserve uit 2022 minder die mag worden ingezet voor het CO₂-sectorsysteem dit jaar.

Heffing per kuub gas

Het ministerie trekt emissie van bedrijven die deelnemen aan het Europese emissiestelsel EU-ETS af van het plafond voor het sectorsysteem. Voor dit jaar wordt niet uitgegaan van een verrekening, omdat de emissie te verwaarlozen is. Weinig bedrijven zitten nog in dit handelssysteem.

Het bedrag dat uiteindelijk bij een emissie-overschrijding in heffingen wordt opgelegd aan bedrijven, wordt vertaald in een bedrag per kubieke meter aardas. En dat wordt individueel in rekening gebracht op basis van het bedrijfsverbruik. Zo wordt de collectieve emissie terug berekend naar bedrijven.